Lezen H2 - Tekstdoel en publiek 2

Oefenen Lezen H2
Tekstdoel en publiek
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 5 min

Éléments de cette leçon

Oefenen Lezen H2
Tekstdoel en publiek

Slide 1 - Diapositive

Sleep de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
tekstdoel informeren
tekstdoel overtuigen
tekstdoel amuseren
tekstdoel activeren
tekstdoel instrueren
een nieuwsbericht over een schietpartij
recensie over mijn gelezen boek
de Donald Duck
een oproep op een website om minder zuivel te consumeren
spelhandleiding van UNO

Slide 2 - Question de remorquage

Lees de tekst

Slide 3 - Diapositive


Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
stripverhaal
C
reclametekst
D
recept

Slide 4 - Quiz


Wat is de bron van de tekst?

Slide 5 - Question ouverte


Voor wie is deze tekst geschreven?
A
jongeren
B
volwassenen

Slide 6 - Quiz


Wat is het doel van deze tekst?
A
mening geven
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren

Slide 7 - Quiz


Wat betekent het woord 'etiquette'?
A
plaksticker
B
regels over wat beleefd is en wat niet
C
naam van de radioshow

Slide 8 - Quiz

Lees de tekst oriënterend.

Slide 9 - Diapositive

Wat is de bron van de tekst?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 11 - Question ouverte


Voor welk publiek is deze tekst geschikt?
A
Voor jongeren van 10-12 jaar
B
Voor jongeren van 14-16 jaar
C
Voor volwassen
D
Voor mensen die van surfen houden

Slide 12 - Quiz


Hoe wordt de lezer aangesproken?
A
Met 'je'
B
Met 'u'

Slide 13 - Quiz

Hoe kun je aan de lay-out zien dat de tekst voor jongeren is geschreven?

Slide 14 - Question ouverte

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Gevoelens oproepen
Mening geven
Instrueren

Slide 16 - Question de remorquage

Welke tekstsoort hoort bij welk tekstdoel?
Overhalen
Amuseren
Overtuigen
Informeren

Slide 17 - Question de remorquage

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Tekstdoel Informeren
Tekstdoel Overtuigen
Tekstdoel Waarschuwen
Tekstdoel activeren
Tekstdoel Instrueren
nieuwsbericht
Folder van dierenarts om je huisdier in te laten enten

Etiket op vuurwerk om afstand te houden
Een oproep op een website om te gaan protesteren. 
Uitleg op LE website hoe je je kunt aanmelden voor flexuur. 
Artikel op website Voedingswijzer om elke dat fruit en groente te eten.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.
folder over verschillende workshops in het buurthuis.

Slide 18 - Question de remorquage

Opdracht 2 - antwoorden
1 eigen antwoord, bijvoorbeeld: een groot deftig diner met veel mensen (aan lange tafels).

2 Dineren met/bij de koning

3 C De eerste alinea noemt de aanleiding voor het schrijven van de tekst.

4 Dit is een krantenbericht

5 D Voor mensen die willen weten welk gedrag past bij een koninklijk banket.
6 Dingen die ongepast zijn als je dineert met de koning: te lange antwoorden geven bij de ontvangst, klagen over de tafelschikking, eerder beginnen met eten/drinken dan de koning, te snel drinken, praten over gevoelige onderwerpen.

7 B Gasten van de koning moeten zich houden aan een bepaalde etiquette.

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 2 - antwoorden
8 De koning vraagt wel hoe het met je gaat, maar dat doet hij, omdat dat zo hoort. Hij verwacht niet een heel uitgebreid antwoord. Dat hoort ook niet.

9 De tafelschikking is van tevoren gemaakt. Iedereen heeft een nummer gekregen en moet op basis daarvan aan tafel gaan zitten. Anders wordt het een puinhoop, want iedereen wil dan naast de koning zitten!

10 De koning wordt als laatste bediend, om er zeker van te zijn dat iedereen zijn gerecht heeft gekregen.

11 Alternatief kopje: eten en drinken (tijdens het diner). Alinea 4 gaat over het diner, dus dat past goed, maar in alinea 5 gaat het over het drinken tijdens het diner.

12 D Er zijn veel ongeschreven regels waaraan gasten van de koning zich tijdens het diner moeten houden.

13 Informeren, want de schrijver vertelt hoe het in zijn werk gaat als je gaat dineren bij de koning.

Slide 20 - Diapositive