Les 14: Meervouden

Spelling
Meervouden

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
Laptop blijft in tas.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling
Meervouden

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
Laptop blijft in tas.

Slide 1 - Diapositive

Programma:

  • K&L

  • Uitleg meervouden

  • Extra opdracht

  • Nakijken

  • Uitkomst extra opdracht


  • Afronden

Slide 2 - Diapositive

Vorige les:
Alle verslagen en pitches zijn inmiddels ingeleverd. Cijfer volgt asap.

Slide 3 - Diapositive

Kunnen/kennen
Meervouden op en en s spellen
Meervouden na een klinker goed spellen

Slide 4 - Diapositive

Meervouden op en, ën, s en 's
Meervoud met -en

De meeste Nederlandse woorden krijgen in het meervoud -en.

Bijvoorbeeld:
stoel → stoelen
boom → bomen
tafel → tafels (let op: sommige woorden krijgen s en niet en)

Slide 5 - Diapositive

Meervouden op en, ën, s en 's
Meervoud met -ën

Woorden die eindigen op een -ee of -ie krijgen vaak -ën in het meervoud.

Bijvoorbeeld:
idee → ideeën
kolonie → koloniën

Slide 6 - Diapositive

Meervouden op en, ën, s en 's
Meervoud met -s

Veel woorden die eindigen op een -e, -el, -en, -er of een korte klinker + medeklinker krijgen -s.

Bijvoorbeeld:
tafel → tafels
foto → foto’s
pen → pennen (let op: hier wel -en!)

Slide 7 - Diapositive

Meervouden op en, ën, s en 's
Meervoud met -’s
Woorden die eindigen op een lange klank met een -a, -o, -u, -y krijgen vaak -’s in het meervoud.

Bijvoorbeeld:
baby → baby’s
paraplu → paraplu’s
auto → auto’s
radio → radio’s

Slide 8 - Diapositive

Meervouden op en, ën, s en 's
idee → ________
tafel → ________
paraplu → ________
baby → ________
auto → ________
pen → ________
kolonie → ________
kind → ________
timer
3:00

Slide 9 - Diapositive

Extra opdracht:
Denk na over de volgende situatie:

Wat als er geen interpunctie zou bestaan.
 
Hoe zou onze taal er dan uit zien?

Wat voor gevolgen heeft dit?

Hoe kunnen we eventuele problemen oplossen?

Overleg dit in tweetallen. Schrijf je uitkomst op in je schrift.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag met:
  • Spelling - Blz. 249 opdracht 1 t/m 7.

Hoe? Per boek/schrift

Vragen:
Ik loop door door het lokaal. Vragen mag je alleen stellen als ik bij je ben.

Wat te doen als je wacht/klaar bent:
  • Maken extra opdracht

Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Nakijken

Slide 12 - Diapositive

Je kan nu:

Meervouden op en en s spellen
Meervouden na een klinker goed spellen

Op schaal van één tot vijf, hoe goed denk jij het leerdoel te hebben behaald. Eén betekent helemaal niet. Bij vijf beheers je de leerstof perfect!

Slide 13 - Diapositive

Na vandaag:
  • Kan jij één ding benoemen, die je nog niet wist, maar vandaag hebt geleerd?

Slide 14 - Diapositive