Bij een debat reageer je op een stelling, waarbij je voor of tegen de stelling bent en de derde partij (de jury) probeert te overtuigen.
Een debat voeren
Noem voorbeelden
In een debat over het gratis maken van museumbezoek:
“Zelf ben ik dit weekend naar een museum geweest, maar dat zouden we niet gedaan hebben als we moesten betalen!”
Ik geef je tips!
Gebruik feiten
In een debat over televisie kijken:
“Ik heb zojuist even rondgevraagd en meer dan de helft van de kinderen in deze klas kijkt langer dan twee uur TV per dag!”
Maak vergelijkingen
In een debat over langere lestijden:
“Maar het is wel oneerlijk als wij een middag langer naar school zouden moeten en de leerlingen van de school hiernaast hoeven dat niet!”
Gebruik humor
Iets waar iedereen van houdt is een goede grap. Een grap zal het publiek aan het lachen maken en het zorgt voor een vrolijke noot in vaak serieuze discussies.
Let op je lichaamshouding
De houding van de spreker in een debat bepaalt voor een groot deel hoe je overkomt bij de luisteraar. Dit bereik je door rechtop te staan en het lichaam te gebruiken, denk aan handgebaren, gezichtsuitdrukking en het maken van oogcontact.
Geef oplossingen
In een debat over het verbieden van snoep op school: “We moeten niet het snoepen verbieden, maar we moeten er juist voor zorgen dat er meer gezonde dingen worden gegeten. Iedereen moet in de pauze een appel krijgen!”
Gebruik je stem
Door het bewust gebruiken van de stem (bijvoorbeeld hard of zacht praten) kan je overtuigingskracht vergroten. Of door te variëren in spreeksnelheid. Sommige zinsdelen kunnen langzaam worden uitgesproken zoals: “Dit is heel… erg… fout!”
Spreek kort maar krachtig
Praat duidelijk en gebruik geen lange zinnen. Soms is iemand zo lang van stof dat zijn tegenstander én jury aan het einde van een zin niet meer weten hoe die zin begon.
Stel een vraag
In een debat over het rechtvaardigen van stelen:
“Maar vind jij het dan niet goed dat je iets steelt voor iemand die niks te eten heeft omdat hij arm is? Anders heeft hij geen eten en dan wordt hij ziek.”
Slide 15 - Diapositive
Het debat!
Verdeel de klas in drie groepen.
Groep 1 = voorstander
Groep 2 = tegenstander
Groep 3 = jury
Draai aan het rad om te zien wat jouw rol is!
Op de volgende slides zie je steeds een regel uit het regeerakkoord.
Voor het debat
Iedereen in de jury geeft aan of hij/zij voor of tegen de nieuwe regel is. Het aantal voor- en tegenstanders wordt opgeschreven.
Het debat
Het debat begint! De voor- en tegenstanders proberen met goede argumenten de jury te overtuigen van hun mening. Wie weet de meeste juryleden van mening te doen veranderen? De voor- of tegenstanders?
Na het debat
Aan het eind van het debat geven de juryleden opnieuw aan of ze voor of tegen de nieuwe regel zijn. Zijn er juryleden van mening veranderd? Hebben de voor- of tegenstanders het debat gewonnen?
Slide 16 - Diapositive
"Als je binnen Europa reist kun je prima met de trein ipv met het vliegtuig"
"Als je binnen Europa reist kun je prima met de trein i.p.v. met het vliegtuig"
Slide 17 - Diapositive
"Het is goed om vaker een wortel ipv een konijn te eten "
"Het is goed om vaker een wortel i.p.v. een konijn te eten"
Slide 18 - Diapositive
"Er gaat meer geld naar juffen en meesters"
"Er gaat meer geld naar juffen en meesters"
Slide 19 - Diapositive
"Op sommige plekken gaat de maximumsnelheid naar 30 km/u"
Slide 20 - Diapositive
"Dranken met veel suiker, zoals cola en limonade worden duurder en groenten en fruit worden goedkoper"
"Dranken met veel suiker, zoals cola en limonade worden duurder en groenten en fruit worden goedkoper"
Slide 21 - Diapositive
"Er gaat flink meer geld naar ontwikkelingslanden"
Slide 22 - Diapositive
Tips aan premier Rutte?
Wil je dat de regering ook weet wat jij vindt van hun plannen? Schrijf, teken of film jouw boodschap en stuur het vóór 5 maart naar saskia.rust@savethechildren.nl. We zullen (alle) inzendingen verzamelen en - samen met het regeerakkoord in kindertaal - aanbieden aan de regering. Zo laten we meteen zien hoe je kinderen kan laten meepraten over belangrijke politieke zaken. En uiteraard sturen we iedereen die meedoet na afloop een e-mail met een foto als bewijs!
Tips aan premier Rutte?
Slide 23 - Diapositive
Afsluiting
Afsluiting
Speel samen 30 seconds!
Verdeel de klas in twee groepen. Per groep omschrijft steeds één leerling zoveel mogelijk woorden op het kaartje. Zijn of haar groepje raadt. Gelukt? Snel door naar het volgende woord! Welke groep heeft nadat iedereen aan de beurt is geweest de meeste woorden omschreven?
Tip!
Je hoeft de woorden niet op volgorde te omschrijven. Je mag ook een woord kiezen die jou minder lastig lijkt! Onthouden jullie dan wel goed welke woorden al zijn geweest?