Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom klas 3T2
Telefoons aub in de telefoontas
Ga volgens de plattegrond zitten
Pak alvast je werkboek erbij.
Wacht tot dat de les begint
Slide 1 - Diapositive
Planning lessen
Ma 21 oktober) 2.6 Kopen op krediet
Do 24 oktober) Rekentrainer
Vr 25 oktober) Herhaling H1 + Quiz
Ma 4 november) Herhaling H2 + oefentoets
Do 7 november) Oefentoets bespreken+ vragen
Vr 8 november) Toets H1 en H2
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen ?
Terugblik vorige les
uitleg 2.6. Kopen op krediet
Vragen maken
afsluiting
Slide 3 - Diapositive
Terugblik vorige les
Wat is krediet ? Lening
waarom kost lenen geld ? Je moet meer terugbetalen dan je hebt geleend
Noem 1 nadeel en een voordeel van lenen ?
Wat is een termijn ?
Uit welke 2 delen bestaat het termijn uit ?
Wat is een persoonlijke lening ?
timer
10:00
Slide 4 - Diapositive
Wat is krediet ? Lening
Slide 5 - Diapositive
waarom kost lenen geld ?
Je moet meer terugbetalen dan je hebt geleend. Je betaalt hiervoor rente
Slide 6 - Diapositive
Noem 1 nadeel en een voordeel van lenen ?
Nadeel: Je moet meer terugbetalen dan dat je leent.
Voordeel: Je kunt het nu kopen / Producten worden vaak duurder door inflatie.
Slide 7 - Diapositive
Wat is een maandelijks termijn ?
Is een bedrag dat de lener maandelijks moet terugbetalen aan de geldverstrekker.
Slide 8 - Diapositive
Uit welke 2 delen bestaat het termijn uit ?
Aflossing en rente
Slide 9 - Diapositive
Wat is een persoonlijke lening ?
Is een consumptief krediet waarbij de looptijd en de rente vast staan.
Slide 10 - Diapositive
Kredietkosten berekenen
Formule:
(Termijnbedrag * aantal termijnen) - lening
timer
5:00
Slide 11 - Diapositive
Kredietkosten berekenen: Je leent € 15.000, met een termijnbedrag van € 380,93 per maand. Je betaalt de lening terug in 48 maanden. Hoeveel zijn je kredietkosten. Laat een berekening zien.
timer
10:00
Slide 12 - Question ouverte
Bereken de kredietkosten bij SNS bank
Slide 13 - Diapositive
Berekenen de kredietkosten voor de SNS
Kredietkosten =
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening
Kredietkosten =
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening
Slide 14 - Question ouverte
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat kopen op krediet is
Ik kan de verschillende vormen van krediet onderscheiden
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Koop op afbetaling
Een aankoop waarbij de koper het bedrag van de aankoop leent van de verkoper
Je betaalt achteraf in termijnen
Gebeurt vaak bij dure goederen
Een persoonlijke lening
Bij koop op afbetaling zijn er 2 vormen:
Door een doorlopend krediet
Door persoonlijke lening
Slide 17 - Diapositive
Doorlopende krediet
Een lening waarbij de lener tot een bepaald maximumbedrag (kredietlimiet) mag lenen.
Afspraken:
Je spreekt een kredietlimiet af (maximum wat je mag lenen)
Je mag bijlenen totdat je het maximum hebt bereikt
Je betaald in maandtermijnen (net zo lang totdat je je schuld hebt betaald)
De looptijd ligt niet vast
Banken, Winkels of kredietverstrekkers
Hoge effectieve rente (rente percentage wat je werkelijk betaalt + bijkomende kosten)
LET OP! Door per maand af te lossen krijg je kredietruimte.
Gevolg > mensen blijven vaak lang in de schulden
Slide 18 - Diapositive
Huurkoop
Een koop op afbetaling waarbij de koper pas eigenaar wordt als de lening helemaal is afgelost.
Een extra voorwaarde bij koop op afbetaling
bedrijven houden niet van wanbetalers
De verkoper kan het product terugvorderen als er niet op tijd wordt betaalt
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Leasing
De huur van (duurzame) goederen gedurende langere tijd.
Je leent niet
je betaalt geen aflossingen
Je betaalt een vergoeding voor onkosten, waarde vermindering en de kosten om het product te kopen
Je ziet het veel bij auto's, caravans, machines en paarden
Slide 21 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat kopen op krediet is
Ik kan de verschillende vormen van krediet onderscheiden
Slide 22 - Diapositive
Aan de slag
Wat ? Maak de vragen 1 t/m 11 blz 66
Hoe? in stilte
Tijd ? 10 minuten
Klaar ? nakijken.
Resultaat ? 1 t/m 5 klassikaal bespreken
timer
10:00
Slide 23 - Diapositive
Verder aan de slag ?
Wat ? Maak de vragen 1 t/m 11 af.
Hoe? In overleg met je buurman op fluistertoon. Ik loop lans voor vragen