Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Laatste les voor de toets
Woordsoorten oefenen
Voorbereiding voor de toets
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordsoorten oefenen
Voorbereiding voor de toets
Slide 1 - Diapositive
Woordsoorten
Werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, voegwoorden, persoonlijk/bezittelijk voornaamwoord*
Slide 2 - Diapositive
Het woord "een" noemen we een....
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Quiz
‘Ik’ is een persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord.
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 4 - Quiz
welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 5 - Quiz
Hij heeft haar fiets geleend.
Haar is een:
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 6 - Quiz
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 7 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit
Cola
drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)
Slide 9 - Quiz
Wat is geen voegwoord:
A
terwijl
B
omdat
C
toen
D
fiets
Slide 10 - Quiz
‘Uw’ is een persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord.
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen
hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Voorzetsel
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Quiz
Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?
A
Tijdens
B
voor
C
omdat
D
tussen
Slide 13 - Quiz
Zij zag hem op straat.
Zij en hem zijn:
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 14 - Quiz
Wat is een voegwoord?
Een voegwoord ...
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.
Slide 15 - Quiz
Zelfstandig werken
Slide 16 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
Octobre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten herhaling jaar 1
Mars 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
Décembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
Janvier 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
il y a 3 jours
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
Avril 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
il y a 3 jours
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1