Sportquiz les 2

Lichamelijke Opvoeding
Sportquiz les2

Test jezelf qua kennis over verschillende sporten
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Lichamelijke Opvoeding
Sportquiz les2

Test jezelf qua kennis over verschillende sporten

Slide 1 - Diapositive

Welke beweegactiviteiten heb jij tot nu toe al gedaan?

Slide 2 - Carte mentale

Op welke manier hou je de speer bij speerwerpen vast?

A
Met je hand als een vuist om de omwikkeling
B
Duim en wijsvinger achter de omwikkeling, de rest eromheen en pink voor
C
Met 3 vingers
D
Niet

Slide 3 - Quiz

Hoeveel stappen mocht je zetten tijdens het speerwerpen?

A
Uit stand of drie-pas
B
Eerst een sprintje
C
Twee-pas
D
Maakt niet uit

Slide 4 - Quiz

Welke van de onderstaande sporten is een individuele sport?
A
Volleybal
B
100 m. sprint (atletiek)
C
Zwemestafette
D
Waterpolo

Slide 5 - Quiz

Welke 4 onderdelen hebben we in periode 1 (buiten) behandeld?
A
Speerwerpen, hockey, tennis en korfbal
B
Korfbal, voetbal, hockey en badminton
C
Speerwerpen, voetbal, hockey en softbal
D
Voetbal, honkbal, rugby en hockey

Slide 6 - Quiz

Bij de koprol zijn de volgende tips belangrijk:
A
Kin op de borst, groot maken, rotatie maken
B
Kin op de borst, groot maken, geen rotatie maken
C
Kin op de borst, klein maken, rotatie maken en tot stand komen
D
Kin op de borst, klein maken, geen rotatie maken en tot stand komen

Slide 7 - Quiz

Wat is geen goede aanwijzing voor de handstand?
A
Ellebogen recht
B
Benen recht
C
Trek je navel naar binnen
D
Kin op je borst

Slide 8 - Quiz

Voor de bovenhandse techniek bij volleybal is het belangrijk dat je
A
een vierkantje maakt tussen duimen en wijsvingers
B
met jouw team in een ruit-opstelling gaat staan
C
een evenwijdige plank maakt van je onderarmen
D
een driehoekje maakt tussen duimen en wijsvingers

Slide 9 - Quiz

Wat is NIET toegestaan bij uni-hockey?
A
De bal aannemen met je voet
B
De bal achter het doel langs spelen
C
De stick tussen de benen van de ander plaatsen
D
De bal via de boarding spelen

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de pass over korte afstand bij hockey?
A
De bully
B
De push
C
De crosspass
D
De stootslag

Slide 11 - Quiz

Om het hardlopen lang te kunnen volhouden kun je het beste:
A
Alles geven in het begin en zien hoelang je het volhoudt
B
In een gelijkmatig (constant) tempo blijven lopen
C
De avond ervoor een grote bord spaghetti eten
D
Tempo-stukjes afwisselen met rustige stukjes

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt Epke Zonderland ook wel genoemd?
A
De arts
B
The flying dutchman
C
De nuchtere Fries
D
The dutchman on wings

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Wat is het verschil tussen een radslag en een arabier?
A
Bij een arabier zet je met 1 voet af, bij een radslag met 2
B
Bij een radslag zet je met 1 voet af, bij een arabier met 2
C
Bij een arabier is de landing met 2 voeten tegelijk, bij de radslag voet voor voet
D
Bij een radslag is de landing met 2 voeten tegelijk, en bij de arabier voet voor voet

Slide 16 - Quiz

Hoe heet de nieuwe spits van Feyenoord?
A
Lucas Pratto
B
Luca Patta
C
Luuk de Jong
D
Lucas Patton

Slide 17 - Quiz

Wa
Wat is second dribble bij basketbal?
A
Dribbelen met 1 hand en steeds afwisselen met je andere hand
B
Dribbelen met je "verkeerde" hand
C
Dribbelen, stoppen en de bal vasthouden en weer starten met dribbelen
D
Dribbelen met een 2-pas

Slide 18 - Quiz

Wanneer zet je een lay-up in?
A
Op het moment dat je ruimte naar de basket hebt
B
Als de verdediger voor je staat
C
Op het moment dat je medespeler vrij staat
D
Na het geven van een bouncepass

Slide 19 - Quiz

Welke bewering over de volleybalregels is NIET waar?
A
De bal mag het net raken
B
Een team mag maximaal 3x balcontact achter elkaar hebben
C
Een speler mag het net raken
D
Een speler mag niet direct blokkeren wanneer iemand opslaat

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive