Meten en meetkunde; lengtematen

Startrekenen 1F
meten en meetkunde
 Lengte en oppervlakte
 Lengtematen
METEN EN MEETKUNDE
Metriek stelsel
Lengtematen
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Startrekenen 1F
meten en meetkunde
 Lengte en oppervlakte
 Lengtematen
METEN EN MEETKUNDE
Metriek stelsel
Lengtematen

Slide 1 - Diapositive

Met welke eenheid meet je?
De grootheid LENGTE kent verschillende eenheden.  Welke eenheden ken jij zoal?

Slide 2 - Diapositive

Eenheden van lengte

Slide 3 - Carte mentale

Lengte 
De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is
Soms hebben ze het ook wel over afstand.

Bijvoorbeeld:
  • De Lengte van de woonkamer is 7 meter. 
  • De afstand tussen Oosterhout is 5 km.
Voorbeelden: 
Een teennagel is bijna 1 mm dik
De lengte van het lokaal is 7 meter.
De afstand naar Almelo is 15 km.
De lengte geeft aan hoe lang
een figuur of voorwerp is.
Met lengte kan ook afstand worden bedoeld.

Slide 4 - Diapositive

Ezelsbruggetje
lengtematen

Slide 5 - Diapositive

METRIEK STELSEL
EENHEDEN van de grootheid LENGTE

Slide 6 - Diapositive

millimeter     en     centimeter
Centimeter
&
millimeter
1 cm
=
10 mm
centi = 1/100
milli  = 1/1000

Slide 7 - Diapositive

meter
meter
decimeter  centimeter

Slide 8 - Diapositive

Millimeter (mm)

Slide 9 - Diapositive

Sleep de eenheden van lengte
van groot (links)
naar klein (rechts)
hm
km
dam
m
dm
cm
mm

Slide 10 - Question de remorquage


Welke
eenheid?
A
decameter
B
decimeter
C
centimeter
D
millimeter

Slide 11 - Quiz


Welke eenheid?
De punt van een potlood is 1 . . .
A
decameter
B
decimeter
C
centimeter
D
millimeter

Slide 12 - Quiz


Onze tuin is 15 meter diep.
Welke betekenis?
A
De inhoud van de tuin.
B
De lengte van de tuin.
C
De oppervlakte van de tuin.
D
De omtrek van de tuin.

Slide 13 - Quiz


Welke lengte?
A
0,1 cm
B
0,01 m
C
0,01 dm
D
1,0 mm

Slide 14 - Quiz


De hoogte van een deur is  . . .
Welke hoogte?
A
20 decimeter
B
2.000 centimeter
C
20 decameter
D
0,2 meter

Slide 15 - Quiz


De hoogte   van een boom is   1.500   . . .
A
m
B
dm
C
cm
D
mm

Slide 16 - Quiz


Welke lengtemaat?
A
kilometer
B
hectometer
C
decameter
D
meter

Slide 17 - Quiz


Welke eenheid? 
Voor de Nijmeegse 4-daagse kan men
kiezen uit de wandelafstanden 30, 40 of 50  . . .
A
decameter
B
kilometer
C
hectometer
D
decimeter

Slide 18 - Quiz


De hoogte van een deur is  . . .
Welke hoogte?
A
20 decimeter
B
2.000 centimeter
C
20 decameter
D
0,2 meter

Slide 19 - Quiz

De hoogte van een bureau
is ongeveer 70 . . .
A
dam
B
dm
C
cm
D
mm

Slide 20 - Quiz


Welke
lengte?
A
± 5 m
B
± 50 dm
C
± 500 cm
D
± 5.000 mm

Slide 21 - Quiz


Welke eenheid?
Het meisje is 155  . . .

Slide 22 - Question ouverte


Welke eenheid?
De afstand Meppel-Dronten ≈ 55 . . .

Slide 23 - Question ouverte


De lengte van een voetbalveld
is ongeveer 1 . . .

Slide 24 - Question ouverte


Een hectometerpaaltje
staat om de . . . meter.

Slide 25 - Question ouverte


Hecto betekent  . . .
A
1000
B
100
C
10
D
1

Slide 26 - Quiz


Het voorvoegsel deci betekent  . . .
A
100
B
10
C
1/10
D
1/100

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

2 m + 40 cm = . . . cm

Slide 29 - Question ouverte

3 m + 4 dm = . . . dm

Slide 30 - Question ouverte

400 cm + 20 dm = . . . m

Slide 31 - Question ouverte

3 km + 70 m = . . . meter

Slide 32 - Question ouverte


Noem alle lengtematen
in de volgorde van km naar mm.

Slide 33 - Question ouverte

Hoeveel cm is 8 meter ?
(8 m = . . . cm)
A
800 m
B
80 m
C
0,8 m
D
0,08 m

Slide 34 - Quiz

Hoeveel meter is 38 dam?
(38 dam = . . . m)
A
3800 m
B
380 m
C
0,38 m
D
0,038 m

Slide 35 - Quiz

Hoeveel dm is 0,33 dam?
A
0,033 cm
B
0,0033 cm
C
33 cm
D
330 cm

Slide 36 - Quiz


900 dm =  . . . dam
A
900
B
9
C
90
D
0,9

Slide 37 - Quiz


0,14 km =   . . . m
A
140
B
0,14
C
14
D
1,4

Slide 38 - Quiz

1 cm is hetzelfde als
1 cm is gelijk aan  . . .
A
100 mm
B
0,1 dm
C
0,001 m
D
0,10 mm

Slide 39 - Quiz




30 cm + 70 dm = . . . m
METEN = WETEN
A
1
B
7,3
C
73
D
100

Slide 40 - Quiz


Hoeveel meter
is een vrachtwagen van 346 cm
te hoog?
A
36 m
B
3,6 m
C
0,36 m
D
0,036 m

Slide 41 - Quiz

Sleep de eenheden
op de juiste plek
Lengte volwassene ≈  180   ...

Deurhoogte ≈  2.000   ...

Lengte voetbalveld ≈  1   ....

Hoogte Utrechtse Domtoren =  112   ...

Breedte wedstrijdzwembad =  2,5   ...

Hoogte verdieping gebouw ≈  30   ...
dm
cm
hm
dam
mm
m

Slide 42 - Question de remorquage

De grootste lengtemaat is . . .
(1.000.000.000.000.000.000.000 km)
gigameter
terameter
petameter
lichtjaar
exameter
zettameter
yottameter

Slide 43 - Sondage

Hoe ga jij je voorbereiden
op de toets?
niet
Één dag van te voren flink oefenen.
Regelmatig oefenen.
De online oefentoets maken.
Bijlessen volgen.
Huiswerk goed maken en leren van mijn fouten.

Slide 44 - Sondage

KM
HM
DAM
M
DM
CM
MM

Slide 45 - Question de remorquage

Welke lengtemaat is groter?
A
6 dm
B
87 cm

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Diapositive