Beroepsproduct 1

Was machen wir heute?

• Lernziele des Unterrichts;
• Wörter besprechen;
• Leseübung machen;
• Wörterspiel machen;
• Checkaufgaben machen;
• Hausaufgaben;
• Ende der Klasse;

Lernziele des Unterrichts

Aan het einde van de les:

• Benoem je 3 woorden die te maken hebben met vakantie/natuur;
• Benoem je 2 weerwoorden;
• Heb je een tekst gelezen en met leesvaardigheid geoefend;

Wörter besprechen (1)

het weer

Natuur/vakantie

der Wald -> ?

der See -> ?

die Insel -> ?

die Umgebung -> ?

das Meer -> ?

der Strand -> ?

die Sonne -> ?

das Gewitter -> ?

es regnet -> ?

es weht -> ?

Wörter besprechen (2)

het weer

Natuur/vakantie

der Wald -> het bos

der See -> het meer

die Insel -> het eiland

die Umgebung -> de omgeving

das Meer -> de zee

der Strand -> het strand

die Sonne -> de zon

das Gewitter -> het onweer

es regnet -> het regent

es weht -> het waait

Leseübung (1)

Was? -> Je gaat als eerste de dikgedrukte woorden vertalen die in het vakantiekaartje staan

Wie? -> Kijk eerste welke je weet, gebruik dan daarna je boek

Fertig? -> Controleer de antwoorden met je boek op blz. 44/45

Wielange? -> 5 Minuten

Controle? -> We bespreken de antwoorden ook nog klassikaal

Leseübung (2)

Was? -> Je maakt de vragen die bij het vakantiekaartje horen

Wie? -> in 2-tallen of alleen (alleen bij alleen werken een oortje)

Fertig? -> Maken in je boek opdr. 3, 7 en 8 (blz. 16/18)

Wielange? -> 10 Minuten

Controle? -> We bespreken lezen het kaartje klassikaal en bespreken dan antwoorden.

Wörterspiel machen

In het kort:

• 2 teams -> jongens tegen meiden?
• Doos met eierwekker (ongeveer 5 min)
• Goed geantwoord (doos doorgeven), fout geantwoord (nieuwe vraag) -> mag ook pas zeggen, maar dan een nieuw woord

Ronde 1 -> DUI - NL

Ronde 2 -> NL - DUI

Benoem 3 woorden van de paraplu "natuur/vakantie" in het Duits

Benoem 2 woorden van de paraplu "het weer" in het Duits

Vertaal het woord naar het Nederlands
Das Meer

Vertaal het woord naar het Duits
de zon

Vertaal het woord naar het Nederlands
es weht

Vertaal het woord naar het Duits
het bos

Hausaufgaben

Was? --> Maken opdr. 3, 7 en 8 uit je boek (blz. 16/18)

Wenn? --> Montag 26. Juni

Was brauchst du? -> Je mag de woordenlijst op blz. 44/45 gebruiken

Leer ook de woordjes die we vandaag hebben geleerd in Quizlet of in je boek

Ende der Klasse

Leerdoelen behaald?

Vragen?

• Heb je de opdrachten in je boek gemaakt en bespreken we die;
• Gaan we verder met de 2 paraplu's "natuur/vakantie" & "weer" -> we gaan deze woorden herhalen + leren nieuwe woorden