Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
NASK | Water | Mengsels & zuivere stoffen
Vandaag:
Je gaat thuis een onderzoekje doen
Slide 1 - Diapositive
Welk fictief karakter zou jij tot leven willen brengen?
Slide 2 - Question ouverte
Hoe heten de zes verschillende faseovergangen?
Slide 3 - Question ouverte
Bij de fase-overgang rijpen gaat water van ...
rijp
A
vast naar vloeibaar
B
gas naar vast
C
vloeibaar naar vast
Slide 4 - Quiz
Noem twee soorten vloeibaar water (druppeltjes) die in de lucht zweven
Slide 5 - Question ouverte
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Wat ga je vandaag leren?
Je leert het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel
Je maakt drie soorten mengsels met water, leert hoe die heten en onderzoekt hun eigenschappen
Aan het eind van de les weet je wat een oplossing, suspensie en emulsie zijn en wat ze voor eigenschappen hebben
Slide 6 - Diapositive
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Stoffen
Alle stoffen zijn onder te verdelen in zuivere stoffen en mengsels.
Zuivere stoffen
Mengsels
Dit is een stof die maar uit 1 soort deeltjes bestaat.
Een mengsel is een stof die bestaat uit twee of meer verschillende zuivere stoffen - dus ook twee of meer verschillende soorten deeltjes.
Slide 7 - Diapositive
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Stoffen
Zuivere stoffen
Mengsels
Goud is een voorbeeld van een zuivere stof. Goud bestaat namelijk uit alleen goud.
In limonade is mengsel er zitten bijvoorbeeld water, suiker, kleurstof en smaakstof.
Bij de Nederlandsche Bank in Amsterdam ligt veel goud. 15 duizend van deze staven.
Dat is veel waard: zes miljard (6 000 000 000) euro.
Het wordt goed bewaakt :)
Recept Limonade
1 Breng 150 ml water aan de kook met de suiker, de citroenschillen en de takjes citroengras. Laat afkoelen.
2 Giet door een zeef en meng de siroop met het sap van de citroenen en 850 ml koud water (mineraalwater of spuitwater). Bewaar in een afgesloten fles in de koelkast tot gebruik.
Slide 8 - Diapositive
Als je ijsblokjes en water bij elkaar doet heb je ...
A
een mengsel
B
limonade
C
een zuivere stof
D
twee zuivere stoffen
Slide 9 - Quiz
Alcohol is een zuivere stof en water is een zuivere stof. Als je ze bij elkaar doet krijg je ...
A
een mengsel
B
NIX18
C
een zuivere stof
D
goud
Slide 10 - Quiz
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Onderzoeksvraag
We willen weten wat voor soort mengsels er ontstaan en onderzoeken wat hun eigenschappen zijn als we een glas water mengen met:
een oplosbare stof (suiker)
een niet-oplosbare vaste stof (meel)
een niet-oplosbare vloeistof (olie)
We gaan deze een-voor-een onderzoeken en aan het einde conclusies trekken
Slide 11 - Diapositive
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Onderzoeksvraag
We wilden weten wat voor soort mengsels er zouden ontstaan.
Slide 12 - Diapositive
Hypothese
wat denk je straks waar te nemen als je een lepel suiker in een glas koud water doet zonder te roeren?
Slide 13 - Question ouverte
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Benodigdheden
Veiligheidsvoorschrift: Werk in de keuken of op een stevige tafel. Zet je laptop niet dichtbij de glazen water. Houd een handdoek bij de hand.
Zet het volgende klaar:
3x een glas koud water
2x een eetlepel
meel (bijvoorbeeld bloem, bakmeel of broodmix)
suiker
olie (bijvoorbeeld slaolie of olijfolie)
afwasmiddel
pen & papier om je resultaten op te schrijven
je telefoon om foto's te maken
en een handdoek
Slide 14 - Diapositive
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Methode
Pak het glas water
Doe er een grote schep suiker in zonder te roeren
Observeer wat er gebeurt (maak aantekeningen)
Roer goed, totdat de suiker opgelost is.
Observeer wat je ziet, beschrijf ook of de vloeistof helder of troebel is.
Maak hiervan een foto.
Laat het glas gewoon staan - dan kun je straks vergelijken.
Zet het kopje "Resultaten" op je papier, en beschrijf daaronder je resultaten.
Slide 15 - Diapositive
Foto: suiker + water
Slide 16 - Question ouverte
Hypothese
wat denk je straks waar te nemen als je een lepel meel in een glas koud water doet zonder te roeren?
Slide 17 - Question ouverte
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Methode
Pak het glas water
Strooi er een beetje (ongeveer een eetlepel) meel in
Observeer wat er gebeurt (maak aantekeningen)
Roer goed, minstens tien tellen
Maak een foto.
Beschrijf wat je ziet, en is de vloeistof helder of troebel?
Het glas moet nu blijven staan
Beschrijf je resultaten in je schrift
Houd een paar regels ruimte over voor later. (hint: laat je glas rustig staan. Er verandert dan iets ... kun je raden wat?? ... straks zul je het zien)
Slide 18 - Diapositive
Foto: meel + water
Slide 19 - Question ouverte
Hypothese
wat denk je straks waar te nemen als je een lepel olie in een glas koud water doet zonder te roeren?
Slide 20 - Question ouverte
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Methode
Pak het laatste glas water en een schone lepel.
Doe er een scheutje olie in, ongeveer een eetlepel en roer zo goed als je kunt.
Maak (snel) een foto.
Beschrijf op papier wat je hebt geobserveerd.
Doe een paar druppeltjes afwasmiddel erbij, en roer nog een keer
Observeer wat je ziet, schrijf weer op. Benoem of de vloeistof helder is of troebel.
Maak ook hiervan een foto.
Schrijf je resultaten op (op het vel papier).
Slide 21 - Diapositive
Foto: olie + water
Slide 22 - Question ouverte
Foto: olie + water + zeep
Slide 23 - Question ouverte
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Methode
Kijk nog eens naar je tweede mengsel van water en bloem.
Beschrijf wat er is veranderd.
Maak ook hiervan een foto
Slide 24 - Diapositive
Foto: meel + water (na een tijdje)
Slide 25 - Question ouverte
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Conclusie
De mengsels heten:
oplossing (suiker in water)
suspensie (meel in water)
emulsie (olie, zeep, water)
Slide 26 - Diapositive
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Oplossing
Kenmerken van een oplossing ...
het is een vloeistof met daarin opgelost een vaste stof of een gas of een vloeistof
is helder, je kunt er door heen kijken
kan kleur hebben of kleurloos zijn
het oplosmiddel is altijd een vloeistof
Voorbeelden:
Suiker met water
water met zout (vaste stof),
bruisend water (gas, namelijk koolzuurgas opgelost in water)
en water met alcohol (vloeistof).
Als een stof oplost, vormt die hele kleine deeltjes (moleculen) in het water. Het zijn zulke kleine deeltjes dat de vloeistof helder blijft.
Slide 27 - Diapositive
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Suspensie
Kenmerken van een suspensie
fijn verdeelde vaste stof, zwevend in het oplosmiddel
die na een tijdje bezinkt (naar de bodem zakt)
het oplosmiddel is een vloeistof
altijd troebel, je kunt er niet door heen kijken
Voorbeelden:
Meel en water
Zand en water
Verf (kleurstof met olie)
De vaste stof van een suspensie blijft in bolletjes bij elkaar zitten, die zijn veel groter dan de minieme deeltjes in een oplossing. Door de relatief grote bolletjes wordt het mengsel troebel.
Slide 28 - Diapositive
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Emulsie
Kenmerken van een emulsie:
emulsie is een mengsel van fijnverdeelde vloeistoffen, altijd troebel
een emulgator is nodig om de emulsie (voor eventjes) goed laten mengen
Het afwasmiddel was in het experiment een emulgator.
Voorbeelden:
Olie en water (emulgator: zeep)
Olie en azijn (emulgator: eigeel) -> dit is mayonaise
Je hebt gezien dat alleen olie niet wil mengen met water. Ook niet na goed roeren, al snel heb je weer een laag olie bovenop en water onderop. Als je zeep of afwasmiddel toevoegt, bindt die zich aan het vet, en die combinatie wil wel mengen met water.
Slide 29 - Diapositive
NASK | Water | Mengsels en zuivere stoffen
Test jezelf ...
Je krijgt 6 korte vragen om de les af te ronden.
Slide 30 - Diapositive
Troebel of helder?
Slepen maar ...
Troebel
Helder
Suspensie
Emulsie
Oplossing
Slide 31 - Question de remorquage
Welke bevat een emulgator?
A
verf
B
Red Bull
C
mayonaise
D
cappuccino
Slide 32 - Quiz
Na een tijdje bezinkt een deel van de vaste stofdeeltjes ... dan heb je
A
een suspensie
B
een emulsie
C
een zuivere stof
D
genoeg geleerd voor deze les
Slide 33 - Quiz
Heb je liever theorieles of practicum en waarom?
Slide 34 - Question ouverte
Op welke vraag over mengsels wil je de volgende les graag antwoord?