Les klas 1 hv - ch3 bron A (B)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour!

lundi le 18 mars 2024

Aujourd'hui

- Les différents scolaires

- Voca bron A & les phrases

- Faites bron A

- Kahoot

- Les devoirs

Aujourd'hui

- Les différents scolaires

- Voca bron A & les phrases

- Faites bron B

- Kahoot

- Les devoirs

sympa

l'école

l'élève

pourquoi

les maths

le portable

tomber

le dessin

de tekening

waarom

de mobiele telefoon

aardig

wiskunde

de school

vallen

de leerling

le cours

l'école

l'élève

après

les maths

la cantine

partir

la matière

het schoolvak

na, daarna

de kantine

de les

wiskunde

de school

weggaan

de leerling

Tu préfères quoi?

Tu préfères quoi?

Tu préfères quoi?

Tu préfères quoi?

Les phrases

Tu es en quelle classe?
- Je suis en cinquième.
* Tu as quelle matières le mardi?
- Le mardi, j'ai histoire et anglais.

Maak ontkennend:
Je suis en cinquième.

Zeg het in de 'wij-vorm'
- Le mardi, j'ai histoire et anglais.

dingen die anders zijn op Franse scholen

Zoek op internet verschillen in het schoolsysteem

Noem een paar verschillen tussen het Nederlandse en het Franse schoolsysteem

1. Franse kleuters gaan een jaar eerder naar school dan Nederlandse kinderen. Dat betekent dat ze al met 3 jaar zindelijk moeten zijn. Wel doen ze nog een middagslaapje (la sieste) tijdens hun eerste jaar op school, in een slaapzaal.

2. Vrijwel alle Franse scholen hebben een eigen schoolkantine waar leerlingen een warme viergangenlunch krijgen.

3. In Frankrijk krijgen kinderen op veel jongere leeftijd al huiswerk, vaak zelfs al op de basisschool (école primaire). Daar zijn ze dan al dagelijks gemiddeld 15-20 minuten mee bezig.

4. Schooldagen duren langer in Frankrijk: vaak tot 16.30 uur en met naschoolse opvang of huiswerkles zelfs tot 18.00 uur. Wel is woensdag een vrije of kortere dag en hebben Franse kinderen vaker en langer vakantie.

5. De Franse zomervakantie duurt 2 maanden. Ook zijn er in Frankrijk meer korte schoolvakanties tussendoor: elke 6-7 weken hebben Franse scholieren steeds 2 weken vrij.

6. Al vanaf de basisschool krijgen Franse leerlingen lange en gedetailleerde lijsten met schoolspullen (fournitures) om te kopen. Alles nauwkeurig omschreven, tot aan het aantal millimeters van de ruitjes (geen lijntjes!) in de schriften toe. De schooltassen van jonge Franse scholieren zijn ook opvallend zwaar (en je ziet om die reden zelfs schooltassen met wieltjes!).

7. Even wennen voor Nederlandse kinderen (van 10+) die in Frankrijk komen wonen: cijfers zijn er niet op de schaal van 1-10 maar van 0-20. En die 0 of 1 kun je echt krijgen… de 20 is veel lastiger!

Nederland

groep 8

eerste klas

tweede klas

derde klas

vierde klas

vijfde klas

zesde klas

Frankrijk

sixième

cinquième

quatrième

troisième

seconde

première

terminale (laatste)

Collège

Lycée

Onderbouw

Bovenbouw

Instruction

• Quoi? Maak Introduction  2bc t/m 3 page 100
• Hoe? Individueel of in tweetallen
• Hulp? Klasgenoot of docent
• Tijd? Resterende tijd van de les


• Uitkomst? Je raakt bekend met het thema school
• Klaar? Ga verder met leren van bron A à la page 130

Instruction

• Quoi? Leren B page 130 & maak bron B  9, 10abc & 11 à la page 106
• Hoe? Individueel of in tweetallen
• Hulp? Klasgenoot of docent
• Tijd? Resterende tijd van de les


• Uitkomst? Je raakt bekend met het thema school
• Klaar? Ga verder met leren van bron C à la page 132

create.kahoot.it

Au travail! 

* Faites les exercices 9, 10abc, 11 & 12 à la page 106

* Apprenez voca bron A & B à la page 128

Au travail! 

Bron A à la page 102: 4, 5, 6 & 7

sympa -

l'école -

l'élève -

pourquoi -

les maths -

le portable -

tomber -

le dessin -

le cours -

l'école -

l'élève -

après -

les maths -

la cantine -

partir -

la matière -

Les devoirs

Faites bron A les exercices 4, 5, 6, & 7 

à la page 102

Apprenez voca A & B à la page 130

Et apprenez les phrases:

* Tu es en quelle classe?

- Je suis en cinquième.

* Tu as quelle matières le mardi?

- Le mardi, j'ai histoire et anglais.

Quoi?

les activités:

- se promener

- visiter les musées

- faire du shopping

- rencontrer des amis

- prendre des photos

- envoyer des cartes postales

- participer à une excursion

- vistiter des monuments

- acheter des souvenirs

La suite des actions:

d'abord

puis

ensuite

enfin

finalement

le matin / l'après-midi / le soir

Comment?      

La méteo:

Il faisait beau / mauvais

Il faisait chaud / froid

Il faisait du soleil / il pleuvait

L' ambiance - les sentiments:

C'était ...

- génial                      - nul

- extraordinaire       - ennuyeux

- fantastique            - dèsagréable

- inoubliable