Les 2: H2.4 Aantoningsreacties

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Deze les 
  • Voorkennis
  • Uitleg aantoningsreacties
  • Klassikaal oefenopdrachten
  • Eigen werk 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 
Je leert welke verbrandingsproducten ontstaan bij de verbranding van C, H en S

Je leert met welk reagens je deze verbrandings-producten aantoont

Slide 3 - Diapositive

! Verbrandingsreactie !
! Een chemische reactie met zuurstof waarbij warmte vrijkomt. !

Slide 4 - Diapositive

! Verbrandingsproducten !
! Bij een verbranding reageren alle atomen van de brandstof met zuurstof. Hierbij ontstaan verschillende soorten oxides

Slide 5 - Diapositive

! Verbrandingsproducten !
! Oxides: moleculen die bestaan uit zuurstof atomen en één andere atoomsoort !

Slide 6 - Diapositive

Verbrandingsproducten (oxides)
Als er maar één atoomsoort in de brandstof zit, ontstaat er maar één oxide
bijvoorbeeld: magnesium(s) + zuurstof (g) --> magnesiumoxide(s)
Even oefenen:
koper(s) + zuurstof(g) --> .....................oxide(s)
ijzer(s) + zuurstof(g) --> .........................oxide (s)
koolstof(s) + zuurstof(g) --> .........................oxide (g) óf .............................oxide(g)
waterstof(g) + zuurstof (g) --> .........................................(l)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Oxides!
atoomsoort in brandstof
oxide
aantonen met
waarneming
C (volledige verbranding)
CO2
C (onvolledige verbranding)
CO
               X
                 X
H
H2O
S
SO2
Neem deze tabel over in je schrift

Slide 9 - Diapositive

Welke verbrandingsproducten ontstaan bij de volledige verbranding van suiker?
C12H22O11
A
CO2
B
H2O
C
CO2,H2O
D
CO2,H2O,O2

Slide 10 - Quiz

Geef de kloppende reactievergelijking voor de volledige verbranding van suiker ( C12H22O11 ).
Fasen mag je weglaten.

Slide 11 - Question ouverte

Hoe toon je verbrandingsproducten aan?

Slide 12 - Diapositive

Hoe toon je verbrandingsproducten aan?
Verbrandingsproducten zijn gasvormig.
Om te onderzoeken welk gas ontstaat, kun je het door een gaswasfles leiden
In de gaswasfles doe je dan een reagens
  koolstof

Slide 13 - Diapositive

Gaswasfles
Neem deze tekening over in je schrift en geef aan hoe het gas door de gaswasfles stroomt

(zie je dat het gas door de vloeistof borrelt? het wordt dus "gewassen")

Slide 14 - Diapositive

Reagens
Een reagens is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen. Het reagens reageert met die stof en geeft dan een kenmerkende kleurverandering.


Slide 15 - Diapositive

Eisen reagens
1. selectief: het reagens toont slechts één stof aan

2. gevoelig: het reagens toont al een heel klein beetje stof aan

Slide 16 - Diapositive

vul deze tabel in tijdens het kijken:
atoomsoort in brandstof
oxide
aantonen met
waarneming
C (volledige verbranding)
CO2
C (onvolledige verbranding)
CO
C(s)
               X
                 X
H
H2O
S
SO2

Slide 17 - Diapositive

Aantoningsreactie van water

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Aantoningsreactie van CO2

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Demo: verbranding van koolstof

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Demo aantoningsreactie van SO2

Slide 24 - Diapositive

Demo aantoningsreactie van SO2

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Controleer
atoomsoort in brandstof
oxide
aantonen met
waarneming
C (volledige verbranding)
CO2
kalkwater
wordt wit en troebel
C (onvolledige verbranding)
CO
C(s)
               X
koud voorwerp
                 X
wordt zwart
H
H2O
wit kopersulfaat
wordt blauw
S
SO2
geel joodwater
wordt kleurloos

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelencheck

Slide 28 - Diapositive

Aan aardgas wordt de geurstof tetrahydrothiofeen (C4H8S) toegevoegd.
Geef de kloppende reactievergelijking van de volledige verbranding van tetrahydrothiofeen.

Slide 29 - Question ouverte

Hoe noemen we verbrandingsproducten?
A
Verbrande stoffen
B
Oxides
C
Sulfide
D
Koolstofdioxide en koolstofmonoxide

Slide 30 - Quiz

Welke oxide ontstaat bij de verbranding van koper?
A
CUO
B
KO
C
Cu
D
CuO

Slide 31 - Quiz

Hoe toon je zuurstof(g) aan?
A
gloeiende houtspaander zorgt voor een knalletje
B
gloeiende houtspaander gaat feller branden
C
vlammetje erbij zorgt voor een knalletje
D
je kunt het aansteken, er ontstaat een vlammetje

Slide 32 - Quiz

Wat toon je aan met deze reagentia?
Kopersulfaat
Kalkwater
Joodoplossing
Water
Zwaveldioxide
Koolstofdioxide
Heldere oplossing kleurt troebel wit
gele oplossing wordt kleurloos
witte vaste stof wordt blauw

Slide 33 - Question de remorquage

VOLLEDIGE VERBRANDING
ONVOLLEDIGE VERBRANDING
blauwe vlam
gele vlam
voldoende zuurstof
onvoldoende zuurstof
giftige gassen
heetste vlam
koolstof mono-oxide
koolstof- dioxide
roet

Slide 34 - Question de remorquage

Waarmee kan je de onderstaande stoffen aantonen?
Een gloeiend houtje vlamt erin op.
Wit kopersulfaat
Kalkwater
Aansteken, je hoort een 'blafje'
Joodwater
Waterstof
Water
Zuurstof
Koolstofdioxide
Zwaveldioxide

Slide 35 - Question de remorquage

Eigen werk 
Ga naar de online methode of werk in je schrift 
Maken: H2.4 opgave 1, 3, 9, 12
Leer: tabel 3

Slide 36 - Diapositive

exit ticket

Slide 37 - Diapositive

Ik weet welke verbrandingsproducten ontstaan bij de volledige verbranding van C, H en S
afsluiting
A
ja, geen probleem
B
dat moet ik even opzoeken
C
nu wel, maar dat ben ik morgen weer vergeten. Ik moet het nog leren
D
ik weet niet wat verbrandingsproducten zijn

Slide 38 - Quiz

Ik weet wat bedoeld wordt met een selectief en gevoelig reagens
A
ja, dat kan ik uitleggen en ik kan een voorbeeld geven
B
ik kan een voorbeeld geven van een reagens, maar weet niet wat gevoelig en selectief is
C
ik kan uitleggen wat een reagens is, maar niet wat gevoelig en selectief is
D
nee, ik heb dit niet begrepen

Slide 39 - Quiz

Ik weet welke stoffen je aantoont met kalkwater, wit kopersulfaat en een joodoplossing
A
ja, ik weet van elk reagens welke stof je aantoont en welke waarneming je dan doet
B
ik weet van elk reagens welke stof je aantoont, maar nog niet welke waarneming je dan doet
C
ik weet van elk reagens welke waarneming je doet, maar nog niet welke stof je dan aantoont
D
nee, ik weet nog niet welke stof je met elk reagens aantoont en ook niet welke waarneming je dan doet

Slide 40 - Quiz

Heb je nog een vraag over deze les? Stel hem hier:

Slide 41 - Question ouverte

Welke elementen zitten in aardgas?

Je gaat zo kijken naar een proef.
Door aan te tonen welke verbrandingsproducten ontstaan, kun je beredeneren welke elementen in de brandstof aanwezig moeten zijn 

Slide 42 - Diapositive

1

Slide 43 - Vidéo

Waarom moet de buis met wit kopersulfaat worden gekoeld in een bekerglas met koud water?

Slide 44 - Question ouverte

2

Slide 45 - Vidéo

Het witte kopersulfaat is blauw geworden. Welke stof ontstaat dus bij de verbranding van aardgas?
A
H
B
CO2
C
C
D
H20

Slide 46 - Quiz

Het kalkwater is wit en troebel geworden. Welke stof ontstaat er bij de verbranding van aardgas?
A
C
B
CO
C
CO2
D
SO2

Slide 47 - Quiz

Beredeneer welke atoomsoorten aanwezig moeten zijn in aardgas. Laat zien hoe je aan het antwoord komt.

Slide 48 - Question ouverte

Demo: verbranding van zwavel.
In de wasfles zit een joodoplossing.
Welke verandering heb je waargenomen in de wasfles en
welke stof toon je met de joodoplossing aan.
A
De geel-bruine joodoplossing wordt kleurloos, je toont zwavel aan.
B
De geel-bruine joodoplossing wordt kleurloos, je toont zwaveldioxide aan
C
De kleurloze joodoplossing wordt geel-bruin, je toont zuurstof aan
D
De kleurloze joodoplossing wordt troebel, je toont koolstofdioxide aan.

Slide 49 - Quiz

Het witte kopersulfaat is blauw geworden. Welke stof ontstaat dus bij de verbranding van aardgas?
A
H
B
H2O
C
C
D
CO2

Slide 50 - Quiz

Kalkwater is wit en troebel geworden. Welke stof is ontstaan bij de verbranding van aardgas?
A
C
B
CO
C
CO2
D
SO2

Slide 51 - Quiz

Waarom moet de buis met wit kopersulfaat worden gekoeld in een bekerglas met koud water?

Slide 52 - Question ouverte