H11.3 Oppervlakte

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

H11. 3 Oppervlakte

doel van de les

• ik weet dat de eenheid die bij oppervlakte hoort vierkante meter is en ik schrijf dat zo: m2
  
• ik weet hoe ik de oppervlakte bereken
  

vorige les

waar ging de vorige les ook al weer over?

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?

1. Omtrek
2. Oppervlakte

Wat is de
omtrek?

1. 25 cm
2. 10 cm
3. 15 cm
4. 20 cm

Wat is de omtrek van dit figuur?

1. 11 m
2. 19 m
3. 20 m
4. 22 m

Oppervlakte

Wat is de oppervlakte?

• Je geeft aan hoe groot iets is
• Lengte x Breedte

Opp = lengte x breedte!

De lengte = van boven naar beneden.

Van top tot teen.

De breedte = van de ene zijkant naar de andere zijkant.

Van de ene hand naar de andere hand.

Wat is de
oppervlakte
van deze kamer?

1. 10 m²
2. 16 m²
3. 20 m²
4. 15 m²

Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

Wat
is de
oppervlakte?

1. 35
2. 300
3. 60
4. 70

Wat is de oppervlakte van de hele verdieping?

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

Zelfstandig werken:

Maak blz. 157 t/m 166 uit je boek 

Ook de "Door elkaar"

Klaarwerk:

Studiemeter: Startrekenen online - oefeningen h11

Rekenen.nl