30 november

• NT2
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2-4

WELKOM!

woensdag 30 november 2022

Vandaag:

1. technisch lezen
2. spreken
3. Nieuwsbegrip
4. TaalCompleet
5. Jeugdjournaal
6. LOB 

Technisch lezen:

Doel: sneller lezen

Hoe? 

Lees hardop uit je boek.

Moeilijke woorden -> vraag hoe je ze uitspreekt of wat de betekenis is. 

Tijd: 20 minuten

Spreken:

Doel: Ik kan in korte 321- of 3213-zinnen spreken

Hoe? 

Spreekhulp (grammatica), oefenen = doen! en feedback (geven en krijgen)

Tijd: 25 minuten

Praatplaat

Spreken

Hoelang woon je in Nederland?

Wat eet je vandaag?

Hoe ga jij naar school?

Hoe laat is de pauze?

Hoeveel boeken heb jij in huis?

Wanneer pin jij 100 euro?

Wat drink jij 's morgens? 

• Waar gaat de tekst over?
• Wat weet je al? 
• Welke informatie staat er 
    in de tekst?

Kijk- en luistervragen

• Hoeveel voetbalteams doen mee met het WK in Qatar?

• Waar en wanneer werd het eerste officiële
   wereldkampioenschap voetbal gehouden?

• Waarom werd destijds gekozen voor dat land in Zuid-Amerika?

• Waarom wordt het WK nu voor het eerst in de winter
   georganiseerd?

• Hoe komt het dat Qatar een erg rijk land is?

Moeilijke woorden - week 48

het stadion           de plek voor sportwedstrijden met veel 
                                    zitplaatsen eromheen

organiseren          regelen

vallen                       gebeuren

rondom … heen   rondom

kritiek krijgen       te horen krijgen wat iemand niet goed aan je vindt

het loon                   het geld dat je krijgt voor je werk

deelnemen            meedoen

Doel:

• Teksten begrijpen (begrijpend lezen)
• Samenvatten
• Woordenschat uitbreiden

Hoe? 

Door vragen te maken. Deze vragen kijken we samen na. Je schrijft de betekenis van moeilijke woorden op, deze betekenissen leer je. Na 3x Nieuwsbegrip krijg je een toets van de moeilijke woorden. 

Tijd: 50 minuten

Wat betekent mislukken?

1. verkeerd gaan
2. kwijt
3. regelen

Wat betekent terechtkomen?

1. het doel
2. meedoen
3. zomaar op een plaats komen

Wat is kritiek krijgen?

1. te horen krijgen wat iemand niet goed aan je vindt
2. regelen
3. gebeuren

Wat betekent vallen?

1. helpen
2. op de grond gaan liggen
3. gebeuren

aan boord

1. de plek waar dieren verzorgd worden als ze geen baasje hebben
2. de plek voor wedstrijden met veel zitplaatsen eromheen
3. op een schip, in een vliegtuig of in een raket

TaalCompleet: 

A1: 

3.11 nakijken

spreekoefening 

uitleg 3.12

3.12 maken: boek + computer 

Huiswerk: 3.12 boek + computer

A1+:

8.11 computer maken

8.11 nakijken

uitleg 8.12

8.12 maken: boek

Huiswerk: 8.12 boek

Jeugdjournaal

LOB

Filmpje 6