Di 30 mei Bezitsvorm en getallen

5.9 Bezitsvorm
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

5.9 Bezitsvorm

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                       Bezitsvorm





                                      Taalfoutje natuurlijk

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Namen+s (bezitsvorm)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                 bezitsvorm

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bezitsvorm 
De schoenen van mijn vader




mijn vaders schoenen
(bezitsvorm) 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
Bezitsvorm
In plaats van de schoenen van mijn vader kun je ook zeggen mijn vaders schoenen. Je noemt dat de bezitsvorm.
Je maakt de bezitsvorm van een naam of ander zelfstandig naamwoord meestal door er een -s achter te zetten.

  • mijn zusjes kleren
  • mijn broers rapport
  • Sarahs beroep






Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bezitsvormen
In plaats van de schoenen van mijn vader kun je ook zeggen mijn vaders schoenen

De bezitsvorm geeft aan van wie of wat iets is.

De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een s achter te zetten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bezitsvorm?
  • Hoe schrijf je jouw naam als bezitsvorm?



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn bezitsvormen?
Bezitsvormen worden gebruikt om te laten zien dat iets van iemand of iets is.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat bezitsvormen zijn en waarom we ze gebruiken.
Spelling
5.9 Bezitsvorm (230)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

uitleg bezitsvorm 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je een apostrof?
WEL
Als 1 of meer letters zijn weggelaten.
na cijfers en afkortingen
na alle woorden die eindigen op een i, a, o, u of y.
bij bezitsvormen

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is de bezitsvorm goed gespeld?
GOED
Lex's zusje
Lex' zusje
Lexs zusje
Lex zijn zusje
Het zusje van Lex

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan de bezitsvorm goed spellen.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?
A
Larses
B
Lars's
C
Lars'

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De pen van Hans.
Bezitsvorm
A
Hanss pen
B
Hans' pen
C
Hans pen
D
Hansis pen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De fiets van Maurice.
Wat is de bezitsvorm?
timer
0:45
A
Maurice' fiets
B
Maurices fiets

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het huis van mijn oma
Wat is de bezitsvorm?
A
Omas' huis
B
Omas huis
C
Oma's huis

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zouden bezitsvormen zijn?
A
Geeft aan dat iets niet van iemand is.
B
Geeft aan dat iets van iemand is.
C
Geeft aan dat iets bezeten is.
D
Geeft aan dat iets iets is.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het boek van Max.
Wat is de bezitsvorm?
A
Max' boek
B
Maxs boek
C
Max's boek

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste schrijfwijze (bezitsvorm)?
A
Maikels auto; Sanne's auto
B
Max' auto; Mieke's auto
C
Isa's auto; Marks auto
D
Bas' auto; Maurice's auto

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bezitsvorm. Welke is goed ?
A
Ali's telefoon
B
Mijn vader's gitaar
C
Rianne's wens

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De fiets van Lars.
Wat is de bezitsvorm?
A
Lars' fiets
B
Lars fiets

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het paard van Rianne.
Wat is de bezitsvorm?
A
Riannes paard
B
Rianne's paard
C
Riannes' paard

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bezitsvorm
Helena + fiets
A
Helenaas fiets
B
Helena's fiets
C
Helenas fiets

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juiste bezitsvorm
A
Tülay's telefoon
B
Tülays telefoon

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het paard van Rianne.

Wat is de bezitsvorm?
A
Riannes paard
B
Rianne's paard

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan de bezitsvorm goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De hond van Ronny.

Wat is de bezitsvorm?
A
Ronnys hond
B
Ronny's hond

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bezitsvorm
André + fiets
A
Andrés fiets
B
André's fiets
C
Andréés fiets

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juiste bezitsvorm
A
Maarten Swerts' boek
B
Maarten Swerts's boek

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juiste bezitsvorm
A
Ferres pennenzak
B
Ferre's pennenzak

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken opdracht 25 en 26 (blz. 236)

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions