Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3HAVO - H3 - Lezen - Argumentatie
Argumentatie
Nieuw Nederlands - H3 - Lezen
3HAVO
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Argumentatie
Nieuw Nederlands - H3 - Lezen
3HAVO
Slide 1 - Diapositive
Je klasgenoot is gisteren naar de bioscoop geweest om een film te zien waar jij ook wel naartoe wilt. Vandaag op school vraag je hoe hij de film vond.
‘Mooi’, laat hij weten.
‘Waarom vond je de film zo mooi?’, vraag jij vervolgens.
‘Nou, gewoon’, is de reactie.
Slide 2 - Diapositive
Je klasgenoot is gisteren naar de bioscoop geweest om een film te zien waar jij ook wel naartoe wilt. Vandaag op school vraag je hoe hij de film vond.
‘Mooi’, laat hij weten.
‘Waarom vond je de film zo mooi?’, vraag jij vervolgens.
‘Nou, gewoon’, is de reactie.
Weet je nu genoeg....?
Slide 3 - Diapositive
Ik vind dat kinderen die aan topsport doen, minder tijd op school aanwezig hoeven te zijn.
Ik vind dat supermarkten alleen gezond eten in de aanbieding mogen doen, want ongezond eten leidt tot overgewicht en lichamelijke klachten.
Slide 4 - Diapositive
Ik vind dat kinderen die aan topsport doen, minder tijd op school aanwezig hoeven te zijn.
Ik vind dat supermarkten alleen gezond eten in de aanbieding mogen doen,
want ongezond eten leidt tot overgewicht en lichamelijke klachten
.
Slide 5 - Diapositive
–
Ik ga liever naar de carnavalsoptocht in Breda dan in Oosterhout, want de optocht in Breda duurt minimaal een uur langer.
–
Ik ga liever naar de carnavalsoptocht in Breda dan in Oosterhout, want de optocht in Breda is veel mooier.
Wat is het verschil?
Slide 6 - Diapositive
–
Ik ga liever naar de carnavalsoptocht in Breda dan in Oosterhout, want de optocht in Breda duurt minimaal een uur langer.
(
feitelijk
argument)
–
Ik ga liever naar de carnavalsoptocht in Breda dan in Oosterhout, want de optocht in Breda is veel mooier.
(
waarderend
argument)
Slide 7 - Diapositive
Er zijn twee soorten argumenten.
feitelijke
(objectieve) argumenten
niet-feitelijke /
w
aarderende
(subjectieve)
argumenten
Slide 8 - Diapositive
feitelijke argumenten
niet-feitelijke argumenten
Een feitelijk argument kun je controleren.
Slide 9 - Diapositive
feitelijke argumenten
niet-feitelijke argumenten
Een feitelijk argument kun je controleren.
Ik eet liever bij de snackbar, want die is goedkoper dan de pizzeria.
Slide 10 - Diapositive
feitelijke argumenten
niet-feitelijke argumenten
Een feitelijk argument kun je controleren.
Ik eet liever bij de snackbar,
want
die is goedkoper
dan de pizzeria.
Dit kun je controleren.
Slide 11 - Diapositive
Een niet-feitelijk argument kun je niet controleren.
Slide 12 - Diapositive
Een niet-feitelijk argument kun je niet controleren.
Ik eet liever bij de pizzeria, want ik vind het personeel daar vriendelijker dan bij de snackbar.
Slide 13 - Diapositive
Een niet-feitelijk argument kun je niet controleren.
Ik eet liever bij de pizzeria,
want ik vind het personeel daar vriendelijker
dan bij de snackbar.
Dit is een mening.
Slide 14 - Diapositive
Als een schrijver maar één argument gebruikt om zijn standpunt te onderbouwen, dan noemen we dat
enkelvoudige argumentatie
.
Slide 15 - Diapositive
Meestal gebruikt een schrijver meer argumenten om zijn mening kracht bij te zetten. Dat heet
meervoudige argumentatie
.
Voorbeeld:
Slide 16 - Diapositive
Standpunt met meervoudige argumentatie:
Ik vind
de boeken van Harry Potter geweldig.
Slide 17 - Diapositive
Standpunt met meervoudige argumentatie:
Ik vind
de boeken van Harry Potter geweldig.
Het is spannend.
Slide 18 - Diapositive
Standpunt met meervoudige argumentatie:
Ik vind
de boeken van Harry Potter geweldig.
Het is spannend.
Het zit goed in elkaar.
Slide 19 - Diapositive
Standpunt met meervoudige argumentatie:
Ik vind
de boeken van Harry Potter geweldig.
Het is spannend.
Het zit goed in elkaar.
Het gaat over interessante personages.
Slide 20 - Diapositive
Een schrijver kan een argument onderbouwen met een ondersteunend argument.
Dit heet
onderschikkende argumentatie.
Voorbeeld:
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Een
standpunt
wordt vaak aangekondigd met signaalwoorden:
Ik vind...
Volgens ons...
Zij denkt dat...
Ik ben van mening dat...
Onze conclusie is...
enz.
Slide 23 - Diapositive
Een
standpunt
herken je vaak aan signaalwoorden als:
Dat blijkt uit...
Want...
Immers...
Namelijk...
Omdat...
De reden hiervoor is...
enz.
Slide 24 - Diapositive
Pak je boek en ga naar blz. 78.
Ga straks naar de digitale omgeving van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die ik heb klaargezet.
Let op: van opdracht 3 maak je
NIET vraag 6, 7, 8, 17, 18....!
Slide 25 - Diapositive
Let op: van opdracht 3 maak je
NIET vraag 6, 7, 8, 17, 18....!
Slide 26 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
3VWO - H3 - Lezen - Argumentatie
Janvier 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO - H3 - Lezen - Argumentatie
Septembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO - H3 - Lezen - Argumentatie
Février 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO - H3 - Lezen - Argumentatie
Mai 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO - H3 - Lezen - Argumentatie
Janvier 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3. Argumenteren: argumentatieschema's 3HV
Novembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO - H3 - Lezen - Argumentatie
Mai 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Kernbegrippen leesvaardigheid
Mars 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs