wk 47: les 2 - werkwoordspelling (Engelse ww, vdw, odw)

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vrijdag 25 november - 2AT1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: pv tt en pv vt, huiswerk bespreken
  • Werkwoordspelling: Engelse werkwoorden, (on)voltooid deelwoord
  • Aan de slag!
  • Toets nabespreken













timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Vorige les heb je geleerd...
...hoe de de pv tt en de pv vt moet schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Deze les ga je leren...
...hoe je het (on)voltooid deelwoord moet schrijven.
...hoe je Engelse werkwoorden moet vervoegen.

Slide 4 - Diapositive

27. Werkwoordspelling: pv tt, pv vt
De leerling maakt het huiswerk.            pv tt - ik-vorm+t
De leerling maakte het huiswerk.          pv vt - ik-vorm+te
De leerlingen maakten het huiswerk.  pv vt - ik-vorm+ten

De leerling downloadt de film.                 pv tt - ik-vorm+t
De leerling downloadde de film.             pv vt - ik-vorm+de
De leerlingen downloadden de film.    pv vt - ik-vorm+den


Slide 5 - Diapositive

27. Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Managen
Hij managet           (Hij loopt)
Hij managede      (Hij rende)
Hij heeft gemanaged

 


Slide 6 - Diapositive

27. Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Deleten
Hij deletet           (Hij loopt)
Hij deletete      (Hij werkte)
Hij heeft gedeletet

 


Slide 7 - Diapositive

27. Werkwoordspelling - Het voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord staat altijd samen in de zin met een vorm van hebben, zijn of worden (de persoonsvorm).

Hoe weet je of het voltooid deelwoord op een -d of een -t eindigt?
  1. Maak het woord langer in de verleden tijd
  2. Gebruikt 'T eX KoFSCHiP

De plannen zijn gewijzig...   1. Gisteren wijzigde ik de plannen   2. stam = wijziG  ---> gewijzigD       
Zijn nummer is geblok...       1. Gisteren blokte ik zijn nummer     2. stam - blokK    ----> geblokT

Slide 8 - Diapositive

27. Werkwoordspelling - Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog gaande is. Het is dus nog niet voltooid.

Maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.


Rillend stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
  • Huiswerk nakijken 
  • Lees blz. 112
  • Maak opdr. 6, 7, 8
  • Klaar?
  • Maak de vragen op de volgende slides.
1 a heeft, wil
 b gebeurt, haalt
 c toetst, herstelt
 d krijgt, waarschuwen
 e kleedt, besteed
 f wis, onthoudt
2 a krabde, afzette
 b leefde, vreesde
 c begreep, legden, lagen
 d verwachtte, zou
 e vermeldden, was
 f is, wist, werd




Slide 10 - Diapositive

Wanneer eindigt een voltooid deelwoord op een 'd' en wanneer op een 't'?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe oud ... (worden) je tante morgen?
timer
0:40

Slide 12 - Question ouverte

De buren hebben hun eigen truien (breien)
timer
0:40

Slide 13 - Question ouverte


timer
0:40
1. (worden) je moe van werkwoordspelling?
2. (worden) je broer ook zo moe van werkwoordspelling?

Slide 14 - Question ouverte

De werkwoordspelling heb ik altijd (haten).

Slide 15 - Question ouverte

Werkwoordspelling:
De hardrijder is (bekeuren).

Slide 16 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
(geloven) Hij ... mij nu niet.

Slide 17 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Mijn moeder ...... (recyclen) alles.

Slide 18 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:
Als je iets (beloven), is het normaal dat je die belofte (nakomen).

Slide 19 - Question ouverte

Noteer het verschil tussen sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden

Slide 20 - Question ouverte

Is het werkwoord sterk of zwak?
kloppen
bedenken
reizen
koken
slapen
verhuizen
vastmaken
vertellen
zwakke werkwoorden
sterke werkwoorden

Slide 21 - Question de remorquage

Welke trucje gebruik je bij de persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden?
A
't ex-kofschip
B
het werkwoord langer maken
C
lopen
D
Schrijven zoals je het hoort

Slide 22 - Quiz

De laatste jaren (tobben) hij met zijn gezondheid.
(persoonsvorm verleden tijd)

Slide 23 - Question ouverte

Persoonsvorm verleden tijd
Ik … (verbazen) me over de wilskracht van het verlegen meisje.

Slide 24 - Question ouverte

Persoonsvorm verleden tijd
(vermoeden) ... jullie dat hij iets stal?

Slide 25 - Question ouverte

persoonsvorm tegenwoordige tijd
(gebeuren) Er ... hier nooit iets.

Slide 26 - Question ouverte

Persoonsvorm verleden tijd:
Gisteren ... (vallen) mijn snoepjes allebei op de grond.

Slide 27 - Question ouverte

Persoonsvorm verleden tijd
Ik ... vorig jaar naar het zuiden van Frankrijk. (rijden)

Slide 28 - Question ouverte

Persoonsvorm verleden tijd:

Simon en Kaja ... (geven) elkaar een hand.

Slide 29 - Question ouverte

Persoonsvorm verleden tijd

Er ... net vogelpoep op mijn autoruit. (zitten)

Slide 30 - Question ouverte

Einde van deze les

Slide 31 - Diapositive