paragraaf 6.3

Welkom...

bij economie!
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom...

bij economie!

Slide 1 - Diapositive

Programma voor vandaag:
- Lesdoel
-  Wat weet je al?
- Uitleg
- Samen aan het werk
- Zelfstandig aan het werk
- Evaluatie op het lesdoel
-Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Het lesdoel
Korte herhaling van paragraaf 6.2
+
berekening van de vermogensrendementsheffing in box 3 en hoe je de totale inkomstenbelasting berekend.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog van paragraaf 6.2?

Slide 4 - Diapositive

De inkomstenbelasting met schijventarief kent dus een
A
progressief tarief
B
proportioneel tarief

Slide 5 - Quiz

noem, naast de aftrek van giften, nog 2 aftrekposten in box 1
A
eigen woningforfait en reiskosten
B
hypotheekrenteaftrek en reiskosten
C
reiskosten en algemene heffingskorting
D
algemene heffingskorting en studiekosten

Slide 6 - Quiz

Door loonheffing die elke maand van mijn salaris ingehouden wordt moet ik bij de belastingaangifte:
A
meer belasting betalen
B
minder belasting betalen

Slide 7 - Quiz

Wat is jouw antwoord op vraag 23 van blz. 179?

Slide 8 - Question ouverte

Wat leren we vandaag en waarom leren we dat?
We leren wat vermogensrendement is en waarom we daarover een heffing moeten betalen. 
Ook leer je deze vermogensrendementsheffing te berekenen

Slide 9 - Diapositive

Boxen
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen verschillende soorten inkomens, deze zijn onderverdeeld in boxen.

BOX 1: belasting over inkomen uit werk en eigen woning 
BOX 2: belasting over aanmerkelijk belang, hoef je niet te kennen
BOX 3: belasting over inkomen uit vermogen

Slide 10 - Diapositive

Belasting over je vermogen (spaargeld en beleggingen)
Box 3

Slide 11 - Diapositive

Box 3 - Vermogensrendementsheffing

  • De inkomstenbelasting in box 3 noem je ook wel vermogensrendementsheffing.
  • Box 3 van de inkomstenbelasting gaat over inkomen uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen.  
  • Bij deze belasting doet de overheid alsof je per jaar een bepaald percentage verdient aan rente met je spaargeld of winst op je belegging. Dit noem je het fictief rendement

Slide 12 - Diapositive

Box 3- Heffingsvrij vermogen
Het eerste deel van je spaargeld is belastingvrij.
Dit heet het heffingsvrij vermogen.
Alles daarboven wordt wel belast. Heb je minder spaargeld dan het heffingsvrij vermogen, dan betaal je in box 3 geen belasting.

Slide 13 - Diapositive

Vermogensrendementsheffing

Slide 14 - Diapositive

Wat is heffingskorting?
Een korting op het bedrag dat je aan inkomstenbelasting moet betalen.

Slide 15 - Diapositive

Berekening: Verschuldigde inkomtenbelasting=
belastingbox 1 + belastingsbox 3 - heffingskorting
  • .

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Samen aan het werk:
Als jij alles snapt van de uitleg dan ga je nu aan het werk met de opdrachten van paragraaf 6.3
Vind je het nog lastig? Doe dan mee met de inoefening.
Samen maken we opdracht 26 en 27.

Slide 19 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk:
Je gaat nu aan het werk met: paragraaf 6.3
Dit is huiswerk voor de volgende les.

Slide 20 - Diapositive

Evaluatie

Slide 21 - Diapositive



Huiswerk??

Slide 22 - Diapositive