H7 Mavo 4 30 nov C dictée B 2021

Chapitre 7
Rendez-vous au Maroc!
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Chapitre 7
Rendez-vous au Maroc!

Slide 1 - Diapositive

Prends ton stylo!
Dictée voc. B

Slide 2 - Diapositive

Dictée
* 5 Franse zinnen en woordjes: vertaal
* 5 Nederlandse zinnen en woordjes: vertaal

Slide 3 - Diapositive

Doel van de "dictées"
1. Regelmatig leren vergroot kennis van de woordenschat.
2. De kennis komt in het lange termijn geheugen.
3. De schrijfwijze wordt juist geoefend.
4. De uitspraak wordt geoefend.
5. Bewustwording van het verband tussen grammatica en zinsstructuren.
6. Feedback vergroot inzicht door fouten te bekijken.

Slide 4 - Diapositive

Dictée chapitre 1: Voc. B
1. À l'intérieur.
2. Avoir lieu.
3. Lancer.
4. Tu as envie d'aller au festival samedi prochain?
5. Désolée, samedi prochain je ne peux pas.

Slide 5 - Diapositive

Dictée chapitre 1: voc. B
6. De maand.
7. Luisteren naar.
8. Overmorgen.
9. Hoe gaan we er heen?
10. Tot later.

Slide 6 - Diapositive

Planning d'aujourd'hui
*   Voc. B                        : dictée
*  Parler français            : LessonUp
*  Prendre rendez-vous  : Kloktijden en afspreken
*  Quelque questions      : LessonUp
*  Grammaire C              : Livre de texte page 86
                                        : Livre d'exercice page 91 et 92


             




Slide 7 - Diapositive

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Livre de textes 
livre d'exercices B

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 8 - Diapositive

Prends tes livres!
Livre de textes:
page  86

Livre d'exercices B
page 91 en 92






Slide 9 - Diapositive

Questions!

1. Quel est le sujet de ce chapitre?

2. Quels sont les buts?

Slide 10 - Diapositive

Réponses!
1. Quel est le sujet de ce chapitre? 
* De cultuur van Marokko leren kennen.
* Hoe spreek je af voor een activiteit: naar een festival/feest gaan? Naar de bioscoop gaan?  Luisteropdracht A ging over een feest en de film.
Tekst B ging over een activiteiten agenda. C grammatica: pouvoir en vouloir.

2. Quels sont les buts?  
* Kan ik de werkwoorden pouvoir en vouloir vervoegen in 4 tijden?
* Ken ik de vertaling van de tijden?
* Kan ik het toepassen in zinnen?

Slide 11 - Diapositive

Résumé
Maroc / Marrakech!
Les activités: feest/ film
Fan agenda: des activités
Les verbes vouloir et pouvoir
Prendre un rendez-vous
Aller au restaurant
Commander des plats
les conditionnel (zouden)

Slide 12 - Diapositive

Carte de Maroc

Slide 13 - Diapositive

SPÉCIALITÉS DE MAROC

Slide 14 - Diapositive

Maroc, un pays divers.

Slide 15 - Diapositive

Parler français!

Slide 16 - Diapositive

Parler français
Hoe vraag je: 
*Heb je zin om (kies een datum) naar het festival te gaan?
* En vrijdag, gaan we dan samen naar het schoolfeest?  
* Hoe jullie erheen gaan, hoe laat jullie vertrekken en groet.
Hoe zeg je:
* dat je niet kunt.
* Ja leuk, we gaan er samen heen.
* dat jullie met de bus kunnen gaan, jullie vertrekken om half vier en groet.

Slide 17 - Diapositive

Tu as envie d'aller au festival samedi prochain?
         Désolé(e), samedi prochain je ne peux pas.

Slide 18 - Diapositive

Et vendredi, on va ensemble à la fête de l'école?
Oui super, on y va ensemble.

Slide 19 - Diapositive

On y va comment?
On peut y aller en bus.

Slide 20 - Diapositive

On part à quelle heure?
La fête commence à quatre heures.

Slide 21 - Diapositive

À vendredi alors!
À plus!

Slide 22 - Diapositive

Question/Traduction
Vertaal de volgende zin in het Frans?

Slide 23 - Diapositive

À quelle heure?
Les heures:

À huit heures
À huit heures  et quart
À huit heures et demi
À huit heures moins le quart

Slide 24 - Diapositive

Vertaal: Het is vijf uur.

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal: Het is kwart over vijf.

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal: Het is half zes.

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal: Het is kwart voor zes.

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal: Mijn broer kan naar het feest komen.

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal: In Marokko kun je de bergen, de zee, het platteland en de woestijn bezoeken.

Slide 30 - Question ouverte

Opdracht: vervoeg het werkwoord vouloir in de présent.

Slide 31 - Carte mentale

Vervoeg het werkwoord pouvoir in het Frans in de présent.

Slide 32 - Carte mentale

Vervoeg vouloir en pouvoir, gebruik de volgende tijden:
1. De passé composé    dus de vtt      voorbeeld: ik heb gewerkt
2. De imparfait                  dus de ovt     voorbeeld: ik werkte
3. De futur                            dus de tt        voorbeeld: ik zal werken

Slide 33 - Diapositive

Wat is de juiste vertaling van: ik kan
A
je peux
B
je peut

Slide 34 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van: hij kon
A
il pouvait
B
il pouvais

Slide 35 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van: wij hebben gekund
A
nous sommes pu
B
nous avons pu

Slide 36 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van: jullie zullen kunnen
A
vous pourrez
B
vous pouvez

Slide 37 - Quiz

Welk rijtje is vervoegd in de imparfait
A
je voulais, tu voulais, il voulais, nous voulions
B
je veux, tu veux, il veut, nous voulons

Slide 38 - Quiz

Bestaat het werkwoord "zullen" in het Frans?
A
Oui
B
Non

Slide 39 - Quiz

Typ alle vervoegingen van het werkwoord vouloir in de futur.

Slide 40 - Carte mentale

Opdracht
Zet de vervoegingen van vouloir en pouvoir in je schrift.
Op deze manier oefenen je voor je SE.

Slide 41 - Diapositive

Au travail
Wat          : Maken opdracht C op blz. 91 t/m 93
Hoe          : Maak de opdrachten 13 b c d e  14 a b c d
Wie          :  Gedeeltelijk samen met docent
Tijd           :  20 minuten
Klaar        : Leren vocabulaire B woordenlijst op blz. 114 et 115
Klaar        : Maak een dictée voor je klasgenoot van voc. B


Slide 42 - Diapositive

Prends tes livres!
Livre de textes:
page  85

Livre d'exercices B
page 87 en 88
page 114 et 115 (voc. B)





Slide 43 - Diapositive

Au travail
Wat          : Maken opdracht B van blz. 87 en 88
Hoe          : Maak de opdrachten 8 a b  9  10 a b   11 a
Wie          :  Gedeeltelijk samen met docent
Tijd           :  20 minuten
Klaar        : Leren vocabulaire B woordenlijst op blz. 114 et 115
Klaar        : Maak een dictée voor je klasgenoot van voc. B


Slide 44 - Diapositive

Les devoirs
Zie magister: Leren voc. B (dictée)

Slide 45 - Diapositive