1HV Blok 3 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Spelling

persoonsvorm V.T. (sterke werkwoorden)

meervoud zelfstandige naamwoorden 

Bij een sterk werkwoord...

1. blijft de klank hetzelfde
2. verandert de klank

Zwakke en sterke werkwoorden

zwakke werkwoorden: veranderen in de verleden tijd (v.t.) niet van klank: leer / leerde ,  gooi / gooide

sterke werkwoorden: veranderen in de verleden tijd wel van klank: slaap / sliep ,  kan / kon,  lijk / leek,   verliezen / verloren

v.t. sterke werkwoorden

• Je schrijft wat je hoort.

• Wil je weten of een sterk werkwoord op een -d of -t eindigt? Maak het woord dan langer.  vond of vont --> vonden --> vond

• Woorden met aan het einde van de stam een -v of een -z veranderen in -f en -s.  blijf / bleef,   lees / las

Wat is een sterk werkwoord?

1. vragen
2. darten

Wat is een sterk werkwoord?

1. slapen
2. werken
3. branden
4. fietsen

Wat is een sterk werkwoord?

1. lachen
2. luisteren
3. dansen
4. hangen

Herhaling

persoonsvorm v.t. van sterke werkwoorden

Noem drie sterke werkwoorden.

Wat is de verleden tijd meervoud van 'vinden'?

Wat is de verleden tijd enkelvoud van 'dragen'?

Wat is de verleden tijd enkelvoud van 'uitblazen'?

Wat is de verleden tijd meervoud van 'drinken'?

let op:

woorden die eindigen op 2 klinkers, krijgen een -s eraan vast:

kangoeroe --> kangoeroes

klinkers die een accent hebben, tellen voor 2 klinkers en dan schrijf je ook een -s eraan vast:

café  --> cafés

Wat is het meervoud van: baby?

Wat is het meervoud van: leraar?

Wat is het meervoud van: vriend?

Wat is het meervoud van: pagina?

Wat is het meervoud van: baas?

Wat is het meervoud van: confrontatie?

Huiswerk

Blok 3 spelling

opdracht 23 t/m 25