PER 1 LES 6 Soorten bronnen + verder werken aan nieuwsproductie

PER 1 LES 6 Soorten bronnen + verder werken aan nieuwsproductie
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
JournalistiekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

PER 1 LES 6 Soorten bronnen + verder werken aan nieuwsproductie

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Type bronnen
Betrouwbaarheid bronnen
Werken aan nieuwsproductie

Slide 2 - Diapositive

Welke type bronnen ken je?

Slide 3 - Question ouverte

Soorten bronnen - informatiebronnen
Formeel
Informeel

Gesproken
Schriftelijk
Online
Onderzoek
Data

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn formele bronnen?

Slide 5 - Diapositive

Formele bron
Mensen/ organisaties die worden opgevoerd omdat ze een bepaalde functie, beroep of deskundigheid hebben. 

• Overheid (Gemeente, Provincie of een ministerie)
• instellingen (ziekenhuizen of scholen)
• politie en brandweer
• universiteit of kennisinstelling

Je kunt dan te maken krijgen met een voorlichter of communicatiemedewerker, en niet met de persoon die je eigenlijk wilde spreken. Soms kunnen deze voorlichters of communicatiemedewerkers je heel goed verder helpen, soms moet je slimme vragen stellen.

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn informele bronnen?

Slide 7 - Diapositive

Informele bron

Informele bronnen zijn burgers, mensen op straat of ervaringsdeskundigen. Het kunnen vreemde mensen zijn, maar ook contacten uit je eigen netwerk.


Informele bronnen vind je ook online (bijvoorbeeld op social media, netwerken). 



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Betrouwbaarheid menselijke bron


Wees altijd op je hoede wanneer je iemand spreekt of wanneer iemand zich bij jou meldt met nieuws. Hoe check je of je bron betrouwbaar is?

1. Heeft degene een belang?
2. Heeft degene verstand van het onderwerp?
3. Klopt het verhaal nadat je het verhaal hebt gecheckt?


Slide 10 - Diapositive

Schriftelijke bron
Naast menselijke bronnen zijn er natuurlijk schriftelijke bronnen, zoals naslagwerken, onderzoeken en informatie die je online vindt (websites).

Betrouwbaarheid websites, let op de volgende punten:
1. Autoriteit - wie is er verantwoordelijk voor de website? Een officiële instantie of ‘zomaar’ iemand.
2. Neutraliteit - is de eigenaar van de contact onpartijdig?
3. Inhoud - is de informatie realistisch en actueel (wanneer is de site voor het laatst bijgewerkt?)? 
4. Ontwerp - is de site goed opgezet? Of ziet het er heel slordig (taalfouten) uit?


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Website betrouwbaar?

Let om de betrouwbaarheid van websites te bepalen op de volgende punten:
1. Autoriteit; wie is er verantwoordelijk voor de website? Een officiële instantie of ‘zomaar’ iemand.
2. Inhoud; is de informatie realistisch en actueel (wanneer is de site voor het laatst bijgewerkt?)? Is de site neutraal of staan er veel meningen op?
3. Ontwerp; is de site goed opgezet? Of ziet het er heel slordig en amateuristisch uit.


Slide 13 - Diapositive

Welke bronnen ga gebruiken?
1. Probeer onderdelen van je verhaal een citaat toe te voegen van een relevant
persoon (iemand die iets met je onderwerp te maken heeft, daar iets over kan zeggen (deskundig is). 
2. Probeer voor- en tegenstanders te vinden en bronnen uit verschillende invalshoeken. HOOR EN WEDERHOOR
3. Verwerk je bronnen op logische plekken in het verhaal.
4. Niet te lang: parafraseren (?)
5. Zorg voor afwisselende bronnen; een omwonende, getuige, maar ook een (vertegenwoordiger van een) officiële instantie: politie, gemeente, bedrijf, organisatie.

Zorg dat je zoveel mogelijk kanten van een verhaal laat zien.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Opdracht
3 berichten per redacteur - 2 x eigen nieuws/ 1 x bericht bewerken

Lengte berichten: 1 x 150 wrd/ 1 x 200 wrd/ 1x 300 + beeld

Slide 16 - Diapositive

NU:
Verder met nieuwsproductie
Donderdag:
  • kop en lead
  • werken aan nieuwsproductie
  • nieuwsquiz

Slide 17 - Diapositive