Persoonlijkheidsproblematiek

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
GeneeskundeWOStudiejaar 6

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel procent van de psychiatrisch patiënten heeft een persoonlijkheidsstoornis?
A
Ongeveer 20%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 35%
D
Ongeveer 60%

Slide 2 - Quiz

Dhr M van 45 jaar heeft een uitzonderlijk uiterlijk met verwilderde haardracht, hij krijgt nooit bezoek en belt uitsluitend zijn moeder. Hij heeft vaak het idee dat mensen over hem praten, hij is dan ook angstig en achterdochtig. Als je dieper met hem in gesprek gaat wordt duidelijk dat hij in telepathie gelooft. Hij ligt liever in bed dan dat hij in contact moet met anderen.
Welke diagnose neem je op in de differentiaal diagnose?
A
Paranoide- persoonlijkheidsstoornis
B
Vermijdende-persoonlijkheidsstoornis
C
Schizotypische- persoonlijkheidsstoornis
D
Histrionische- persoonlijkheidsstoornis

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

The Big Five

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Dhr K is snel verliefd op vrouwen. Hij zegt een relatie en liefde nodig te hebben, is zelfkritisch en snel jaloers. Welke hechtingsstijl kan hieraan ten grondslag liggen?
A
Veilige hechtingsstijl
B
Vermijdende hechtingsstijl
C
Angstige hechtingsstijl
D
Gedesoriënteerde hechtingsstijl

Slide 8 - Quiz

Wat is geen criterium voor een persoonlijkheidsstoornis?
A
Patiënt roept irritatie en/of tegenoverdracht op
B
Patient ervaart beperkingen
C
Patient ervaart klinisch significante lijdensdruk
D
Er is een duurzaam patroon van gedragingen dat afwijkt van wat binnen de cultuur van patiënt wordt verwacht

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke persoonlijkheidsstoornissen komen het meest voor in de GGZ?
A
borderline- en vermijdende- persoonlijkheidsstoornis
B
vermijdende- en narcistische- persoonlijkheidsstoornis
C
borderline- en antisociale- persoonlijkheidsstoornis
D
borderline- en schizotypische persoonlijkheidsstoornis

Slide 16 - Quiz

Wat past er niet bij een paranoïde persoonlijkheidsstoornis?
A
Verdenkt anderen ervan hem te bedriegen
B
Akoestische hallucinaties 'het horen van stemmen'
C
Persisterende wrok
D
Terugkerende twijfel over de trouw van partner

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat vind jij van mensen met een persoonlijkheidsstoornis?
A
Uitdagend
B
Ik werk er liever niet mee
C
Complex
D
Het maakt mij onzeker

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Hoe ga jij om met automutilatie?
A
Ik negeer het of leid patiënt af
B
Dit hangt af van de drukte
C
Ik ga er over in gesprek
D
Ik weet eigenlijk niet wat ik moet doen

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive