24/25 20 feb B1C
1 / 16
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
de stoel
de tafel
de kast
de televisie
de bank
het bed
het raam
la fenêtre
la table
la chaise
l'armoire
le lit
la télé
le canapé
Slide 4 - Question de remorquage
Hoe zeg je in het Frans ook alweer "Er is" of "is er"?
A
C'est
B
Voilà
C
Il y a
D
J'ai
Slide 5 - Quiz
devant
entre
dans
derrière
sur
sous
à côté de
Slide 6 - Question de remorquage
De slaapkamer is groot.
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal naar het Nederlands:
Dans la chambre est une armoire.
Dans la chambre est une armoire.
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal nu naar het Frans:
In de slaapamer is een bed, een kast en een bureau.
In de slaapamer is een bed, een kast en een bureau.
Slide 9 - Question ouverte
De kat zit (is) op het tapijt.
Slide 10 - Question ouverte
Onder het raam is een bureau. De stoel is voor het bureau.
