Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4 en 10: bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
onderwerp van een zin bepalen
Ik kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen
Ik kan een voorzetsel herkennen
Voorzetsel en bijvoeglijk naamwoord
Nederlands
Paragraaf 4 opdr. 1, 3, 4, 7
Paragraaf 10 opdr. 2, 3, 5
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten.
1 / 11
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Cette leçon contient
11 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
onderwerp van een zin bepalen
Ik kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen
Ik kan een voorzetsel herkennen
Voorzetsel en bijvoeglijk naamwoord
Nederlands
Paragraaf 4 opdr. 1, 3, 4, 7
Paragraaf 10 opdr. 2, 3, 5
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten.
Slide 1 - Diapositive
4 en 10: bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
Lesdoelen
Ik kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen
Ik kan een voorzetsel herkennen
Slide 2 - Diapositive
Vorige les:
Onderwerp
Hoe vind je die?
Welke stappen moet je nemen om het onderwerp te vinden?
Slide 3 - Diapositive
Nieuwe woordsoorten
Bijvoeglijk naamwoord ->
zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Staat hier meestal vóór, soms ook achter.
2 soorten:
- normaal
- stoffelijk
Slide 4 - Diapositive
Voorbeelden
normaal:
nieuwsgierige, leuke, vette, lekkere, geweldige, saaie etc.
stoffelijk:
gouden, papieren, houten, wollen, fleece, suède
Slide 5 - Diapositive
Voorzetsel
woord dat vaak een
plaats
,
tijd
of
reden/oorzaak
aangeeft
Ook wel 'kastwoordjes' genoemd op de basisschool.
Soms ook een vaste combinatie met een werkwoord:
oppakken, houden van, denken aan,
Slide 6 - Diapositive
Voorbeelden
plaats
(waar?): onder; het bureau op; het plein te; Zaandam bij; de supermarkt in; de oven aan de muur
tijd
(wanneer?): na; het weekend om; zes uur tijdens de reis
reden/oorzaak
(waarom/waardoor?): door; de warmte vanwege; de storm wegens vakantie
Slide 7 - Diapositive
Voorzetseluitdrukking
een vaste combinatie met een zelfstandig naamwoord. Zo’n combinatie heet een voorzetseluitdrukking:
bij wijze van, in antwoord op, in overleg met.
Slide 8 - Diapositive
Aan het werk
blz. 210 en 222
Paragraaf 4 opdr. 1, 3, 4, 7
Paragraaf 10 opdr. 2, 3, 4
Klaar? Laat de docent dit weten.
Daarna nakijken
timer
20:00
Slide 9 - Diapositive
Evaluatie lesdoelen
Ik kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen
Ik kan een voorzetsel herkennen
Slide 10 - Diapositive
Huiswerk
Afmaken
Paragraaf 4 opdr. 1, 3, 4, 7
Paragraaf 10 opdr. 2, 3, 5
Slide 11 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
4 en 10: bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
Août 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
4 en 10: bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
Mars 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
4 en 10: bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
Août 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
wk 46 les 1 H3 voorzetseluitdrukking + herhalen vaste voorzetsels
Novembre 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordenschat H3: Voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
Février 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Samenvatting cursus 5 BK/KGT
Juin 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
vaste vz en voorzetseluitdrukkingen hv2
Mars 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Week 13
Mars 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1