iZone Bridge woensdag 10 maart 2021

Bridge voor beginners
Wat is bridge?
Wat heb je nodig?

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
LOBMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bridge voor beginners
Wat is bridge?
Wat heb je nodig?

Slide 1 - Diapositive

Kaartwaardering:
Aas        = 4 punten
Heer      = 3 punten
Vrouw   = 2 punten
Boer      =  1 punt

Hoeveel punten zitten er in totaal in een spel?

Slide 2 - Diapositive

Troef spelen wanneer?
Wanneer kan een kleur een troefkleur worden? 
→ Wanneer er een fit is in een kleur!!

Fit= Samen met je partner heb je acht kaarten of meer in een kleur.

Bij troef spelen moet de spelende partij ervoor zo

Slide 3 - Diapositive

Centrale vraag:
→ In welke kleur heb jij de meeste kaarten?
  1. Je vraagt dus steeds of partner 4 of meer kaarten heeft in een kleur.
  2. Heeft partner 2 of 3 vierkaarten, begint hij/zij met de laagste kleur (van laag naar hoog: klaveren, ruiten, harten, schoppen).
  3. er is een fit bij 8 of meer kaarten in een kleur.
  4. heb je echter een 5 kaart of meer, dan noem je eerst je langste kleur!!

Slide 4 - Diapositive

Minibridge:
1.Noord begint met zeggen van zijn punten. 
Daarna met klok mee.
2.Hoeveel punten heeft Noord, Oost,
Zuid en West?
3.Wie worden de spelende partij?
4.Wat wordt er gespeeld: troef of 
sans atout?
5. Wie is de leider? Wie is de dummy?

→ en dan moet je gaan spelen!!!

Slide 5 - Diapositive

Spelende partij:
  • Speler met de hoogste punten → leider (declarer) van het spel.
  • Zijn/haar partner → dummy.
  • Dummy mag niets uit zichzelf doen, of zeggen!!! → niet actief.
  • Dummy doet dus alleen wat de leider zegt!!

Slide 6 - Diapositive

.... en dan moet je gaan spelen!
  • Met welke kaart moet ik uitkomen? (beginnen)
  • Met welke kleur moet de leider beginnen om zijn doel te behalen (zoveel mogelijk slagen maken)? 

→ we gaan eens kijken hoe dit spel gespeeld wordt

Slide 7 - Diapositive

Noord: 8 punten
Oost: 8 punten
Zuid: 13 punten
West: 11 punten

Totaal: 40 punten

Noord en zuid spelen. Zuid is leider. Noord is dummy.

West mag uitkomen (beginnen).

→Met welke kaart komt West dan uit?
→Welke regels zijn hiervoor?

Slide 8 - Diapositive

Mini Bridge:
1.Oost is gever en begint met zeggen
 van zijn punten.Daarna met klok mee.
2.Hoeveel punten heeft Oost,
Zuid, West en Noord?
3.Wie worden de spelende partij?
4.Wat wordt er gespeeld: troef of
sans atout?
5. Wie is de leider? Wie de dummy?

Slide 9 - Diapositive

Oost: 6 punten
Zuid: 13 punten
West: 17 punten
Noord: 4 punten

Totaal 40 punten

Oost en west spelen

Slide 10 - Diapositive

Richtlijnen voor spelen en tegenspelen:
  1. Wees niet te haastig met het uitspelen van azen. →WEES ZUINIG OP DE AZEN                                  Azen moeten de hoge kaarten van de tegenpartij `vangen`
  2. Van een rijtje aaneengesloten honneurs, zoals heer-vrouw-boer-tien, komen we uit met de hoogste →KOM UIT MET DE HOOGSTE VAN EEN AANEENGESLOTEN RIJTJE HONNEURS
  3. In een sans-atoutspel is het verstandig om uit te komen met de kleur waarin je de meeste kaarten hebt, de langste kleur. → KOM IN EEN SANS-ATOUTSPEL UIT MET DE LANGSTE KLEUR. De speler met de meeste kaarten in die kleur houdt uiteindelijk kaarten over en zal daarmee dan nog slagen kunnen maken. Bij sans-atout kun je immers niet afgetroefd worden.





Slide 11 - Diapositive

Richtlijnen voor spelen en tegenspelen:
Onthoudt dus goed:
  1. met welke kleur je partner uitkomt/begint
  2. met welke kaart je partner uitkomt/begint
  3. welke kleur je partner weggooit wanneer hij niet meer kan bekennen!

Slide 12 - Diapositive

Wie wordt de leider bij minibridge?

Slide 13 - Question ouverte


Slide 14 - Question ouverte

West is leider en hij is aan slag.
De speelsoort is sans atout.
Hoe maakt west `achter elkaar`
vier klaverslagen?

Slide 15 - Question ouverte

Er wordt sans atout gespeeld. Zuid is leider. West moet
uitkomen.
West komt uit met ruiten 3.
Leider zuid vraagt dummy ruiten 2.
Welke kaart speelt oost?

Slide 16 - Question ouverte

Zuid is leider. Spel sans atout.
West komt uit met harten V.
Hoeveel slagen kan de leider
achter elkaar maken?

Slide 17 - Question ouverte

Richtlijnen voor spelen en tegenspelen:
  1. Wees niet te haastig met het uitspelen van azen. →WEES ZUINIG OP DE AZEN                                  Azen moeten de hoge kaarten van de tegenpartij `vangen`
  2. Van een rijtje aaneengesloten honneurs, zoals heer-vrouw-boer-tien, komen we uit met de hoogste →KOM UIT MET DE HOOGSTE VAN EEN AANEENGESLOTEN RIJTJE HONNEURS
  3. In een sans-atoutspel is het verstandig om uit te komen met de kleur waarin je de meeste kaarten hebt, de langste kleur. → KOM IN EEN SANS-ATOUTSPEL UIT MET DE LANGSTE KLEUR. De speler met de meeste kaarten in die kleur houdt uiteindelijk kaarten over en zal daarmee dan nog slagen kunnen maken. Bij sans-atout kun je immers niet afgetroefd worden.





Slide 18 - Diapositive

Meer richtlijnen:
  1. Wanneer onze partner met een lage kaart uitkomt, is het bijna verstandig om zelf, als derde man, onze hoogste kaart bij te spelen → DE DERDE MAN DOET WAT HIJ KAN.
  2. In een sans-atoutspel is het verstandig om uit te komen met de kleur waarin je de meeste kaarten hebt, de langste kleur. → KOM IN EEN SANS-ATOUTSPEL UIT MET DE LANGSTE KLEUR. De speler met de meeste kaarten in die kleur houdt uiteindelijk kaarten over en zal daarmee dan nog slagen kunnen maken. Bij sans-atout kun je immers niet afgetroefd worden.

Wat is uitkomen?
→ uitkomst is start → de eerste slag van een spel

Slide 19 - Diapositive

Verdere afspraken uitkomstkleur:
  1. Als we van een kleur het Aas en de Heer hebben, komen we uit met het Aas → HET AAS VAN AAS-HEER
  2. Ook van andere plaatjes komen we uit met de hoogste, mits dat plaatje deel uitmaakt van een aaneengesloten rijtje, een serie →DE HOOGSTE VAN EEN SERIE.
  3. Uitkomen met onze laagste kaart in een kleur betekent dat we één of twee honneurs in die kleur hebben, maar geen serie →KLEINTJE BELOOFT PLAATJE
  4. Uitkomen met een middenkaart betekent dat we geen honneur(s) in die kleur hebben →MIDDENKAART ONTKENT PLAATJE.

Slide 20 - Diapositive

pagina25

Slide 21 - Diapositive

pagina 26 deel 1

Slide 22 - Diapositive

pagina 27 deel 2

Slide 23 - Diapositive

Met welke kaart kom ik uit?

  1. ♠ A H 7 2
  2. ♠ H V B 8 3
  3. ♥ V B 10 6 4
  4. ♦ V 7 3
  5. ♣ H B 6 2
  6. ♥ 9 7 2

Slide 24 - Diapositive

Welke kaart kies je van:
♥ V B 10 2
En waarom?

Slide 25 - Question ouverte

Welke kaart kies je van:
♥ H 8 7 3
En waarom?

Slide 26 - Question ouverte

Welke kaart kies je van:
♥ 9 8 2
En waarom?

Slide 27 - Question ouverte

Sans atout. Zuid leider. Jij bent oost.
Partner west komt uit met ♦ B,
leider zet in dummy ♦ 6.
Welke kaart speel je?
Waarom?

Slide 28 - Question ouverte

Speelsoort sans atout en zuid is leider. Je bent west. Welke kaart kies je voor je uitkomst?
♠ B 8
♥ V 9 7 6 3
♦ A H 2
♣ 9 8 3
En waarom?

Slide 29 - Question ouverte

Speelsoort sans atout en zuid is leider. Je bent west. Welke kaart kies je voor je uitkomst?
♠ V 10 7
♥ H 5 4
♦ V B 10 5
♣ 10 9 8

Slide 30 - Question ouverte