Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Bridge voor beginners
Wat is bridge?
Wat heb je nodig?
Slide 1 - Diapositive
Kaartwaardering:
Aas = 4 punten
Heer = 3 punten
Vrouw = 2 punten
Boer = 1 punt
Hoeveel punten zitten er in totaal in een spel?
Slide 2 - Diapositive
Troef spelen wanneer?
Wanneer kan een kleur een troefkleur worden?
→ Wanneer er een fit is in een kleur!!
Fit= Samen met je partner heb je acht kaarten of meer in een kleur.
Bij troef spelen moet de spelende partij ervoor zo
Slide 3 - Diapositive
Centrale vraag:
→ In welke kleur heb jij de meeste kaarten?
Je vraagt dus steeds of partner 4 of meer kaarten heeft in een kleur.
Heeft partner 2 of 3 vierkaarten, begint hij/zij met de laagste kleur (van laag naar hoog: klaveren, ruiten, harten, schoppen).
er is een fit bij 8 of meer kaarten in een kleur.
heb je echter een 5 kaart of meer, dan noem je eerst je langste kleur!!
Slide 4 - Diapositive
Minibridge:
1.Noord begint met zeggen van zijn punten. Daarna met klok mee. 2.Hoeveel punten heeft Noord, Oost, Zuid en West? 3.Wie worden de spelende partij? 4.Wat wordt er gespeeld: troef of sans atout?
5. Wie is de leider? Wie is de dummy?
→ en dan moet je gaan spelen!!!
Slide 5 - Diapositive
Spelende partij:
Speler met de hoogste punten → leider (declarer) van het spel.
Zijn/haar partner → dummy.
Dummy mag niets uit zichzelf doen, of zeggen!!! → niet actief.
Dummy doet dus alleen wat de leider zegt!!
Slide 6 - Diapositive
.... en dan moet je gaan spelen!
Met welke kaart moet ik uitkomen? (beginnen)
Met welke kleur moet de leider beginnen om zijn doel te behalen (zoveel mogelijk slagen maken)?
→ we gaan eens kijken hoe dit spel gespeeld wordt
Slide 7 - Diapositive
Noord: 8 punten
Oost: 8 punten
Zuid: 13 punten
West: 11 punten
Totaal: 40 punten
Noord en zuid spelen. Zuid is leider. Noord is dummy.
West mag uitkomen (beginnen).
→Met welke kaart komt West dan uit?
→Welke regels zijn hiervoor?
Slide 8 - Diapositive
Mini Bridge:
1.Oost is gever en begint met zeggen
van zijn punten.Daarna met klok mee.
2.Hoeveel punten heeft Oost,
Zuid, West en Noord?
3.Wie worden de spelende partij?
4.Wat wordt er gespeeld: troef of
sans atout?
5. Wie is de leider? Wie de dummy?
Slide 9 - Diapositive
Oost: 6 punten
Zuid: 13 punten
West: 17 punten
Noord: 4 punten
Totaal 40 punten
Oost en west spelen
Slide 10 - Diapositive
Richtlijnen voor spelen en tegenspelen:
Wees niet te haastig met het uitspelen van azen. →WEES ZUINIG OP DE AZEN Azen moeten de hoge kaarten van de tegenpartij `vangen`
Van een rijtje aaneengesloten honneurs, zoals heer-vrouw-boer-tien, komen we uit met de hoogste →KOM UIT MET DE HOOGSTE VAN EEN AANEENGESLOTEN RIJTJE HONNEURS
In een sans-atoutspel is het verstandig om uit te komen met de kleur waarin je de meeste kaarten hebt, de langste kleur. → KOM IN EEN SANS-ATOUTSPEL UIT MET DE LANGSTE KLEUR. De speler met de meeste kaarten in die kleur houdt uiteindelijk kaarten over en zal daarmee dan nog slagen kunnen maken. Bij sans-atout kun je immers niet afgetroefd worden.
Slide 11 - Diapositive
Richtlijnen voor spelen en tegenspelen:
Onthoudt dus goed:
met welke kleur je partner uitkomt/begint
met welke kaart je partner uitkomt/begint
welke kleur je partner weggooit wanneer hij niet meer kan bekennen!
Slide 12 - Diapositive
Wie wordt de leider bij minibridge?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Question ouverte
West is leider en hij is aan slag. De speelsoort is sans atout. Hoe maakt west `achter elkaar` vier klaverslagen?
Slide 15 - Question ouverte
Er wordt sans atout gespeeld. Zuid is leider. West moet uitkomen. West komt uit met ruiten 3. Leider zuid vraagt dummy ruiten 2. Welke kaart speelt oost?
Slide 16 - Question ouverte
Zuid is leider. Spel sans atout. West komt uit met harten V. Hoeveel slagen kan de leider achter elkaar maken?
Slide 17 - Question ouverte
Richtlijnen voor spelen en tegenspelen:
Wees niet te haastig met het uitspelen van azen. →WEES ZUINIG OP DE AZEN Azen moeten de hoge kaarten van de tegenpartij `vangen`
Van een rijtje aaneengesloten honneurs, zoals heer-vrouw-boer-tien, komen we uit met de hoogste →KOM UIT MET DE HOOGSTE VAN EEN AANEENGESLOTEN RIJTJE HONNEURS
In een sans-atoutspel is het verstandig om uit te komen met de kleur waarin je de meeste kaarten hebt, de langste kleur. → KOM IN EEN SANS-ATOUTSPEL UIT MET DE LANGSTE KLEUR. De speler met de meeste kaarten in die kleur houdt uiteindelijk kaarten over en zal daarmee dan nog slagen kunnen maken. Bij sans-atout kun je immers niet afgetroefd worden.
Slide 18 - Diapositive
Meer richtlijnen:
Wanneer onze partner met een lage kaart uitkomt, is het bijna verstandig om zelf, als derde man, onze hoogste kaart bij te spelen → DE DERDE MAN DOET WAT HIJ KAN.
In een sans-atoutspel is het verstandig om uit te komen met de kleur waarin je de meeste kaarten hebt, de langste kleur. → KOM IN EEN SANS-ATOUTSPEL UIT MET DE LANGSTE KLEUR.De speler met de meeste kaarten in die kleur houdt uiteindelijk kaarten over en zal daarmee dan nog slagen kunnen maken. Bij sans-atout kun je immers niet afgetroefd worden.
Wat is uitkomen?
→ uitkomst is start → de eerste slag van een spel
Slide 19 - Diapositive
Verdere afspraken uitkomstkleur:
Als we van een kleur het Aas en de Heer hebben, komen we uit met het Aas → HET AAS VAN AAS-HEER
Ook van andere plaatjes komen we uit met de hoogste, mits dat plaatje deel uitmaakt van een aaneengesloten rijtje, een serie →DE HOOGSTE VAN EEN SERIE.
Uitkomen met onze laagste kaart in een kleur betekent dat we één of twee honneurs in die kleur hebben, maar geen serie →KLEINTJE BELOOFT PLAATJE
Uitkomen met een middenkaart betekent dat we geen honneur(s) in die kleur hebben →MIDDENKAART ONTKENT PLAATJE.
Slide 20 - Diapositive
pagina25
Slide 21 - Diapositive
pagina 26 deel 1
Slide 22 - Diapositive
pagina 27 deel 2
Slide 23 - Diapositive
Met welke kaart kom ik uit?
♠ A H 7 2
♠ H V B 8 3
♥ V B 10 6 4
♦ V 7 3
♣ H B 6 2
♥ 9 7 2
Slide 24 - Diapositive
Welke kaart kies je van: ♥ V B 10 2 En waarom?
Slide 25 - Question ouverte
Welke kaart kies je van: ♥ H 8 7 3 En waarom?
Slide 26 - Question ouverte
Welke kaart kies je van: ♥ 9 8 2 En waarom?
Slide 27 - Question ouverte
Sans atout. Zuid leider. Jij bent oost. Partner west komt uit met ♦ B, leider zet in dummy ♦ 6. Welke kaart speel je? Waarom?
Slide 28 - Question ouverte
Speelsoort sans atout en zuid is leider. Je bent west. Welke kaart kies je voor je uitkomst? ♠ B 8 ♥ V 9 7 6 3 ♦ A H 2 ♣ 9 8 3 En waarom?
Slide 29 - Question ouverte
Speelsoort sans atout en zuid is leider. Je bent west. Welke kaart kies je voor je uitkomst? ♠ V 10 7 ♥ H 5 4 ♦ V B 10 5 ♣ 10 9 8