Examentraining Nederlands schrijven 3F les 6 zelfstandig

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Examentraining schrijven 3F

periode 3

M.Pots

Deze zelfstandige les  gaat over alle lessen die je hebt gehad in periode 3, 

oftewel de examentraining schrijven 3F. 

Hierin zijn de volgende onderdelen aan bod gekomen:  

Les 1: het schrijven van een zakelijke  e-mail 

Les 2: het schrijven van een zakelijke brief

Les 3: taalverzorging en samenhang

Les 4: het schijven van een betoog

Les 5: het schrijven van een artikel

Deze les Examentraining Schrijven 3F (ter afronding van periode 3) bestaat uit zowel open als gesloten vragen. 
Dit zijn er 20 in het totaal.  

Aan het einde weet je of;

* je begrijpt hoe het examen Nederlands schrijven 3F wordt beoordeeld;

* je de behandelde theorie begrijpt; 

* je de behandelde lesstof ook zelf kunt toepassen.

Veel succes! 

Het examen schrijven 3F wordt dinsdag 19 maart afgenomen.

Door wie wordt dit examen beoordeeld?

1. Je eigen docent Nederlands en een tweede corrector
2. Je mentor
3. Een docent Nederlands van een andere leslocatie
4. Door iemand van buitenaf (bijvoorbeeld een andere instantie of school).

Bij het beoordelen van je examen wordt er eerst gekeken naar de 'precondities'.
Welk van onderstaande punten is géén preconditie?

1. Je opdrachten zijn Nederlands geschreven.
2. Je opdrachten zijn voldoende leesbaar.
3. Minimaal 60% van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.
4. Minimaal 80% van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.

Je examen schrijven wordt beoordeeld aan de hand van zes aspecten.

Welke aspecten zijn dit?

1. Afstemming op doel Afstemming op publiek
2. Leesbaarheid Spelling, interpunctie en grammatica
3. Samenhang Woordenschat en woordgebruik
4. Antwoord A, B en C zijn allemaal correct.

Les 1 ging over het schrijven van een e-mail.

Welke indeling gebruik je voor het schrijven van een e-mail?

1. Aanhef, inleiding, kern, slot en slotgroet
2. Titel, inleiding, kern en slot
3. Adresseringen, plaats en datum, onderwerp, aanhef, inleiding, kern, slot en slotgroet

Je hebt geen studiepunt gekregen voor het vak burgerschap.
Jij vindt dat je hier wel recht op hebt. Je stuurt je docent een e-mail.

Welke aanhef kies je bij het schrijven van deze zakelijke e-mail?

1. Hoi Kim,
2. Beste Kim,
3. Beste mevrouw Gomersbach,
4. Geachte mevrouw Gomersbach,

Je hebt geen studiepunt gekregen voor het vak burgerschap.
Jij vindt dat je hier wel recht op hebt. Je stuurt je docent een e-mail.
Schrijf hiervoor een aanhef en korte inleiding.

Welke slotgroet kies je bij het schrijven van deze zakelijke e-mail naar je docent burgerschap?

1. Kusjes, je voornaam
2. Groetjes, je voor- en achternaam
3. Zakelijke groet, je voor- en achternaam
4. Met vriendelijke groet, je voor- en achternaam

Je hebt 10 weken stage gelopen bij een communicatiebureau. De stageperiode is nu weer ten einde. Voor school moet jij daarom een reflectieverslag schrijven over jouw afgelopen stageperiode.

Welke titel zou er boven jouw verslag komen?

1. Tien weken stage
2. Stageverslag Communicatiebureau "Eigenwijs"
3. Hele leuke stage
4. Mijn stage van tien weken bij Fort Resort Beemster in de Zuidoostbeemster.

Je hebt 10 weken stage gelopen bij een communicatiebureau. De stageperiode is nu weer ten einde. Voor school moet jij daarom een reflectieverslag schrijven over jouw afgelopen stageperiode.

Schrijf een slot voor dit reflectieverslag.
Geef hierin aan of je jouw leerbedrijf wel/niet aanraad aan je medestudenten en waarom.
Sluit passend af.

Het controleren of je tekst volledig is doe je aan de hand van de 5W en 1H vragen.

Waar staan de 5W en 1H voor?

1. Wie, Wat, Wanneer, Waarom, Waardoor en Hoeveel
2. Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe
3. Wie, Welke, Wat, Wanneer, Waarom en Hoe

Wat komt er in iedere INLEIDING van een tekst?
(Dus in alle tekstsoorten).

1. Waarom schrijf je?
2. Wie ben je?
3. Alle details die je wilt bespreken.
4. Wat hoop of verwacht je?

Je bent op zoek naar een (nieuwe) baan in de Marketing Op internet tref je een leuke vacature. Je bent meteen enthousiast en je vult een sollicitatieformulier in.

Op het formulier word je gevraagd om minimaal drie argumenten te geven waarom jij geschikt bent voor deze baan.
Wat vul jij hier in? Maak een mooie alinea van jouw tekst.

Les 2 ging over het schrijven van een zakelijke brief.

De volgorde van een zakelijke brief:

1. adres ontvanger, adres afzender, aanhef, datum, betreft
2. adres ontvanger, adres afzender, betreft, aanhef, datum
3. adres afzender, datum, adres ontvanger, , betreft, aanhef
4. adres afzender, adres ontvanger, betreft, datum, aanhef

Les 3 ging over samenhang en taalverzorging

Wat draagt bij aan de samenhang in een tekst?

1. de tekst indelen in alinea's
2. de tekst een duidelijke opbouw geven
3. gebruik van signaalwoorden
4. antwoorden A, B en C zijn juist

Bespreken indeling: Inleiding, kern & slot.

Structuur duidelijk maken in inleiding. Afbeelding moet helpen bij samenhang, decoratieve afbeelding is daarvoor meestal minder geschikt. 

In stap 15 staat een signaalwoord.

Wat is het signaalwoord en welk verband geeft dit woord aan?

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?

1. En
2. Maar
3. Mits
4. Dus

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?

1. ten eerste
2. daarom
3. bijvoorbeeld
4. maar

Vul in deze zin de interpunctie in.

Kunt u mij vertellen waar de snelweg is vroeg de automobilist

Vul de juiste interpunctie in
. , ? ! : ; '
Jan zegt Ik woon al mijn hele leven in Amsterdam

Les 4 ging over het schrijven van een betoog.

Wat is een betoog?

1. Een tekst waarin informatie over een onderwerp wordt gegeven, zonder eigen mening
2. Een tekst waarin een onderwerp van uit verschillende meningen wordt bekeken.
3. Een tekst die bedoeld is om de lezer te overtuigen.. De mening van de schrijver is duidelijk terug te zien.
4. Een tekst die bedoeld is om te amuseren.

Bij het 3F examen geef je 3 argumenten en ook een tegenargument met weerlegging. Kijk nog even in je boek!

Wat is de opbouw van een betoog?

Wat staat er in de inleiding van een betoog?

Wat vind je in de kern van een betoog?

Kenmerkend van een slot van een betoog.

In les 5 ging het over het schrijven van een artikel.
Een artikel in een krant is een.....

1. Amuserende tekst
2. Betogende tekst
3. Informatieve tekst
4. Overtuigende tekst

Een artikel bestaat uit

1. inleiding, middenstuk, slot
2. Slot, titel, middenstuk
3. handtekening, inleiding, middenstuk, slot
4. Titel, inleiding, middenstuk,slot

Is dit een artikel of een brief?

1. artikel
2. brief

De tekst is een artikel.

Het belangrijkste doel van een artikel is meestal....

1. Amuseren
2. Informeren
3. Instructie geven
4. A, B en C zijn juist

Hopelijk heb je nu een goed beeld van je eigen kennis over het schrijfexamen.

Kijk in het boek of online nog naar het onderdeel

IE Schrijven en de onderdelen van spelling en taalverzorging.