2.3 Leven in megasteden

HW bespreken
Lees: paragraaf 2.2
Maak: opdracht  5 t/m 7 paragraaf 2.2 


1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

HW bespreken
Lees: paragraaf 2.2
Maak: opdracht  5 t/m 7 paragraaf 2.2 


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee stellingen:
1. Een primate city is gunstig voor een land
2. Door een stedelijk netwerk is vervoer van goederen en mensen makkelijker
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
D
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén gunstige ligging voor een stad?
A
Aan een rivier
B
Vruchtbare grond
C
Bergachtig
D
Grondstoffen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke landen vindt de meeste urbanisatie plaats?
A
Rijke landen
B
Arme landen
C
Zowel rijke als arme landen
D
Landen die niet heel rijk of arm zijn

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén oorzaak van urbanisatie
A
Beter weer in de stad
B
Migranten die jonge gezinnen stichten
C
Beter werk in de stad
D
Beter leven in de stad

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf welke periode groeiden steden in rijke landen
A
Prehistorie
B
Industriële revolutie
C
Middeleeuwen
D
Moderne tijd

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stad in een arm land
Stad in een rijk land

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf wanneer begonnen steden in arme landen erg te groeien?
A
1800
B
1700
C
1500
D
1960

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het CBD (Central Business District) van een stad vind je vaak in....
A
Het centrum
B
Aan de randen van de stad
C
Nooit in de stad zelf
D
Zowel in het centrum als aan de randen van de stad

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén kenmerk van een krottenwijk?
A
Slechte bouwmaterialen
B
Central Business District (CBD)
C
Op gevaarlijke plekken
D
Geen riolering, waterleiding of elektriciteit

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners is een?
A
Wereldstad
B
Primate city
C
Megastad
D
Hoofdstad

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoofdstad
Wereldstad
Megastad
Amsterdam
New York
Shanghai

Slide 12 - Question de remorquage

Shanghai heeft 26.3 miljoen inwoners
Een ander woord voor verstedelijking is?
A
Randstad
B
Megastad
C
Stedelijk netwerk
D
Urbanisatie

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 2 Steden
Paragraaf 2.3 Leven in megasteden

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
- Leerdoelen
- Herhaling
- Wat weet je al?
- Uitleg
- Huiswerk

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
- Je weet wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen wonen, werken en verkeer in megasteden in rijke en arme landen.
- Je begrijpt waarom de problemen groter zijn in megasteden in arme landen dan in rijke landen.
- Je kunt oplossingen bedenken voor problemen in megasteden.


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Megastad

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wonen
- Problemen in megasteden in arme landen:
  1. Milieuvervuiling (afval, verkeer, fabrieken)
  2. Slechte wijken, werkloosheid en criminaliteit
  3. Rijken in villawijken met hekken en bewaking eromheen


    Slide 18 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wonen

    - Probleem in megasteden in arme en rijke landen:
    1. Groot verschil tussen rijk en arm

    - Segregatie: arme en rijke mensen leven gescheiden in aparte wijken

    Slide 19 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 20 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    HW
    Lees: paragraaf 2.3
    Maak: opdracht  1 t/m 3 paragraaf 2.3 (blz. 38)

    Al klaar?
    Maak: Herhaling (blz. 40/41) & verdieping (blz. 42/43)

    Slide 21 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Werken
    - Veel mogelijkheden om geld te verdienen in megastad.
    - In rijke landen veel werk in formele sector: deel vd economie waarin men belasting betaalt + wel minimumloon

    - In arme landen veel werk in informele sector: deel vd economie waarin men geen belasting betaalt + geen minimumloon



    Slide 22 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 23 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 24 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Verkeer

    - In een megastad moet je vaak ver reizen naar je werk
    - Aantal brommers en auto's neemt sterkt toe --> files en luchtvervuiling

    Slide 25 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 26 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 27 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    HW
    Lees: paragraaf 2.3
    Maak: opdracht  4 t/m 7 paragraaf 2.3 (blz. 39)

    Al klaar?
    Maak: Herhaling (blz. 40/41) & verdieping (blz. 42/43)

    Slide 28 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Controleer jezelf!
    - Je weet wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen wonen, werken en verkeer in megasteden in rijke en arme landen.
    - Je begrijpt waarom de problemen groter zijn in megasteden in arme landen dan in rijke landen.
    - Je kunt oplossingen bedenken voor problemen in megasteden.

    Slide 29 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Twee stellingen:
    1. Een primate city is gunstig voor een land
    2. Door een stedelijk netwerk is vervoer van goederen en mensen makkelijker
    A
    Stelling 1 en 2 zijn juist
    B
    Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
    C
    Stelling 1 en 2 zijn onjuist
    D
    Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist

    Slide 30 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is géén gunstige ligging voor een stad?
    A
    Aan een rivier
    B
    Vruchtbare grond
    C
    Bergachtig
    D
    Grondstoffen

    Slide 31 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    In welke landen vindt de meeste urbanisatie plaats?
    A
    Rijke landen
    B
    Arme landen
    C
    Zowel rijke als arme landen
    D
    Landen die niet heel rijk of arm zijn

    Slide 32 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is géén oorzaak van urbanisatie
    A
    Beter weer in de stad
    B
    Migranten die jonge gezinnen stichten
    C
    Beter werk in de stad
    D
    Beter leven in de stad

    Slide 33 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Vanaf welke periode groeiden steden in rijke landen
    A
    Prehistorie
    B
    Industriële revolutie
    C
    Middeleeuwen
    D
    Moderne tijd

    Slide 34 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat hoort niet bij de informele sector?
    A
    Wel belasting betalen
    B
    Geen belasting betalen
    C
    Geen minimumloon
    D
    Werk wat niet bekend is bij de overheid

    Slide 35 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Stad in een arm land
    Stad in een rijk land

    Slide 36 - Question de remorquage

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Vanaf welke periode begonnen steden in rijke landen erg te groeien?
    A
    Prehistorie
    B
    Industriële revolutie
    C
    Middeleeuwen
    D
    Moderne tijd

    Slide 37 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Vanaf wanneer begonnen steden in arme landen erg te groeien?
    A
    1800
    B
    1700
    C
    1500
    D
    1960

    Slide 38 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Het CBD (Central Business District) van een stad vind je vaak in....
    A
    Het centrum
    B
    Aan de randen van de stad
    C
    Nooit in de stad zelf
    D
    Zowel in het centrum als aan de randen van de stad

    Slide 39 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Segregatie is.....
    A
    Grote rijke wijken
    B
    Een ander woord voor een krottenwijk
    C
    Werk waar je geen belasting over betaalt
    D
    Gescheiden leven in aparte wijken (rijk, arm, culturen)

    Slide 40 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is géén kenmerk van een krottenwijk?
    A
    Slechte bouwmaterialen
    B
    Central Business District (CBD)
    C
    Op gevaarlijke plekken
    D
    Geen riolering, waterleiding of elektriciteit

    Slide 41 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners is een?
    A
    Wereldstad
    B
    Primate city
    C
    Megastad
    D
    Hoofdstad

    Slide 42 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    hoofdstad
    Wereldstad
    Megastad
    Amsterdam
    New York
    Shanghai

    Slide 43 - Question de remorquage

    Shanghai heeft 26.3 miljoen inwoners
    Een ander woord voor verstedelijking is?
    A
    Randstad
    B
    Megastad
    C
    Stedelijk netwerk
    D
    Urbanisatie

    Slide 44 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat hoort niet bij de formele sector?
    A
    Wel belasting betalen
    B
    Wel minimumloon
    C
    Geen belasting betalen
    D
    Bij overheid bekend werk

    Slide 45 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions