week 12 (imperative/conjunctions onderdeel leesvaardigheid)

English reading
Grammar topics:
* imperative (gebiedende wijs)
* past simple versus present perfect (verleden tijd en voltooide tijd)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

English reading
Grammar topics:
* imperative (gebiedende wijs)
* past simple versus present perfect (verleden tijd en voltooide tijd)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Stop met zeuren!!! (zeuren = to nag)

Slide 4 - Question ouverte

Hou je aan de regels!

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

What's the difference?
Mary is a nice girl but........
Andrea is a pretty girl and ......

Slide 7 - Diapositive

Voegwoorden
* ordening aanbrengen (1st, 2nd, 3rd, 4th)
* groepen woorden aan elkaar verbinden
* verbanden aangeven


* spreken/schrijven: kunnen toepassen
* lezen/luisteren: herkennen zodat je de tekst       beter kunt begrijpen

Slide 8 - Diapositive

Whereas
While
Since
Because
However
Although
Terwijl (tegenstelling)
Aangezien
Terwijl (op hetzelfde moment)
Omdat
Maar
Hoewel

Slide 9 - Question de remorquage

Tegenstelling
Reden/ oorzaak
But
However
Although
Whereas
Even though
Because
Since
As
For

Slide 10 - Question de remorquage

_____ he was doing the dishes, she walked the dog.
A
But
B
While

Slide 11 - Quiz

I need to study ______ the test is tomorrow.
A
because
B
but

Slide 12 - Quiz

_______ the sun is shining right now, I will bring my umbrella.
A
Because
B
Although

Slide 13 - Quiz

We were late for class, ____ the teacher let us in.
A
however
B
whereas

Slide 14 - Quiz

Do you prefer flying ___ driving?
A
and
B
or

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive