Herhaling grammatica zinsdelen
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Persoonsvorm
Zinsdelen
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
De zin van tijd veranderen.
Verdeel de zin in zinsdelen. Alles wat voor de PV staat, is één zinsdeel.
Wie of wat doet er iets?
Alle werkwoorden uit de zin. Incl. PV.
Aan wie of voor wie + wg + ow + lv?
Alles wat je nog niet hebt benoemd
Wie of wat + wg + o
Slide 2 - Question de remorquage
Juist of onjuist?
Het dikgedrukte woord is de pv.
Het dikgedrukte woord is de pv.
Wie heeft dat programma gezien?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Wie speelt de hoofdrol in die film?
A
Wie=pv
B
Speelt=pv
C
Hoofdrol=pv
D
Film=pv
Slide 4 - Quiz
Juist of onjuist?
Het onderwerp is dikgedrukt.
Het onderwerp is dikgedrukt.
Ik ben met de hond naar het bos geweest.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
In Noorwegen heeft hij een studie gedaan.
A
Heeft= wg
B
Heeft gedaan= wg
C
Heeft hij gedaan=wg
D
gedaan= wg
Slide 6 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Mevrouw Van Veen wordt geholpen door de leerlingen.
A
Mevrouw van Veen
B
Wordt
C
Wordt geholpen
D
door de leerlingen
Slide 7 - Quiz
Ontleed de zin: Pv, OW, WG, LV, MV en BWB
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Ik ben met de hond naar het bos geweest.
Slide 8 - Question ouverte
Ontleed de zin: Pv, OW, WG, LV, MV en BWB
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Hij kocht een roodgestreepte helm voor zijn vader.
Slide 9 - Question ouverte
Ontleed de zin: Pv, OW, WG, LV, MV en BWB
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Voor komend weekend heeft de weerman een orkaan voorspeld.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp uit de volgende zin?
Mijn vader heeft een auto van de zaak.
A
Mijn vader
B
heeft
C
een auto
D
een auto van de zaak
Slide 11 - Quiz
Ontleed de zin: Pv, OW, WG, LV, MV en BWB
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
De leraar heeft hem gisteren een onvoldoende gegeven.
Slide 12 - Question ouverte
Ontleed de zin: Pv, OW, WG, LV, MV en BWB
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Wij geven je morgen antwoord.
Slide 13 - Question ouverte
Ontleed de zin: Pv, OW, WG, LV, MV en BWB
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Zet een x als het zinsdeel er niet in voorkomt.
Iedereen heeft weleens een kerstfilm gezien
