2 HV | 8.3 Je bloed vervoert

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

8.3 voorbereiden

Lees 8.3.

 Maak aantekeningen en schrijf begrippen op.

10 minuten, dan checkvragen.

Het bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen.
Het bloedplasma vervoert ...

1. voedingsstoffen, hormonen en zuurstof
2. zuurstof, koolstofdioxide en water
3. hormonen, voedingsstoffen, afvalstoffen

Wat doen de rode bloedcellen?

1. Zuurstof vervoeren
2. Afweer van ziekteverwekkers
3. Bloed laten stollen
4. Zuurstof vervoeren

Wat doen bloedplaatjes?

1. Maken wondjes dicht
2. Bestrijden ziekteverwekkers
3. Vervoeren zuurstof
4. Vervoeren koolstofdioxide

Wat doen witte bloedcellen?

1. vervoeren zuurstof
2. vervoeren afvalstoffen
3. doen niks
4. maken ziekteverwekkende stoffen onschadelijk

Zet de stappen van de hartslag in de goede volgorde:

1

2

3

Jasmijn heeft de hele dag haar hartslagmeter om gehad. ’s Avonds bekijkt ze haar hartslaggrafiek. Wat is haar hartslag in rust? En wat is haar hartslag wanneer ze intensief sport? 

1. in rust = 80 intensieve sport = 180
2. in rust = 60 intensieve sport = 180
3. in rust = 70 intensieve sport = 180
4. in rust = 80 intensieve sport = 160

In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.

Rechterboezem

Rechterkamer

Linkerboezem

Linkerkamer

Bloed stroomt het hart in

Bloed stroomt het hart in

Bloed stroomt het hart uit

Bloed stroomt het hart uit

Hartinfarct

Slagaderverkalking

Herseninfarct

Te hoge bloeddruk

Sleep de afbeeldingen naar de juiste hart-en vaatziekte

Hartinfarct

Beroerte

Hartfalen

Hartritmestoornis

Hierbij slaat het hart onregelmatig of werkt de elektrische prikkel die het hart aanstuurt niet goed

Hierbij raakt een bloedvat van het hart plotseling afgesloten

Hierbij werkt het hart minder goed. Je bent daardoor sneller moe of kortademig en houdt vocht vast.

Een deel van de hersenen krijgt voor kortere of langere tijd geen zuurstof meer

Routes

Route 1

(fout in 1 t/m 5) klassikaal meedoen 

1 t/m 10

Route 2

(fout in 6 t/m 8) zelfstandig werken + nakijken

1 t/m 10

Route 3

(fout in 9 of alles goed) 

2, 5, 6, 8 t/m 10 + verdiepingsopdracht

Bloedplasma & Bloedcellen
Verschil en functie

Bloedplasma = water + eiwitten + opgeloste stoffen.

Functie: vervoeren voedingsstoffen + afvalstoffen + bloedcellen in het lichaam.

Bloedcellen  = rode bloedcellen + witte bloedcellen + bloedplaatjes (zweven in bloedplasma)

Functie:

• Rode bloedcel: vervoeren zuurstof
• Witte bloedcel: ziekteverwekkers bestrijden
• Bloedplaatjes: helpen bij het "stollen" van het bloed. 

Stollen = bloed gaat van vloeibaar naar vast (korstje op een wond)

Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm en kunnen uit de bloedvaten gaan om ergens in het lichaam ziekteverwekkers te bestrijden.

Film

De volgende film laat zien hoe een witte bloed een bacterie "opjaagt" , opeet en uitschakeld