Via Vooraf thema 3 hoofdstuk 1: moeilijke woorden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Via vooraf thema 3 Natuur

hoofdstuk 1

Moeilijke woorden

Voor deze les is het nodig het knipblad van thema 3 te kopiëren voor leerlingen.

Dat is blz 333 en 335 van het boek.

productdoel

Aan het einde van deze les:

Ken je de moeilijke woorden en de betekenis van de moeilijke woorden van thema 3

procesdoel / competentie

3.1 Ik luister goed naar de uitleg en begrijp de instructie.

Start

Blz 75 en 76

We lezen en bespreken de moeilijke woorden en hun betekenissen

de afvalscheiding

biologisch

het klimaat

het landschap

het milieu

de natuur

de oceaan

recyclen

het regenwoud

het seizoen

uitsterven

vegetarisch

de vervuiling

zich voortplanten

de weersverwachting

oefenen van de woorden

welk woord past het beste bij het plaatje?

1. het landschap
2. het seizoen
3. het milieu
4. de natuur

Welk woord past het beste bij het plaatje?

1. biologisch
2. vegetarisch
3. het milieu
4. het landschap

Welk woord:
Het apart inzamelen van afval

Welk woord past bij het plaatje?

Welk woord past bij deze betekenis?
"het soort weer dat bij een land of gebied hoort."

1. Natuur
2. Milieu
3. Klimaat
4. Weer

Welke woord past bij het plaatje

Welk woord past bij deze betekenis?
"Opnieuw gebruiken"

zelfstandig werken

Wat: maak de opdrachten uit je boek, ga verder waar je gebleven bent.

Hoe: zelfstandig. Heb je een vraag? Vraag hulp.

Tijd: tot er wordt gezegd dat je mag opruimen. 

Resultaat: je kent de betekenis van de moeilijke woorden en je hebt goed gewerkt.

Klaar: rustig verder werken, of extra werk maken.

Evaluatie

Productdoel: ik ken de betekenis van de moeilijke woorden.

Procesdoel: competentie 3.1 ik heb goed geluisterd naar de uitleg en de instructie begrepen.