Les 2 bewerking en reflecteren economie havo 3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Les 2 Bewerking en reflecteren economie havo 3

V3I

V3F

V3F/V3I Welkom

- Je gaat zitten volgens de plattegrond

- Je komt op tijd in de les met de juiste spullen, dus zonder jas

- Telefoon → in je tas of op bureau vd docent (geen discussie!)

- Spullen in orde op tafel als de les begint

- Huiswerk in orde Niet gelukt? Nablijven; dezelfde dag

- Je hebt een actieve en positieve houding in de les

- GEEN DISCUSSIE - 1 waarschuwing - verwijderen

Materiaal

Heb je alle spullen bij je?

- Boek

- Chromebook/laptop

- Schrift/papier

- Rekenmachine

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je:

- Je kunt de bewerking en reflectie van een T2-vraag met betrekking tot economische tabellen uitvoeren.

- Je kunt een T-2 vraag met betrekking tot economische tabellen  aflezen bewerken en reflecteren.

- Je kunt de T2-vraag bewerken en reflecteren in combinatie met economische tabellen.

Terugblik vorige les

Opdracht 11 par. 3.2

Gebruik de bron. Hoeveel belasting moet er betaald worden als Amir zijn zoon € 7.277 wil schenken?

IK ZIE...

Ik zie?

TIP

Bedenk altijd:

- wat zie ik (in het tabel)

- wat weet ik (uit de tekst)

- wat kan ik dan concluderen?

IK ZIE

IK WEET

DUS...

IK WEET!

Belangrijk: 

- Wat weet ik uit de tekst? (Voorkennis)

- Hoe kom ik tot een oplossing van de vraag?

Opdracht 11 par. 3.2

Gebruik de bron. Hoeveel belasting moet er betaald worden als Amir zijn zoon € 7.277 wil schenken?

IK WEET...

Opdracht: Schrijf alle gegevens op en kom tot een oplossing.

Opdracht 11 par. 3.2

IK WEET...

- Tariefgroep I

- Vrijstellingen voor deze tariefgroep

- Percentage

- Kunnen rekenen met procenten

Opdracht 11 par. 3.2

Gebruik de bron. Hoeveel belasting moet er betaald worden als Amir zijn zoon € 7.277 wil schenken?

Antwoord: De vrijstelling is € 5.277.

€ 7.277 - € 5.277 = € 2.000. Over het resterende bedrag moet 10% betaald worden, dus 10% van € 2.000 = € 200.

DUS?!

- Wat kan ik concluderen uit de oplossing?

- Is dit kloppend?

- Reflecteer op je antwoord.

Opdracht 11 par. 3.2

Antwoord: De vrijstelling is € 5.277.

€ 7.277 - € 5.277 = € 2.000. Over het resterende bedrag moet 10% betaald worden, dus 10% van € 2.000 = € 200.

Concluderend: 

- Er moet over dit bedrag €200,- betaald worden. 

-  10% van € 2.000 is € 200, is dit logisch?

- Hebben we alle stappen doorlopen wat vanuit de tekst gegeven is?

Opdracht

b. Hoeveel belasting moet afgedragen worden als Kees van zowel zijn oma als zijn oudste neef € 2.000 geschonken krijgt?

c. De buurman van Gerard schenkt hem € 4.000, omdat hij hem jarenlang geholpen heeft met het tuinonderhoud. Hoeveel belasting moet Gerard over deze schenking betalen?

Bereken de opgaven en geef een bewerking en maak vanuit je oplossing een conclusie. Schrijf dit op het werkblad.

Exit ticket invullen

https://forms.gle/EqWsimU3Rpyypxa49

Verplicht!!!