H3G Quiz laatste les 2023

H3G Quiz laatste les 2023
De vragen zijn door jullie zelf gemaakt!
Viel Erfolg und viel Spaß!!!
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

H3G Quiz laatste les 2023
De vragen zijn door jullie zelf gemaakt!
Viel Erfolg und viel Spaß!!!

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent (kaum)?
A
karig
B
nauwelijks
C
niets
D
geen

Slide 2 - Quiz

Hoeveel deelstaten (=Bundesländer)heeft Duitsland?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe vaak heeft Duitsland het WK voetbal gewonnen?
A
2x
B
3x
C
4x
D
5x

Slide 4 - Quiz


A
Vincenzo Grifo
B
Serge Gnabry
C
Jonas Hofmann
D
Niklas Füllkrug

Slide 5 - Quiz

Wat betekent (leise)?
A
netjes
B
op tijd
C
zachtjes
D
jammer

Slide 6 - Quiz

Welke stad heeft de grootste autoindustrie?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlin
D
Stuttgart

Slide 7 - Quiz

Hoe vertaal je "tot gauw"?
A
Bald bis.
B
Tut schnell.
C
Bis bald.
D
Tot schnell.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het Duitse woord "doof"?
A
stom
B
doof
C
slim
D
dom

Slide 9 - Quiz

Vertaal: Is je koffer groot?
A
Ist dein Koffer klein?
B
Ist dein Koffer mittelgroß?
C
Wo ist dein Koffer?
D
Ist dein Koffer groß?

Slide 10 - Quiz

Wie heeft de Volkswagen bedacht?
A
Dieter Volkswagen
B
Claus BMW
C
Jürgen Mercedes
D
Ferdinand Porsche

Slide 11 - Quiz

In welke maand begint het Oktoberfest?
A
in augustus
B
in september
C
in oktober
D
in november

Slide 12 - Quiz

In welk jaar is de Berlijnse Muur gevallen?
A
1990
B
1989
C
1991
D
2003

Slide 13 - Quiz

Hoe heet het Duitse leger?
A
Bundeswehr
B
Luftwaffe
C
Sanitätsdienst
D
Heeresmacht

Slide 14 - Quiz

Wat is het oudste Duitse automerk?
A
Volkswagen
B
Audi
C
BMW
D
Mercedes Benz

Slide 15 - Quiz

Wie hoort bij "Die Brezeln" in H3G?
A
Siep
B
Stan
C
Gijs
D
Rick

Slide 16 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
Du gehts hier immer geradeaus.
B
Du gehst hier immer geradeaus.
C
Du gehst hier imer geradeaus.
D
Du gehst hier immer geradeus.

Slide 17 - Quiz

Welk woord hoort in de zin? Bi het volgende verkeerslicht links. An der ............. Ampel links.
A
nachsten
B
nachtsten
C
nächtsten
D
nächsten

Slide 18 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Duitsland?
A
Hamburg
B
München
C
Düsseldorf
D
Berlin

Slide 19 - Quiz

Wat is één van de nationale gerechten van Duitsland?
A
Kaiserschmarren
B
Aardappelpuree
C
Sauerbraten
D
Wiener Schnitzel

Slide 20 - Quiz

Wat is de vertaling van (teilweise)?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de vertaling van: Ich gehe in die Realschule?
A
Ik zit op vwo.
B
Ik zit op kader./
C
Ik zit op havo.
D
Ik zit op mavo.

Slide 22 - Quiz

Vertaal: (Je steekt de straat over.)

Slide 23 - Question ouverte

In welke landen spreken ze Duits?
A
Zwitserland, Liechtenstein, Italië
B
Oostenrijk, Noorwegen, België
C
Duitsland, Luxemburg, Denemarken
D
Zweden, Liechtenstein, Polen

Slide 24 - Quiz

Hoe lang is het rijden (gemiddeld) met de auto van Zevenbergen naar Keulen?
A
1 uur en 50 minuten
B
2 uur en 10 minuten
C
2 uur en 50 minuten
D
3 uur en 10 minuten

Slide 25 - Quiz

Wie is er géén Faulenzer (=luilak; maar ook naam van een groepje) in H3G?
A
Karlijn
B
Kirsten
C
Fenne
D
Jojanneke

Slide 26 - Quiz

Stijn, Walid, Sander en Bas noemen zich:
A
RB Leipzig
B
RB Hamburg
C
RB Berlin
D
RB Stuttgart

Slide 27 - Quiz

In welke volgorde denk je heeft de "Gruppe 48" de namen op het blaadje genoteerd?
A
Bella, Tommy, Diego, Kim
B
Diego, Kim, Tommy, Bella
C
Tommy, Bella, Diego, Kim
D
Kim, Tommy, Bella, Diego

Slide 28 - Quiz

Welk Duits woord past het beste op de open plek: Du musst mir ......., weniger Schokolade zu essen!
A
niemals
B
versprechen
C
häufig
D
belauben

Slide 29 - Quiz

Wat betekent "schlimm" in het Nederlands?
A
slim
B
dom
C
erg
D
glad

Slide 30 - Quiz

Heeft Duitsland eilanden?

Slide 31 - Question ouverte

Welke frisdrank komt oorspronkelijk uit Duitsland?
A
Sprite
B
Coca cola
C
Lipton
D
Fanta

Slide 32 - Quiz

Wat is (de woonwijk) in het Duits?
A
der Viertel
B
die Viertel
C
das Viertel
D
die Viertelstunde

Slide 33 - Quiz