GMK P2.4 - Les 0 - Introductie psychiatrie

• Geneesmiddelkennis
• MBO
• Studiejaar 2

Welke psychiatrische en/of
neurologische aandoeningen ken je?

Via welke stofjes communiceren de zenuwcellen in hersenen?

1. Dendrieten
2. Hormonen
3. Neurotransmitters
4. Synapsen

Waar zitten de neurotransmitters in blaasjes opgeslagen?

1. Dendriet
2. Presynaps
3. Synaptische spleet
4. Postsynaps

Waar kan de neurotransmitter zijn boodschap aan de volgende zenuwcel doorgeven?

1. Axon
2. Presynaps
3. Synaptische spleet
4. Postsynaps

Welke neurotransmitter staat bekend als 'het beloningsstofje'?

1. Acetylcholine
2. Dopamine
3. GABA
4. Serotonine

Welke neurotransmitter staat bekend als 'het geluksstofje'?

1. Dopamine
2. Glutamaat
3. Noradrenaline
4. Serotonine

Een tekort aan acetylcholine kan leiden tot dementie.

Waar heeft acetylcholine ook effect op?

1. ADHD
2. Psychoses
3. Rust/verteren
4. Stemming

Teveel aan dopamine kan leiden tot:

1. ADHD
2. Bewegingsproblemen
3. Depressie
4. Hallucinaties

Als je een teveel aan dopamine blokkeert met een antipsychoticum kun je problemen met bewegen krijgen.

1. Waar
2. Niet waar

Dopamine brengt focus aan door prikkels te 'markeren' die belangrijk zijn.

Bij ADHD doet dopamine dit te veel.

1. Waar
2. Niet waar

Bij welke aandoening speelt
GABA geen rol?

1. Angst
2. Bipolaire stoornis
3. Epilepsie
4. Slaapproblemen

Welke geneesmiddelgroep versterkt het effect van GABA?

1. Antidepressiva
2. Antipschychotica
3. Benzodiazepines
4. Psychostimulantia

Bij welke aandoening is glutamaat betrokken?

1. Angst
2. Epilepsie
3. Migraine
4. Ziekte van Parkinson

Wat kan een oorzaak zijn van een hoog noradrenaline?

1. Roken
2. Slechte voeding
3. Stress
4. Weinig bewegen

Wat kan een gevolg zijn van langdurig hoog noradrenaline?

1. Angst, hoge bloeddruk
2. Pijn, hoog cholesterol
3. Hartaanval en slaperigheid
4. Psychoses en hoge hartslag

Waar heeft verhogen van noradrenaline en serotonine een positief effect op?

1. Angst en depressie
2. ADHD en psychoses
3. Dementie
4. Epilepsie

Serotonine heeft invloed op de stemming.
Bij depressie is er ......... aan serotonine

1. Te veel
2. Te weinig

Medicatie bij depressie verhoogt serotonine.
Waar verwacht je bijwerkingen?

1. Eetlust, slaap
2. Libido, concentratie
3. Bloedstolling en geheugen
4. Maagdarm, impulsbeheersing

Neurotransmitter	Rol bij:
Acetylcholine
Dopamine
GABA
Glutamaat
Noradrenaline
Serotonine

Angst

Depressie

Dementie

Epilepsie

ADHD

Parkinson

Psychose

Slapeloosheid