01. Setting en sfeer

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is setting?
  • De plaats, de tijd en de omstandigheden waar het verhaal zich afspeelt.

  • Wat kunnen we over de setting vertellen van het voorgelezen fragment?

Slide 2 - Diapositive

Wat is sfeer?
  • De plaats, de tijd en de omstandigheden zijn vaak heel bepalend voor de sfeer. De sfeer is bijvoorbeeld griezelend, geheimzinnig, romantisch, onbezorgd, of...

  • Wat kunnen we over de sfeer vertellen van het voorgelezen fragment?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

  • Pak je boek erbij op pagina 64 (HA).
  • Lees het fragment mee
  • Onderstreep woorden die je niet begrijpt
Emilia (14 jaar, ik-persoon) is halsoverkop naar New York gevlucht. Daar vindt ze, net als Jim (17 jaar), onderdak bij Seth (15 jaar) en zijn zusje Abby (9 jaar) in een flat op de negentiende verdieping. Hun moeder is een weekend weg. Orkaan Sandy raast over de stad.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Hotel de Grote L
Kos (13 jaar, ik-persoon) woont met zijn vader en drie zussen in een hotel aan zee. Het is de dag van de kampioenswedstrijd van zijn voetbalteam.

Pak je boek erbij op pagina 60 (TH) +66 (HA).
Lees het fragment mee.
Onderstreep woorden die je niet begrijpt.

Slide 7 - Diapositive

Samen aan de slag HA:

Je werkt samen aan $1 Setting en sfeer (blz. 64) en maakt de opdrachten bij de tekstfragmenten.
Samen aan de slag TH:

Je werkt samen aan $1 Setting en sfeer (blz. 60) en maakt de opdrachten bij de tekstfragmenten.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 1
1.1 Beschrijf de plaats in tekst 1 zo nauwkeurig mogelijk.
1.2 Beschrijf de tijd en de omstandigheden nauwkeurig.
1.3 Hoe voelt Emilia zich? Hoe weet je dat?
1.5 Leg uit hoe de gebeurtenissen de sfeer grimmiger maken.
1.6 Welk woord beschrijft de sfeer in de tekst het best? Kies uit: beklemmend - dreigend - gezellig - griezelig - kil - romantisch
1.7 Geven de omslag en de titel de sfeer goed weer?

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 1
1.1 Beschrijf de plaats in tekst 1 zo nauwkeurig mogelijk.
1.2 Beschrijf de tijd en de omstandigheden nauwkeurig.
1.3 Hoe voelt Emilia zich? Hoe weet je dat?
1.5 Leg uit hoe de gebeurtenissen de sfeer grimmiger maken.
1.6 Welk woord beschrijft de sfeer in de tekst het best? Kies uit: beklemmend - dreigend - gezellig - griezelig - kil - romantisch
1.7 Geven de omslag en de titel de sfeer goed weer?

Slide 10 - Diapositive

Zelf aan de slag
Lees: De tekstfragmenten vanaf pagina 60/ 64
Maak: Online of in lesboek + schrift  P1 setting en sfeer
Huiswerk: Na de herfstvakantie.

Of je werkt aan je fictiedossier opdracht!

timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Evaluatie
  • Welk boek sprak je meer aan?
  • Zou je een van de twee boeken willen lezen?

Slide 12 - Diapositive