Havo 3 - Chapter 4 - Herhaling passive (Present tenses + future)
1 / 29
La durée de la leçon est: 55 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is belangrijker bij de passive?
A
Het onderwerp
B
Het lijdendvoorwerp
Slide 4 - Quiz
Wat is een voorbeeld van de passive?
A
My grandmother ran over her dog.
B
The dog was run over by my grandmother.
Slide 5 - Quiz
Wat voor hulpwerkwoord moet je toevoegen om een passive te maken?
Slide 6 - Question ouverte
Step 1
Step 2
Step 3
Step 4
Step 5
Vervoeg het WW naar het voltooid deelwoord (3)
Schrijf de rest van de zin erachter met eventueel het O.
Vind het LV of MV en zet het aan het begin van de zin.
Onderstreep het O en het gezegde.
Voeg een vorm van 'to be' to in de juiste tijd.
Slide 7 - Question de remorquage
in the price
was
not
breakfast
included
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
Make the passive:
He always fixes things.
He always fixes things.
Slide 10 - Question ouverte
Make the passive:
Lisa drives her car every day.
Lisa drives her car every day.
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal de zin naar de Present simple passive:
Het boek wordt gelezen.
Het boek wordt gelezen.
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal de zin naar de Present simple passive:
Ik wordt geroepen.
Ik wordt geroepen.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Make the passive:
They are watching a film.
They are watching a film.
Slide 15 - Question ouverte
Make the passive:
I am checking these mistakes.
I am checking these mistakes.
Slide 16 - Question ouverte
Vertaal de zin naar de Present continuous passive:
The man wordt nu gedragen.
The man wordt nu gedragen.
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal de zin naar de Present continuous passive:
The brieven worden op dit moment bezorgd.
The brieven worden op dit moment bezorgd.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Make a passive:
You have helped her.
You have helped her.
Slide 20 - Question ouverte
Make a passive:
Father had never done this before.
Father had never done this before.
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal de zin naar de Present perfect passive:
De cadeaus zijn goedgekeurd
De cadeaus zijn goedgekeurd
Slide 22 - Question ouverte
Vertaal de zin naar de Present perfect passive:
Dat mes is net gebruikt.
Dat mes is net gebruikt.
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Make the passive:
She will bring three books.
She will bring three books.
Slide 25 - Question ouverte
Make the passive:
They are going to take a bath.
They are going to take a bath.
Slide 26 - Question ouverte
Vertaal de zin naar de future passive:
De huizen zullen worden gebouwd.
De huizen zullen worden gebouwd.
Slide 27 - Question ouverte
Vertaal de zin naar de future passive:
De badkamer zal worden schoongemaakt.
De badkamer zal worden schoongemaakt.
