5.6 Spreken, kijken, luisteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

5.6 Spreken, kijken, luisteren

Navertellen

Nederlands

H5.6 Spreken en gesprekken: Hoofdzaken navertellen

Leerdoel

• Je kunt de hoofdzaken van een korte tekst navertellen.

Hoofdzaken navertellen

• Over welke gebeurtenis gaat het?
• Noem de hoofdzaken.
• Gebruik de chronologische volgorde.

 In je eigen woorden navertellen.

In eigen woorden navertellen

Je weet nu waar de tekst over gaat.
Kun je het belangrijkste navertellen?

• Vertel het onderwerp
• Noem alleen de hoofdzaken
• Vertel in een logische volgorde
• Spreek rustig en goed verstaanbaar

Hoofdzaken navertellen

Oefening

In het volgende scherm zie je een korte film. 

Bekijk de film en beantwoord daarna de vragen.

Je gaat het verhaal navertellen.

www.google.com

Vertel in eigen woorden wat de hoofdzaak is wat Jochem Myer heeft verteld.

Huiswerk

Maak de opdrachten van 5.6

5.6 Spreken, kijken en luisteren

• Wat ga je leren?

• hoe je een duidelijke mondelinge instructie kunt geven;
  
• hoe je kunt samenwerken bij een grote opdracht.
  
  

Leerdoel 1

mondelinge instructie geven

Door een instructie probeer je iemand iets uit te leggen.

Waar of niet waar

Bij een mondelinge instructie kun je niks voordoen.

Waar of niet waar

Leertekst: instructie geven

Als je een mondelinge instructie geeft, leg je in stappen uit hoe iemand iets moet doen.

Tips bij het geven van een goede mondelinge instructie:

• Geef aan wat de benodigdheden zijn, voordat je met de instructie begint;

• Geef je instructie stap voor stap;

• Zorg voor een logische volgorde;

• Gebruik voorwerpen om je uitleg te verduidelijken;

• Doe alles zoveel mogelijk voor;

• Vraag om aandacht en zorg ervoor dat de mensen aan wie je een instructie geeft naar je luisteren;

• Controleer of je instructie begrepen is;

• Herhaal je instructie: noem de belangrijke stappen nog een keer.

Als je een mondelinge instructie krijgt, moet je goed naar de spreker luisteren en kijken. Anders weet je niet wat je moet doen. Wanneer je iets niet snapt, vraag dan om verduidelijking.

Leerdoel 2

Samenwerken bij een grote opdracht

Huiswerk

Maak de opdrachten van 5.6