herh. stukje 5.6 + UL 5.7 2VWO

planning
  • herhalingsvragen 5.6
  • leerdoelen 5.7
  • uitleg 5.7
  • huiswerk opgeven
  • aan de slag met huiswerk maken
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

planning
  • herhalingsvragen 5.6
  • leerdoelen 5.7
  • uitleg 5.7
  • huiswerk opgeven
  • aan de slag met huiswerk maken

Slide 1 - Diapositive

Chromebook op tafel en inloggen met je eigen naam!

Slide 2 - Diapositive

sediment is:
A
een laagje van zand- of kleideeltjes
B
een laagje van aarde en klei
C
een laagje van gebroken schelpen
D
een laagje van gebroken schelpen en kalk

Slide 3 - Quiz

Waarom is snelheid van sediment vorming belangrijk?
A
Minder kans dat UV van de zon het fossiel beschadigd
B
Minder kans op regen
C
Minder kans op rotten door schimmels en bacterien

Slide 4 - Quiz

Je hebt naaktslakken en huisjesslakken. Welke kunnen het beste fossiliseren?
A
Naaktslakken die na het sterven aan de lucht blootgesteld blijven
B
Naaktslakken die na het sterven worden afgesloten van de lucht door sedimenten
C
Huisjesslakken die na het sterven aan de lucht blootgesteld blijven
D
Huisjesslakken die na het sterven worden afgesloten van de lucht door sedimenten

Slide 5 - Quiz

Tijdschaal: Sleep op volgorde
eerste 
dieren
eerste 
landdieren
heel eenvoudige vorm van leven
eerste 
mensachtige
eerste 
eencellige
planten

Slide 6 - Question de remorquage

In een geologische tijdschaal staan tijdperken
verwerkt en deze zijn weer onderverdeeld in
periodes.
Hoeveel jaar geleden kwam het tijdperk
Mesozoicum ten einde?
A
542 miljoen jaar geleden
B
255,2 miljoen jaar geleden
C
65.5 miljoen jaar geleden
D
145,5 miljoen jaar geleden

Slide 7 - Quiz

In de afbeelding hieronder zie je een deel van een geologische tijdschaal.

De Tetrabelodon (uitgestorven olifantensoort) leefde ongeveer 20 miljoen jaar geleden.
Tot welk tijdvak leefde de Tetrabelodon?


A
In het Kenozoïcum
B
In het Mioceen
C
In het Oligoceen
D
In het Tertiair

Slide 8 - Quiz

In de afbeelding is een geologische tijdschaal weergegeven. Een brede lijn geeft aan dat een groep een grote bloei heeft doorgemaakt. In welke periode hadden reptielen hun grootse bloei?
A
Jura
B
Mesozoïcum
C
Krijt
D
Trias

Slide 9 - Quiz

Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons

Slide 10 - Quiz

Welke soorten hebben de meeste verwantschap?
A
Het paard en de hond
B
De hond en de kat
C
Weet niet
D
De kat en het paard

Slide 11 - Quiz

Wanneer spreek je van verwantschap?
A
Als dieren in hetzelfde leefgebied wonen.
B
Als er overeenkomst is in het DNA
C
Als er overeenkomst is in het dieet (wat dieren eten)
D
Als er geen enkele overeenkomst is tussen dieren.

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een rudiment bij de mens?
A
Botten
B
Gehoor
C
Staartwervels
D
Tanden

Slide 13 - Quiz

Mensen hebben rudimentaire organen. Welk van de volgende organen is rudimentair?
A
Galblaas
B
Blinde darm
C
Endeldarm
D
Lever

Slide 14 - Quiz

Sleep de juiste afbeelding naar de bijbehorende structuur.
overeenkomst in bouw
overeenkomst in functie
Rudimentair

Slide 15 - Question de remorquage

Overeenkomst in bouw van skeletten van zoogdieren is een argument ....... de evolutie theorie
A
voor
B
tegen

Slide 16 - Quiz

leerdoelen 5.7
  • Ik kan enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven. 

begrippenlijst:
biotechnologie  / recombinant-DNA-technieken   / genetische modificatie /transgeen/ crispr-cas  /  gene editing / gentherapie / genomics / DNA-tests  / eDNA / synthetische biologie

Slide 17 - Diapositive

Biotechnologie

Slide 18 - Diapositive

Klassieke biotechnologie
Biotechnologie wordt al heel lang door mensen gebruikt:
- gist (bier, brood)
- kaas
- veredeling

Hierbij kruist(e) de mens organismen met gunstige eigenschappen om te zorgen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Recombinant DNA-technieken
is een verzamelnaam voor verschillende 
technieken om nieuwe erfelijke informatie
aan te brengen in het DNA van een organisme.

Slide 21 - Diapositive

Hier kwam vroeger de insuline vandaan! Uit de alvleesklier van geslachte varkens. Dat was duur en tijdrovend. 
Hier komt de insuline vandaan!
Genetisch gemodificeerde bacteriën met een ingebouwd menselijke gen voor de productie van insuline.  Nu zuiver en goedkoop. 

Slide 22 - Diapositive

Crispr-Cas

Systeem dat bacteriën gebruiken om zich te verdedigen tegen virussen. 

Wetenschappers gebruiken nu deze techniek om genen te wijzigen. 
Ze herschrijven een stukje DNA (om het gen uit te schakelen of te vervangen) = gene editing. 
Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats
Crispr associated protein

Slide 23 - Diapositive

Gentherapie
De gene editing wordt nu al door de gezondheidszorg ingezet.
Hierbij worden kapotte genen gerepareerd bij een ernstige erfelijke ziekte.

Gentherapie kan al worden toegepast op veel erfelijke ziektes, maar daarvoor is eerst meer onderzoek nodig. 

Op dit moment wordt gentherapie toegepast bij specifieke oogaandoeningen en spierziekten zoals SMA, 
en loopt er onderzoek naar het gebruik van gentherapie bij onder andere hemofilie.


SMA staat voor Spinale Spieratrofie (Spinal Muscular Atrophy in het Engels). SMA is een van de meest voorkomende erfelijke ziekten bij kinderen. SMA ontstaat door een foutje in het DNA en leidt tot zwakte van de spieren.
Hemofilie is een erfelijke stoornis in de gehele bloedstolling. Het bloed kan niet goed stollen omdat een bepaalde stollingsfactor in het bloed ontbreekt. Als deze ziekte onbehandeld blijft kan bloedarmoede ontstaan en hemofilie kan indirect zelfs leiden tot de dood. 

Slide 24 - Diapositive

Genomics
  • het gehele DNA vergelijken
  • de combinatie van genen zien
  • vergelijk verschillende weefsels met elkaar (gezond vs. ziek persoon)
  • Welke genen staan aan/ uit. 
  • Bijvoorbeeld; kankeronderzoek
  • hierdoor betere behandelingen en medicatie op maat

Slide 25 - Diapositive

DNA-tests
  • Goedkoop, snel en nauwkeurig DNA vergelijken.
  • Hierdoor kunnen onbekende doden/slachtoffers worden geïdentificeerd en onbekende daders worden opgespoord. 
  • Ook kun je aantonen of soorten evolutionair verwant zijn. 
  • Fraude met voedsel opsporen. 




Je kunt daarmee ook verwantschap aantonen van familieleden (en of bepaalde soorten evolutionair verwant zijn). 

Slide 26 - Diapositive

eDNA
eDNA staat voor environmental DNA. 
Ofwel DNA sporen die in de omgeving worden gevonden. 
Bij deze techniek wordt eDNA vergeleken met DNA uit een database.

Slide 27 - Diapositive

eDNA
Organismen laten unieke 
DNA sporen achter.
Door uit zeewater, sneeuw 
of lucht kun je met eDNA 
erachter komen welke soorten in het gebied 
voorkomen zonder deze soorten te hoeven zoeken of zelfs te hoeven vangen. 


Slide 28 - Diapositive

Lees op blz. 157 alles in tabel 1

Slide 29 - Diapositive

Zijn dit argumenten  van voor- of tegenstanders van genetische modificatie?
Voorstanders
Tegenstanders
Je kunt er ziektes mee behandelen.
Er komt meer voedsel, dus minder honger in de wereld.
Je mag niet knutselen aan erfelijke eigenschappen van organismen.
Je weet niet wat de gevolgen zijn.

Slide 30 - Question de remorquage

huiswerk voor volgende les
maak (online) van thema 5
 van basisstof 5.7; opdracht 1 t/m 10

Begin nu met het maken van deze opdrachten. 

Ben je daar klaar mee; begin met het maken van TEST JEZELFs van 5.1 t/m 5.9

Slide 31 - Diapositive