V4 §4.2 Marktevenwicht bij volledige mededinging deel 1

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Week 2
Weektaak: maken + leren §4.2

Vandaag leg ik het eerste gedeelte uit en maken jullie twee opgaven.
De volgende les leg ik het tweede gedeelte uit en maken jullie twee opgaven.
De derde les gaan we samen met de opgaven aan de slag.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen week 2
Ik kan een marktmodel tekenen bij volledige mededinging. 
Ik kan het marktevenwicht berekenen bij volledige mededinging.
Ik kan het consumenten- en producentensurplus berekenen.
Ik ken de factoren die het verloop van de vraaglijn bepalen.
Ik ken de factoren die het verloop van de aanbodlijn bepalen.

Slide 3 - Diapositive

Noem een kenmerk van volledige mededinging.

Slide 4 - Question ouverte

Volledige mededinging
  • De 4 kenmerken:

  • Homogeen product.
  • Veel vragers & veel aanbieders
  • Volkomen transparante markt
  • Er zijn geen toetredingsdrempels 

Slide 5 - Diapositive

Het marktevenwicht bij volledige mededinging
  • In hoofdstuk 2 & 3 heb je onder andere geleerd om een vraaglijn en een aanbodlijn te tekenen.
  • Hiervoor heb je stappenplannen geleerd en geleerd deze toe te passen.
  • Deze geleerde vaardigheden horen bij de marktvorm volledige mededinging.
  • Een korte herhaling: 

Slide 6 - Diapositive

Tekenen:
Qa = 10P - 200 & Qv = 600 - 10P

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Leid in je tekening Pe en Qe af.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Bereken het consumentensurplus (in €). Qa = 10P - 200 & Qv = 600 - 10P

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Bereken het producentensurplus (in €). Qa = 10P - 200 & Qv = 600 - 10P

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Het marktevenwicht bij volledige mededinging
  • Hoe hadden we het marktevenwicht kunnen berekenen?

  • Qa = Qv
  • 10P - 200 = 600 - 10P
  • 20P = 800
  • Pe = 40
  • Qe = 10 x 40 - 200 = 200  v  Qe = 600 - 10 x 40 = 200

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Maken: opgave 4.8 & 4.11

Ik ben online om vragen te beantwoorden. 

Slide 16 - Diapositive