Woordjes Kapitel 2+3
Vertaal: es gibt
A
er is
B
het geeft
C
er zijn
D
er is & er zijn
1 / 13
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Vertaal: es gibt
A
er is
B
het geeft
C
er zijn
D
er is & er zijn
Slide 1 - Quiz
Vertaal: der Schmuck
A
de smaak
B
het gesmak
C
de sieraden
D
de snack
Slide 2 - Quiz
Kies het juiste woord op de puntjes:
Kennst du Adidas? Das ist eine deutsche ..............
Kennst du Adidas? Das ist eine deutsche ..............
A
Sonnenbrille
B
Farbe
C
Klamotte
D
Marke
Slide 3 - Quiz
Kies het juiste woord op de puntjes:
Die Hauptstadt von ................ ist Wien.
Die Hauptstadt von ................ ist Wien.
A
der Schweiz
B
Österreich
C
Frankreich
D
Deutschland
Slide 4 - Quiz
Vertaal:
brauchen
brauchen
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal: der Laden
A
de lading
B
de winkel
C
de lade
D
de landing
Slide 6 - Quiz
Kies het juiste woord op de puntjes:
In jeder großen Stadt gibt es eine ........
In jeder großen Stadt gibt es eine ........
A
Party
B
Seite
C
Marke
D
Einkaufsstraße
Slide 7 - Quiz
Vertaal: zu
A
bij
B
dicht
C
te
D
naar
Slide 8 - Quiz
Vertaal: bereits
A
bereid
B
al
C
breed
D
berijden
Slide 9 - Quiz
Kies het juiste woord op de puntjes:
Sport ist gesund für den..............
Sport ist gesund für den..............
A
Traumberuf
B
Zuschauer
C
Körper
D
Tennisschläger
Slide 10 - Quiz
Vertaal:
badmintonnen
badmintonnen
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal:
godsdienst
godsdienst
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal:
geruit
geruit
