Media, Vormgeving en ICTMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
De puntjes op de i zetten
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
In deze les leer je:
Hoe je makkelijk een inhoudsopgave maakt.
Wat voor lettertype je moet kiezen.
Dat een hoofdstuk altijd op een nieuwe bladzijde begint.
Wat tussenkopjes zijn.
Dat je je pagina's moet nummeren.
Dat je je werkstuk op tijd moet inleveren.
Slide 3 - Diapositive
Wat zijn goede tips voor een mooi titelblad?
A
Kies een mooi en scherp plaatje
B
Kies een mooi lettertype voor de titel
C
Zet je naam heel groot op het titelblad
D
Zet een foto van jezelf op het titelblad
Slide 4 - Quiz
Het titelblad
Een mooi titelblad is heel belangrijk. Mensen krijgen dan zin om je werkstuk te lezen. Het titelblad draait niet om jou, maar om je onderwerp.
Slide 5 - Diapositive
Je werkstuk typ je in een programma, bijvoorbeeld in Word of in OpenOffice Waar of niet waar: Deze programma's kunnen zelf een inhoudsopgave maken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Inhoudsopgave laten maken
Je noemt dat: een automatische inhoudsopgave. Vraag maar eens aan je docent hoe je die tevoorschijn haalt.
Slide 7 - Diapositive
Vul in:
Kies altijd een dat je goed kunt lezen. gebruik
in ieder hoofdstuk lettertype en dezelfde
. De kopjes mogen zijn dan de
rest van de tekst
groter
lettergrootte
lettertype
hetzelfde
Slide 8 - Question de remorquage
Lettertype en lettergrootte
Een duidelijk lettertype is bijvoorbeeld Times New Roman of Arial. Een mooie lettergrootte is 12.
Slide 9 - Diapositive
Waar of niet waar: Een nieuw hoofdstuk begint altijd op een nieuwe bladzijde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Een nieuw hoofdstuk
Wil je een handig trucje weten? Met ctrl + enter (of op een Apple: cmd + enter) gaat je computer vanzelf naar de volgende bladzijde.
Slide 11 - Diapositive
Je hebt een hoofdstuk geschreven over de onderdelen van een radio. Boven iedere alinea zet je een kopje. Waarom doe je dit?
A
Dat leest fijn
B
Dan zie je meteen waar de tekst over gaat
C
Dan hoeft hij minder te schrijven
D
Dat staat mooi
Slide 12 - Quiz
Koppen
Zo'n kopje noem je ook weleens een tussenkopje. Een tekst met tussenkopjes leest heel fijn en als je alle tussenkopjes even snel leest, zie je meteen waar het hoofdstuk over gaat.
Slide 13 - Diapositive
Je levert je werkstuk over duikboten in. Hiernaast zie je een stukje. Wat ben je vergeten?
A
kopjes te gebruiken
B
de spelling te controleren
C
het hoofdstuk een titel te geven
D
overal hetzelfde lettertype te gebruiken
Slide 14 - Quiz
Spelling checken
Gebruik altijd de spellingcontrole op je computer en lees je werkstuk altijd nog een keer na.
Slide 15 - Diapositive
Vergeet niet om je pagina's te nummeren. Waarom zijn je paginanummers belangrijk?
A
Dan is je bladzijde lekker snel vol
B
Dan kan de lezer de inhoudsopgave gebruiken
C
Dan ziet je werkstuk er interessant uit
D
Dan weet de lezer waar hij met lezen is
Slide 16 - Quiz
Paginanummers
Bedenk maar hoe het is als je een boek leest. Je zegt dingen als: "Ik ben al op bladzijde 55." Of: "Nog maar twaalf bladzijde en dan heb ik het boek uit!" Paginanummers zijn voor de lezer dus heel erg fijn.
Slide 17 - Diapositive
Leet je werkstuk altijd door iemand anders lezen voordat je het inlevert. Wat kun je niet aan deze persoon vragen?
A
Welk stukjes vind je goed?
B
Welke stukjes kunnen beter?
C
Zie je nog spelfouten?
D
Wil je ook een hoofdstuk schrijven?
Slide 18 - Quiz
Zelf schrijven
Laat een ander je alleen helpen. Een heel hoofdstuk schrijven is jouw taak!
Slide 19 - Diapositive
Wat zie je op het plaatje?
A
een multomap
B
een insteekhoes
C
een snelhechter
Slide 20 - Quiz
Snelhechter
Met een snelhechter maak je van je werkstuk een mooi boekje.
Slide 21 - Diapositive
Hoera, het werkstuk is af! Waar moet je nu nog op letten?
A
Kies een leuk onderwerp
B
Lever je werkstuk op tijd in
C
Maak een woordweb
D
Begin op tijd met printen
Slide 22 - Quiz
Op tijd beginnen
Begin op tijd met printen. Mocht je inkt dan op zijn, dan kun je nog nieuwe halen en hoef je niet te stressen als er iets misgaat.