Inkomensverschillen - week 5 (rood)

Inkomensverschillen - week 5
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Inkomensverschillen - week 5

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Voorblad

Slide 2 - Diapositive

Wat ga ik leren?
Na afloop van deze les ken/kan ik ....
  1. ... een lorenzcurve aflezen
  2. ... aangeven of een maatregel nivellerend werkt
  3. ... aangeven of een maatregel denivellerend werkt
  4. ... de Gini-coëfficiënt bepalen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk
  1. Wat is nivellering en geef een voorbeeld 
  • We maken de inkomensverschillen in verhouding kleiner
  • Bijvoorbeeld door ons belastingsysteem
  • Bijvoorbeeld door uitkeringen 

  1. Wat is denivellering en geef een voorbeeld
  • We maken de inkomensverschillen in verhouding groter
  • Hypotheekrenteaftrek

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld 1
  • Hoeveel % gaat Anna er op vooruit en hoeveel % gaat Cor erop vooruit?
  • Anna 12,1% en Cor 5,4%
  • In euro's gaan beide evenveel vooruit maar in verhouding gaat Anna er meer op vooruit. 
  • Dus nivellering!

Slide 6 - Diapositive

Berekeningen voorbeeld 1

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld 2
  • Als je een huis koopt, leen je vaak geld van de bank. Je betaalt dan rente. Die rente die je betaalt op jouw huis kun je aftrekken van de belasting die je moet betalen per jaar.
  • Hoe duurder je huis, hoe hoger je lening en des te meer rente je moet terugbetalen.
  • Wie heeft het meeste profijt van die hypotheekrenteaftrek?
  • Rijke mensen kunnen hypotheekrente aftrekken, arme mensen hebben een huurhuis dus kunnen niks aftrekken.
  • Dus denivellerend!

Slide 8 - Diapositive

Gini-coëfficiënt
  • = een manier om de ongelijkheid van de inkomensverdeling te bekijken
  • Ligt tussen 0 en 1
  • Als Gini-coëfficiënt = 0, verdient iedereen precies hetzelfde.
  • Als Gini-coëfficiënt = 1, verdient één persoon al het inkomen in een land.
  • Dus: hoe hoger het getal hoe ongelijker het inkomen is verdeeld.

Slide 9 - Diapositive

Waar is de Gini-coëfficiënt groter? A, B of C?

Slide 10 - Diapositive

Oefenen
  1. Maak opgave 1 t/m 6 van ''Opdrachten inkomensverschillen - week 5 (zie mail)''
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Wat heb ik geleerd?
Na afloop van deze les ken/kan ik ....
  1. ... een lorenzcurve aflezen
  2. ... aangeven of een maatregel nivellerend werkt
  3. ... aangeven of een maatregel denivellerend werkt
  4. ... de Gini-coëfficiënt bepalen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo