paragraaf 3.2

Welkom...

bij economie!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom...

bij economie!

Slide 1 - Diapositive

Programma voor deze les:
- Lesdoel
-  Wat weet je al?
- Uitleg
- Zelfstandig aan het werk
-Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Het lesdoel
Aan het einde van deze les weet je wat de voor en nadelen zijn van sparen en waarom mensen sparen.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al van het lesdoel?
In paragraaf 3.1 hebben we het gehad over:
- chartaal en giraal geld
- de drie functies van geld
- het berekenen van een nieuw saldo
- een debet en credit saldo

Slide 4 - Diapositive

Wat voor soort ruil zie je hiernaast?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
C
Koopruil
D
Inflatie

Slide 5 - Quiz

Als ik geld pin dan
A
Stijgt chartaal geld
B
Stijgt giraal geld
C
Stijgt chartaal geld en daalt giraal geld
D
Stijgt giraal geld en daalt chartaal geld

Slide 6 - Quiz

Welk middel past niet bij
de 3 functies van geld?
A
Rekenmiddel
B
Betaalmiddel
C
Ruilmiddel
D
Spaarmiddel

Slide 7 - Quiz

Als geld wordt gebruikt om de waarde van goederen en diensten aan te geven dan is het?
A
een betaalmiddel
B
giraal geld
C
een rekenmiddel
D
chartaal geld

Slide 8 - Quiz

Creditsaldo
  • In de plus
  • Positief saldo
Debetsaldo
  • 'In de min'
  • Negatief saldo
  • Rood staan


Slide 9 - Diapositive

Wat leren we vandaag en waarom leren we dat?
"Aan het einde van deze les weet je wat de voor en nadelen zijn van sparen en waarom mensen sparen."

Het is belangrijk om te weten wat voor jou belangrijke keuzes zijn op het gebied van sparen en geld uitgeven.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Spaarmotieven
sparen voor een doel
sparen uit voorzorg
sparen voor de rente

Slide 12 - Diapositive

Rol van de bank

Slide 13 - Diapositive

Inflatie

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Variabel vs vast
  • Variabele rente  
  • de bank kan het rentepercentage veranderen
  • Vaste rente (spaardeposito)
  • het rentepercentage blijft  de hele periode hetzelfde
  • Je zet het geld voor een afgesproken tijd op een rekening (je kunt het er niet zo maar vanaf halen!)

Slide 16 - Diapositive

Enkelvoudige rente

Rentebedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren

Totale bedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren + spaartegoed


Voorbeeld:

Roberto heeft €200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.


1% = 0,01

3% = 0,03

Rente na 1 jaar        → €200 x 0,03 x 1

Rente na 2 jaar       → €200 x 0,03 x 2

Rente na 1 maand → €200 x 0,03 x 1 : 12

Slide 17 - Diapositive

Enkelvoudige rente

Rentebedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren

Totale bedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren + spaartegoed


Voorbeeld:

Roberto heeft €200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.


1% = 0,01

3% = 0,03

Rente na 1 jaar        → €200 x 0,03 x 1

Rente na 2 jaar       → €200 x 0,03 x 2

Rente na 1 maand → €200 x 0,03 x 1 : 12

Slide 18 - Diapositive

Samengestelde rente


Rentebedrag = spaartegoed x (1 + rentepercentage:100) ^ jaren - spaartegoed


Totale bedrag = spaartegoed x (1 + rentepercentage:100) ^ jaren


1+ (rentepercentage:100) = groeifactor

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeldsom: samengestelde rente
Er staat €500 op de spaarrekening, tegen 4% rente

  • rente 1e jaar → €500 x (1,04)^1   = €520,00
  • rente 2e jaar → €500 x (1,04)^2 = €540,80 (€540,00)
  • rente 3e jaar → €500 x (1,04)^3 = €562,43 (€560,00)
  • etc. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Bereken de enkelvoudige rente na 1 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente
A
€50,00
B
€60,00
C
€30,00
D
€20,00

Slide 22 - Quiz

Zelfstandig aan het werk:
Je gaat nu aan het werk met: paragraaf 3.2
Dit is huiswerk voor de volgende les.

Slide 23 - Diapositive

Paragraaf 3.2 afmaken

Huiswerk??

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo