1.3 deel 2 [2D]

1.3 Meten en meetinstrumenten
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.3 Meten en meetinstrumenten

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • meetinstrumenten en eenheden noemen voor het meten van de grootheden aantal, massa, volume, lengte, tijd en temperatuur;
  • eenheden in elkaar omrekenen van de grootheden massa, volume, lengte en tijd;
  • een meetinstrument aflezen waarbij je let op schaal en meetbereik;
  • de onderdompelmethode toepassen om het volume van een voorwerp te bepalen.

Slide 2 - Diapositive

Welke Grootheden ken je al?

Slide 3 - Carte mentale

Wat zijn Grootheden?
Een Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bijvoorbeeld een Afstand:

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden van Grootheden:

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn eenheden?
Een eenheid is de mate waarin je een grootheid meet.
Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

VB: De Afstand van Wijk bij Duurstede  naar Vianen is   28  Kilometer.
(hier is '' afstand de grootheid en  "kilometer"  de eenheid)

Slide 6 - Diapositive

Meetinstrumenten 
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Meetinstrument
Massa
m
Kilogram
kg
Weegschaal
Volume
V
Liter
L
Maatcilinder
Afstand
s
Meter
m
Liniaal/rolmaat
Temperatuur
T
graden Celsius/
Kelvin
   C
K
Thermometer
Tijd
t
uur
h
klok/stopwatch
°

Slide 7 - Diapositive

Grootheid
Eenheid
kilogram
T
Massa
centimeter
kubieke meter
Oppervlakte

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Meetbereik en schaaldeel

De waarden die je met een meetinstrument kunt meten, noem je het meetbereik van het meetinstrument.
Een schaaldeel is de waarde tussen twee streepjes op de schaalverdeling.

Meetbereik:
 
Schaaldeel: 
°50°300
°5

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Opdrachten maken
Wat: Opdracht 44, 47 t/m 49 en 57 t/m 59 en 62 t/m 65
Hoe: Op fluistertoon overleggen met je buurman/vrouw
Hulp: Buurman/vrouw of docent
Tijd: 


Klaar?: Maak de overige opdrachten van 1.3
timer
25:00

Slide 12 - Diapositive