Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
herhaling staatsinrichting
Slide 1 - Diapositive
How Was Rome/Greece?
a. Awesome
b. Boring
c. It was okay...
d. It was my worst nightmare
Slide 2 - Diapositive
Herhaling uit alle hoofdstukken: 9 vragen, 7 minuten, aan de slag!
Wat was de schoolstrijd?
Welke twee belangrijke zaken veranderden er bij de grondwetswijziging van 1840?
Wie waren de voornaamste voorstanders van Algemeen Kiesrecht, en waarom?
Wat is een nachtwakersstaat ?
Wat is het verschil tussen progressief en klassiek liberalen?
Waarom was de Franse tijd zo belangrijk voor de staatsinrichting van Nederland?
Wat was de Sociale Kwestie?
Waarom was De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden geen democratische Rechtsstaat?
We noemen de grondwet van 1848 vaak een "klassieke grondwet." Waarom is dat?
Slide 3 - Diapositive
A. Liberalen
B. Socialisten
C. Confessionelen
Anti Revolutionaire Partij
Liberale Unie
Sociaal Democratische Bond
Rooms Katholieke StaatsPartij
Communistische Partij Nederland
Vrijzinnig Democratische Bond
Christelijk Historische Unie
Sociaal Democratische Arbeiders Partij
Puzzelen maar: wat hoort bij wat?
Slide 4 - Diapositive
Bij welke politieke stroming horen deze mensen:
Abraham Kuyper
Thorbecke
Domela Nieuwenhuis
Samuel van Houten
Pieter Jelles Troelstra
Pastoor Schaepman
Aletta Jacobs
Slide 5 - Diapositive
Hst 3
Thorbecke
Liberaal
Willem III
Conservatief
Schaepman
Katholiek
Kuyper
Protestant
Troelstra
Socialist
Slide 6 - Diapositive
Noem een voordeel EN een nadeel van het districtenstelsel.
Noem een voordeel EN een nadeel van een stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
Wat was de Verzuiling, en welke stromingen hoorden daarbij?
Welke drie kwesties werden "opgelost" bij de Pacificatie van 1917?
Waarom waren de Liberalen en Socialisten tegen de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs in de 19e eeuw?
Waarom waren de confessionelen tegen algemeen kiesrecht?
Waarom wilden de liberalen graag een ander kiesstelsel?
Waarom was de groei van extreme politieke partijen (zoals fascistische en communistische) in de jaren dertig relatief laag vergeleken met andere landen in West Europa?
Slide 7 - Diapositive
Bijschrift bij prent "wie gaat dat betalen, zoete lieve Gerritje?"
Slide 8 - Diapositive
De tekenaar van deze spotprent is waarschijnlijk
A
Protestant
B
Katholiek
C
Liberaal
D
Socialist
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
De tekenaar van deze spotprent is waarschijnlijk
A
Protestant
B
Katholiek
C
Liberaal
D
Socialist
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
De tekenaar van deze spotprent is waarschijnlijk
A
Protestant
B
Katholiek
C
Liberaal
D
Socialist
Slide 13 - Quiz
Op 12 november begint de bodemprocedure over stikstof die Greenpeace heeft aangespannen tegen de Staat. De milieuorganisatie wil zo afdwingen dat de overheid zich houdt aan de regels om de natuur te beschermen. Eerder dit jaar eiste Greenpeace al in een kort geding dat de stikstofdepositie sneller omlaag zou gaan. Die zaak verloor de milieuorganisatie nog. Maar de kaarten lijken bij de bodemprocedure gunstiger te liggen. De kortgedingrechter stelde al vast dat de overheid er rekening mee moet houden dat het bestaande beleid “ernstig tekortschiet om de dreigende verdere verslechtering van de habitats op de Rode Lijst te voorkomen. Hiermee handelt de Staat mogelijk in strijd met het verslechteringsverbod van de Habitatrichtlijn.”
Sinds de voorzieningenrechter uitspraak deed, heeft de BBB-minister van Landbouw, Femke Wiersma, het bestaande beleid afgeschaft. Begin september haalde ze een streep door het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). En dat terwijl haar ambtenaren haar nog hadden geadviseerd om dat pas te doen als er een alternatief was voor het NPLG. Mocht de Staat de zaak verliezen, dan is voor Esther Ouwehand duidelijk wie verantwoordelijk is: de BBB. Die partij heeft jarenlang alles in het werk gesteld om stikstofmaatregelen tegen te houden en levert nu alle bewindslieden op het ministerie van Landbouw. Ze ziet niettemin al weer gebeuren dat BBB geen verantwoordelijkheid wil nemen voor de situatie die zal ontstaan als de rechter Greenpeace in het gelijk stelt. “Je geeft gewoon de voorgaande kabinetten de schuld, terwijl je zelf actief bent geweest om het verzet te organiseren tegen die maatregelen die Nederland, de boeren en de natuur eindelijk uit het slop zouden halen. Ik wil niet meemaken dat als er straks wéér een puinhoop is, anderen de schuld krijgen: de rechter, Greenpeace, Johan Vollenbroek, het vorige kabinet, iedereen. Dat wil ik niet.”
Slide 14 - Diapositive
Stel: Greenpeace wint de bodemprocedure bij de rechtsstaat, maar het kabinet -onder aanvoering van BBB en PVV- voeren de maatregelen niet uit en negeren de rechterlijke uitspraak.
Is Nederland dan nog een democratische rechtsstaat? Waarom wel of niet?