Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
- huiswerkcontrole
- korte herhaling elektriciteit tot nu toe
- korte quiz hierover
- lesdoelen voor deze les
- uitleg met quizvragen
- controle lesdoelen (weer een quiz!)
- huiswerk voor de volgende les
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk gemaakt:
Slide 3 - Diapositive
Vorige lessen:
- wat heeft een elektrisch apparaat nodig om te werken?
- hoe meet je spanning?
- onderdelen benoemen van een stroomkring/schakeling
- geleiders en isolatoren
- elektrische symbolen
- schakelschema
Slide 4 - Diapositive
Wat heeft een elektrisch apparaat nodig om te werken?
Slide 5 - Question ouverte
Hoe meet je elektrische spanning?
A
met een voltmeter op 1 punt
B
met een voltmeter op 2 punten
C
met een ampèremeter op 2 punten
D
met een ampèremeter op 1 punt
Slide 6 - Quiz
Benoem zoveel mogelijk onderdelen van de stroomkring hiernaast.
Slide 7 - Question ouverte
Welke opmerking is juist?
A
Kunststof en koper zijn allebei geleiders
B
Kunststof en koper zijn allebei isolatoren
C
Kunststof is een geleider en koper is een isolator
D
kunststof is een isolator en koper is een geleider
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Benoem de onderdelen in dit schakelschema:
Slide 10 - Question ouverte
Lesdoelen:
Je leert in deze les:
- wat een serieschakeling is
- wat een parallelschakeling is
- welke apparaten "in serie" geschakeld worden
- welke apparaten "parallel" geschakeld worden
Slide 11 - Diapositive
waar denk je aan bij het woord serie
Slide 12 - Carte mentale
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
waar denk je aan bij het woord parallel
Slide 16 - Carte mentale
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Iedereen heeft elektrische apparatuur, lampen, opladers en zo in huis. Die steek je in stopcontacten. Zouden alle stopcontacten in huis in serie of parallel geschakeld zijn?
A
serie
B
parallel
Slide 19 - Quiz
eigenschappen serieschakeling
- achter elkaar geschakeld
- stroom loopt in één richting door alle apparaten
Slide 20 - Diapositive
Voorbeeld serie:
- oude kerstboomlampjes
- batterijen
Slide 21 - Diapositive
Parallel
- naast elkaar geschakeld
- stroomdraden splitsen zich
aan de ene kant
- dus: stroom wordt ook
opgesplitst!
- stroomdraden komen bij
elkaar aan de andere kant
Slide 22 - Diapositive
Voorbeeld parallel:
alle lampen en elektrische apparaten in huis
Slide 23 - Diapositive
Nog een keer: Zijn de stopcontacten bij jou thuis in serie of parallel geschakeld...?
A
serie
B
parallel
Slide 24 - Quiz
Lesdoelen:
Je hebt in deze les geleerd:
- wat een serieschakeling is
- wat een parallelschakeling is
- welke dingen "in serie" geschakeld worden
- welke dingen "parallel" geschakeld worden
Slide 25 - Diapositive
Quiz tijd!!!
Slide 26 - Diapositive
In een serieschakeling:
A
zitten alle apparaten achter elkaar geschakeld
B
splitst de stroom zich op
C
wordt tussen 2 tv-series geschakeld
Slide 27 - Quiz
Bij een parallelschakeling:
A
kan een stroomdraad zich opsplitsen
B
vallen alle apparaten uit als 1 apparaat kapot gaat
C
worden 2 tv-series naast elkaar (tegelijkertijd) gekeken
Slide 28 - Quiz
voorbeeld van in serie geschakelde dingen:
A
stopcontacten thuis
B
batterijen
Slide 29 - Quiz
voorbeeld van parallel geschakelde dingen:
A
batterijen
B
2 apparaten thuis, die allebei op een ander stopcontact aangesloten zijn