28-9-2020 Farida

Ben je er klaar voor? 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Ben je er klaar voor? 

Slide 1 - Diapositive

Vorige week
- woorden aai/ooi/oei
- waterkringloop

Slide 2 - Diapositive

Vandaag:
- Lezen Dolfje weerwolfje
- verhaaltje lezen
- Opdrachtenboekje gisteren afmaken
- Spelling bakker/jager 

Slide 3 - Diapositive

This varkentje
Close Reading

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Waar gaat het over?

Slide 6 - Carte mentale

Over wie gaat het?

Slide 7 - Carte mentale

Wat is dit voor soort tekst?
En waar herken je
dat aan?

Slide 8 - Carte mentale

Wat kunnen we zeggen over de hoofdpersoon in dit gedicht?

Slide 9 - Question ouverte

Waarom zegt de schrijver:

Blijf in jezelf believen (r.19)?

Slide 10 - Question ouverte

Welke woorden over emoties of gedrag
vind je bij dit gedicht passen?

Slide 11 - Carte mentale

Wat wil de schrijver je vertellen met die gedicht?

Slide 12 - Question ouverte

Waarom zou de schrijver hebben gekozen voor Nederlandse en Engelse woorden?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is jouw mening over dit gedicht?

Slide 14 - Question ouverte

jager en bakker
ja- ger      
De a klinkt lang  aa  één klinker op de gang! 

ba - kker  De a klinkt kort a
daarna 2 medeklinkers op je bord


Slide 15 - Diapositive

Hoe schrijf je dit zelfstandig naamwoord?

A
stokken
B
stokjes
C
stoken
D
stok

Slide 16 - Quiz

Ho schrijf je dit werkwoord?
A
stakken
B
staken
C
staak
D
stakk

Slide 17 - Quiz


A
mopje
B
mopen
C
mop
D
moppen

Slide 18 - Quiz

Hak het woord in stukjes.
Wat hoor je?
lang of kort?
A
De film is afgeloppen
B
De film is afgellopen
C
De film is afgelopen
D
De film is af gelopen

Slide 19 - Quiz

Hak het woord in stukjes!
Wat hoor je?
Lang of kort ?
A
Wij zijn overgeslaagen
B
Wij zijn oovergeslagen
C
Wij zijn overgeslagen
D
Wij zijn overgeslaggen

Slide 20 - Quiz

Schrijf het volgende woord op:

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf het volgende woord op:

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf het volgende woord op:

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf het volgende woord op:

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf het volgende woord op:

Slide 25 - Question ouverte