spreekbeurt

Spreekvaardigheid
Spreekvaardigheid
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spreekvaardigheid
Spreekvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Wat leren we?
  • Wat is belangrijk om te doen tijdens een presentatie?
  • Hoe bouw je de presentatie het beste op?
  • Hoe maak je een inleiding voor een presentatie? 

Slide 2 - Diapositive


Noem drie dingen die belangrijk zijn bij het houden van een presentatie.

Slide 3 - Question ouverte


Waar of niet waar? Een presentatie moet je uit je hoofd kennen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz


Waar of niet waar? Een presentatie moet altijd een driedeling hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz


Waar of niet waar? Het is handig om iets door te geven als je een presentatie houdt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Kijk naar het volgende filmpje:

-Wat valt je op tijdens deze spreekbeurt?

-Schrijf twee opvallende zaken op in je schrift

-Daarna bespreken we dit 


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Presenteren: voorbereiding
  1. Schrijf je hele tekst uit. Denk aan driedeling.
  2. Zorg voor een goede beginzin! Je kunt ook met een vraag beginnen.
  3. Schrijf daarna steekwoorden op in de juiste volgorde.
  4. Oefen thuis aan de hand van steekwoorden.
  5. Let op de tijd!
  6. Oefen met duidelijk en enthousiast praten.
  7. Zorg dat je de tijd haalt. ( 1 minutenspreekbeurt/spreekbeurt beroemd persoon).
  8. Tijd niet gehaald: er gaat maximaal een half punt van je cijfer af.

Slide 9 - Diapositive

Inleiding-voorbeeld
Onderwerp: Koningsdag
Vrijmarkt, leuke spelletjes, iedereen gekleed in oranje. Dat gebeurt op onze nationale feestdag: Koningsdag. Sinds wanneer vieren we eigenlijk Koningsdag en zijn er alleen maar vrijmarkten of wordt er ook nog iets anders georganiseerd?

Slide 10 - Diapositive

Opdracht spreekbeurt
  • Je houdt de spreekbeurt alleen
  • Onderwerp: beroemd persoon/ beroemde personen.
  • Minimaal: in ieder geval 2 minuten en maximaal 3 minuten.
  • Bedenk  welke persoon/personen je wilt bespreken.
  • Daarna alvast een goede inleiding bedenken. Begin bijv. met een uitspraak van jouw beroemde persoon.
  • Laatste  week voor kerstvakantie doorgeven over welke persoon spreekbeurt gaat. Heb je dezelfde persoon als iemand anders dan gaan we loten!
26 januari
2  februari
9  februari
16 februari
23 februari



Slide 11 - Diapositive

Indeling 1 minutenspreekbeurt
Gebruik een  leuke beginzin. Dus NIET: mijn 1 minutenspreekbeurt gaat over.... of Ik ga het hebben over...
Leg daarna kort uit welke hobby voor jou de leukste hobby is.
Vertel vervolgens wat je moet doen om die hobby uit te voeren. 
Wat heb je ervoor nodig (materiaal/training etc.)? 
Zijn er wedstrijden of trainingen of lessen voor nodig?
Laat iets zien, wat bij je hobby hoort.
Slot: begin met DUS of KORTOM. Vat heel even kort samen wat je over je hobby hebt verteld en geef aan waarom dit de leukste hobby ooit is.

Slide 12 - Diapositive

Voorbereiding op je spreekbeurt in januari:
Wanneer:  20, 21 en 22 december
Je kunt maximaal 0.5 punt extra verdienen. Wordt opgeteld bij spreekbeurt na kerstvakantie.
Tijd niet gehaald? Dan niks extra's verdiend.
      
                  
Wat?
1 minutenspreekbeurt (minimaal 1 en maximaal 1.30). Tijd wordt bijgehouden.
Waarover?
Je allerleukste hobby.
Hoe?
Je doet dit alleen. Geen Slides. Laat eventueel een voorwerp of foto zien.

Slide 13 - Diapositive

Spreekbeurt
Inhoud
  • Goede beginzin
  • Duidelijke informatie
  • Duidelijk slot
Presentatie
  • Contact publiek
  • Tempo
  • Volume

timer
1:30

Slide 14 - Diapositive

1eha1





1 minuut
20
21
22
december
Beroemd persoon:
26 januari
2 februari
9 februari
16 februari
23 februari

Invullen beroemd persoon 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

       Wat
vieren we         tijdens          kerst?
Kijk naar het filmpje

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat vieren we tijdens kerst?
A
Geboorte van God
B
Overlijden van God
C
Geboorte van Jezus
D
Overlijden van Jezus

Slide 19 - Quiz

Op welke dag is kerstavond ?
A
Zondag
B
24 december
C
25 december
D
Maandag

Slide 20 - Quiz

Waar werd Jezus geboren?
A
Jeruzalem
B
Nazareth
C
Rome
D
Betlehem

Slide 21 - Quiz

Waar komt de kerstman vandaan?
A
Stockholm
B
Rovaniemi
C
Helsinki
D
Alta

Slide 22 - Quiz

Wanneer begint de adventsperiode?
A
2 weken voor Kerstmis
B
3 weken voor Kerstmis
C
4 weken voor Kerstmis
D
5 dagen voor Kerstmis

Slide 23 - Quiz

Hoe heet
dit nummer?
A
Merry Christmas
B
Last Christmas
C
White Christmas
D
Happy Christmas

Slide 24 - Quiz

I'm dreaming of a White ...
A
Snow
B
Rabbit
C
Santa Claus
D
Christmas

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Wat komt er nu?
A
Tada-dada-dadada Tada-dada-dadada Tada-dada-dadada
B
Hohohoho Hohohoho Hohohoho
C
Dub-i-dub-i-dum-dum Dub-i-dub-i-dum Dub-i-dum-dum-dub-i-dum
D
Merry Christmas Merry Christmas Merry Christmas

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

In Canada heeft de Kerstman een eigen postcode.
Wat is deze postcode?
A
2512 SC
B
SANTA 2512
C
H0H 0H0
D
XMAS 1900

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo

Wat is de naam van het rendier die in het donker Santa Claus de weg wijst?
A
Ralf
B
Merry
C
Jingle bells
D
Rudolf

Slide 31 - Quiz

Wie heeft het uiterlijk van de Kerstman bedacht?
A
De Kerk
B
De Paus
C
Coca Cola
D
De president van Amerika

Slide 32 - Quiz

timer
1:00
  • Gloria in excelsis deo
Rebus: regel uit kerstliedje

Slide 33 - Diapositive

timer
1:00
  • Zij hadden hun schaapjes geteld.
Rebus: regel uit kerstliedje

Slide 34 - Diapositive

Een kerstboom is meestal
A
Een spar
B
Een loofboom
C
Een den
D
Een Nordmann

Slide 35 - Quiz

Hoe heten de drie koningen?l
A
Caspar, Balthasar en Melchior
B
Caster, Balthasar en Mel
C
Caster, Balthes en Melchior
D
Casper, Baltus en Melchior

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Vidéo

Hoe zeg je gevulde kalkoen in het Engels?
A
Luffed purkey
B
Filled lurkey
C
Stuffed turkey
D
Puffed turkey

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Vidéo

Het filmpje was een fragment van 'Frozen'. Hoe heet het rendier?
A
Rudolph
B
Kristoff
C
Sven
D
Meneer Anema

Slide 40 - Quiz

Buon Natale e Felice Anno Nuovo!
In welke taal wordt jou een fijne Kerst gewenst?
A
Spaans
B
Italiaans
C
Duits
D
Frans

Slide 41 - Quiz

Bekijk dit plaatje goed

Slide 42 - Diapositive

Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Vidéo

Hoeveel Minions dragen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
allemaal
B
eentje
C
drie
D
twee

Slide 45 - Quiz


Kijk goed!!!

Slide 46 - Diapositive

Wat stond er boven op de kerstboom?
A
Niks
B
Mickey Mouse
C
Een ster
D
Een engel

Slide 47 - Quiz

Hoe zeg je ‘Fijne Kerst allemaal’ in straattaal?
A
Yo! Hoho! you bitches
B
Fijne kerst peepz
C
Happy Christmazzzz
D
Fijne kerst a niffauws

Slide 48 - Quiz

Hoe heet
deze Kerst-
film?
A
The Polar Express
B
Klaus
C
The Grinch
D
Home Alone

Slide 49 - Quiz

Schrijf zoveel mogelijke woorden op die met het woord KERST beginnen!
timer
1:30

Slide 50 - Diapositive

Merry Christmas
Fijne kerstvakantie!

Slide 51 - Diapositive