Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
FORMULEREN les 6
Slide 1 - Diapositive
LESDOELEN
Je kunt een congruentiefout herkennen en verbeteren;
Je kunt foutieve inversie herkennen en verbeteren;
Je kunt verkeerd gebruik van de lijdende vorm herkennen en verbeteren.
Slide 2 - Diapositive
Huiswerkcheck (opdr. 6, Formuleren 2)
timer
4:00
Slide 3 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een lijdende en een bedrijvende zin?
Slide 4 - Question ouverte
Waarom moet je het gebruik van lijdende zinnen zo veel mogelijk vermijden?
Slide 5 - Question ouverte
Herschijf de lijdende zin tot een bedrijvende zin: Er wordt op u gerekend, want in dit stadium wordt door onze medewerkers de laatste hand gelegd aan de plannen waarop door menigeen met smart wordt gewacht.
Slide 6 - Question ouverte
Herschijf de lijdende zin tot een bedrijvende zin: Natuurlijk werden we door de burgemeester op de hoogte gehouden en ook werden we op een gegeven moment door een dienstauto opgehaald.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Vidéo
Congruentiefout
Congruentie -> congruent = overeenstemmend Bij formuleren: overeenstemming tussen OND en PV
Meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig aangezien
De media schrijft bijzonder negatief over dit afvalverwerkingsbedrijf. De media schrijven …….
Drugs veroorzaakt veel overlast in de grensstreek. Drugs veroorzaken ……
Slide 10 - Diapositive
Congruentiefout - oorzaak 2
Enkelvoudig onderwerp wordt voor meervoudig aangezien.
Zowel Karin als Ilona kwamen te laat. Zowel Karin als Ilona kwam…
De Nederlandse jeugd hebben steeds vaker schulden bij de bank. De Nederlandse jeugd heeft …
Slide 11 - Diapositive
Congruentiefout - oorzaak 3
In het onderwerp wordt een enkelvoudige kern gevolgd door een meervoudige bijvoeglijke bepaling.
Meer dan de helft (kern) van de Nederlandse vrouwen (bijv. bep.) hebben een deeltijdbaan. Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft …
Een aantal leerlingen hebben een acht gehaald. Een aantal leerlingen heeft ...
Slide 12 - Diapositive
Congruentiefout - oorzaak 4
Een meewerkend voorwerp wordt voor onderwerp aangezien.
Bezoekers van het congres die vragen willen stellen aan de parlementariërs worden verzocht dat van te voren schriftelijk kenbaar te maken. (aan) Bezoekers van het congres die vragen willen stellen aan de parlementariërs wordt verzocht dat van te voren schriftelijk kenbaar te maken.
Slide 13 - Diapositive
Verbeter de congruentiefouten
De media berichtte over de protesten in Den Haag.
De samenwerkingen tussen agenten, brandweerlieden en verpleegkundigen bleek voor verbetering vatbaar.
Een aanzienlijk deel van de militairen zijn inmiddels naar Nederland teruggekeerd.
De prijs werd toegekend aan stichting De Toekomst, die mensen die langdurig gevangen zitten willen helpen.
De harde werkers worden niks gevraagd!
timer
3:00
Slide 14 - Diapositive
Verbeter de congruentiefouten
De media berichtten over de protesten in Den Haag.
De samenwerkingen tussen agenten, brandweerlieden en verpleegkundigen bleken voor verbetering vatbaar.
Een aanzienlijk deel van de militairen is inmiddels naar Nederland teruggekeerd.
De prijs werd toegekend aan stichting De Toekomst, die mensen die langdurig gevangen zitten wil helpen.
De harde werkers wordt niks gevraagd!
Slide 15 - Diapositive
Foutieve inversie
Inversie -> veranderen van de volgorde:
onderwerp + persoonsvorm wordt persoonsvorm + onderwerp
Normaal gesproken in het Nederlands: onderwerp + persoonsvorm (Jan loopt in de stad)
De volgorde persoonsvorm + onderwerp komt voor bij:
1) vraagzinnen (Loopt Jan in de stad?)
2) wanneer de zin met een ander zinsdeel begint dan met het
onderwerp.(Gisteren liep Jan in de stad)
Slide 16 - Diapositive
Foutieve inversie
Er zijn dus 3 mogelijkheden:
OND + PV + andere zinsdelen
PV + OND + andere zinsdelen?
Ander zinsdeel + PV + OND
Slide 17 - Diapositive
Foutieve inversie
Inversie is FOUT als er in een niet-vraagzin vóór de PV geen ander zinsdeel staat. Deze fout komt vaak voor bij samengestelde zinnen (en, maar, want etc.)
Mijn Engels heb ik al gemaakt en begin ik nu aan mijn wiskunde.
Zaterdag gaan we vaak uit, maar kon ik vandaag niet mee.