2021 3VM H6.4 Nog meer produceren?

2021 3VM H6.4 Nog meer produceren
Leerdoelen:
Aan het eind van de les kunnen jullie:
  • de productie per werknemer berekenen. 
  • uitleggen hoe een bedrijf meer kan produceren. 
  • uitleggen wat productie voor de samenleving oplevert. 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2021 3VM H6.4 Nog meer produceren
Leerdoelen:
Aan het eind van de les kunnen jullie:
  • de productie per werknemer berekenen. 
  • uitleggen hoe een bedrijf meer kan produceren. 
  • uitleggen wat productie voor de samenleving oplevert. 

Slide 1 - Diapositive

productiecapaciteit 
Maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken. 

Deze wordt bepaald door:
- Het aantal mensen dat werkt in het bedrijf.
- Het aantal uren dat deze medewerkers werken
- De machines die worden gebruikt.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Productiecapaciteit

Onderbezetting:

Machines worden niet gebruikt. Er is niet genoeg werk voor iedereen.

Overbezetting:
Als er meer vraag is naar producten dan het bedrijf met zijn machines en personeel aan kan.

Hoe oplossen? Meer uren per week draaien & personeel overuren laten maken.



Slide 4 - Diapositive

Definitie
arbeidsproductiviteit
Productie per werknemer in een bepaalde tijd (per uur of per week)

Slide 5 - Diapositive

Rekenen met arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductivitieit per periode = totale productie per periode / aantal werknemers

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld
Een magazijn verwerkt per jaar 73.000 orders. Er zijn 5 fulltimers werkzaam (40 uur per week). Bereken de arbeidsproductiviteit per dag

Oplossing: 
  • per dag worden er 200 (73.000/365) orders verwerkt. 
  • per persoon is dat 40 orders (200/5) per dag.
  • arbeidsproductiviteit is 40 orders per dag

Slide 7 - Diapositive

Toename arbeidsproductiviteit
  • Technologische ontwikkelingen
  • Specialisatie of arbeidsverdeling
  • Scholing
  • Prestatieloon
  • Verbeteren arbeidsomstandigheden/sfeer

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Maatschappelijk kosten
Nadeel meer productie:
Milieuschade 🡪 geluidshinder, stankoverlast, bodem-, luchtvervuiling.

2 soorten kosten voor oplossen van milieuschade:
1) Bedrijfskosten: Bedrijf draait op voor de kosten

2) Maatschappelijke kosten: Samenleving draait op voor de kosten 
(niet altijd in geld uit te drukken)




Slide 11 - Diapositive

maatschappelijke opbrengsten
Voordelen die de samenleving van productie heeft.

Bijvoorbeeld extra werkgelegenheid, inkomen, welvaart, afzet.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

MVO 
Als bedrijven met produceren zo veel mogelijk rekening houden met mens en milieu, spreek je van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Slide 15 - Diapositive

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
dalen.
B
stijgen.
C
gelijk blijven.
D
verdwijnen.

Slide 16 - Quiz

Geef een voorbeeld van iets waardoor de arbeidsproductiviteit kan toenemen.

Slide 17 - Question ouverte

Bereken de arbeidsproductiviteit
Een potloodfabriek produceert 15.000 potloden per 10 dagen. Dit doen ze elke dag met 4 fulltimers. (40 uur per week)
Bereken de arbeidsproductiviteit per dag
A
600
B
3750
C
375
D
6000

Slide 18 - Quiz

Met het geven van prestatieloon kan de productiecapaciteit toenemen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Een bedrijf produceert 30.000 frikadellen. Er werken 25 mensen in de fabriek en 5 op kantoor. Bereken de arbeidsproductiviteit.
A
1.200
B
750
C
1.000
D
6.000

Slide 20 - Quiz

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
openingstijden

Slide 21 - Quiz

Er is meer vraag is naar producten dan het bedrijf met zijn machines en personeel aan kan, dit noem je:
A
onderbezetting
B
overbezetting

Slide 22 - Quiz

De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Hoe beïnvloedt concurrentie de arbeidsproductiviteit?
A
doordat je sneller en beter gaat produceren neemt de arbeidsproductiviteit af
B
doordat je beter wil zijn dan je concurrenten, gaat dat vanzelf
C
doordat je beter wil zijn dan je concurrent blijft de arbeidsproductiviteit gelijk
D
doordat je de concurrentie voor wilt blijven, ga je sneller en beter produceren en neemt de arbeidsproductiviteit toe

Slide 24 - Quiz

Er ontstaat 7.000 liter verontreinigd water per spijkerbroek. Dit wordt zelden gereinigd. Dit water is een voorbeeld van:
A
Maatschappelijke opbrengsten
B
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
C
Maatschappelijke kosten

Slide 25 - Quiz

Waar staat MVO voor?
A
Maatschappelijk Voogdelijk Ondernemen
B
Miniscuul verantwoord overschot
C
Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Terugblik vorige les
   - Omzet (verkoopopbrengst) = afzet x verkoopprijs

- Inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs
- Brutowinst = omzet – inkoopwaarde
- Nettoresultaat = Brutowinst – bedrijfskosten (nettowinst of nettoverlies)
- Brutowinst per product = verschil tussen de inkoopprijs en verkoopprijs.
- Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
- Consumentenprijs = verkoopprijs + btw






Slide 28 - Diapositive