Intro 22 aug

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Les 1: Kennismaken

Deze les

- Regels in de les

- Even voorstellen

- Wat weten jullie nog scheikunde?

Regels in de lessen

- Wanneer iemand aan het woord is, luister je

- Device is toegestaan, telefoons gaan in de telefoontas

- Niet eten / drinken

- (Flesje water mag)

Wat heb je nodig voor scheikunde?

• een schrift met blokjes, liefst A4

• een normale rekenmachine
• BINAS!
• Het boek "Chemie"

Magister

• Huiswerk
• Extra oefenmateriaal

Even Kennismaken

Wie is toch die man die ons scheikunde gaat geven?

Kennismakingquiz

Meneer Bakker

Waar woon je?

Waar woon ik?

1. Delft
2. Den Haag
3. Leiden
4. Hoek van Holland

Hoe oud ben je?

Hoe oud ben ik?

1. 25
2. 37
3. 31
4. 51

Welke sport doe je?

Wat doe je het liefst in je vrije tijd?

Welk vak lijkt je het leukst?

Welke sport denk je dat ik doe?

1. Zwemmen
2. Judo
3. Tennis
4. Hockey

Wat zou je graag willen worden en waarom?

Ik werk .. dagen op school

1. 5
2. 4
3. 3
4. 2

Even een namenrondje!

Scheikunde

Het gaat bij scheikunde dus over (het maken van) stoffen.

- Je leert stoffen scheiden, 

- Je leert verschillende soorten mengsels 

- Je leert uit wat voor soort deeltjes stoffen zijn opgebouwd. 

- Je gaat zelf met stoffen werken en ook chemische reacties uitvoeren.

Natuurkunde

Bij Natuurkunde bekijk je verschillende natuur verschijnselen. Je hebt het bijvoorbeeld over zwaartekracht, of over snelheid. 

Natuurkunde houd zich bezig met verschijnselen die zich steeds herhalen. Als de zon ondergaat, komt hij ook weer op (als het goed is ;-) )

Natuurkundige gebeurtenissen noem je daarom omkeerbare veranderingen. 

Scheikunde (Chemie)

Een scheikundige (ofwel chemicus) werkt veel met stoffen, en de blijvende veranderingen van stoffen. 

Denk maar aan het verbranden van suiker, als je dat weer afkoeld zal dit niet weer terug veranderen in suiker. 

Een scheikundige kijkt vooral veel naar stofeigenschappen. 

Voorkennis

Wat weten jullie nog van scheikunde?

Aan de hand van 6 vragen kan jij jezelf testen!

Waar of niet waar:
Een molecuul bestaat uit atomen

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het kleinste scheikundige element?

1. Waterstof
2. Helium
3. Neon
4. Koolstof

Lucht bestaat voor het grootste gedeelte uit:

1. Argon
2. Zuurstof
3. Koolstofdioxide
4. Stikstof

Wat is het scheikundige symbool voor zuurstof?

1. H​2​​O
2. O​2​​
3. O
4. CO​2​​

Horen deze woorden bij het microniveau of het macroniveau? Sleep ze naar de juiste plek

MICRO

NIVEAU

MACRO

NIVEAU

geur

atoom

H2O

stroomgeleiding

deeltjes trillen

molecuul

warmte

Leg op microniveau het verschil uit tussen:

1. scheiden en ontleden

2. mengsel en zuivere stof

Gebruik in je uitleg de woorden

molecuul - atoom - kapot maken - sorteren

DENKEN

DELEN

UITWISSELEN

Noem twee dingen die je geleerd hebt deze les

Heb je nog een vraag?
Noteer hem dan hier:

Hoe vond je je eerste les scheikunde?

😒🙁😐🙂😃

Volgende keer

- Hoe werkt het boek? (soorten vragen, belangrijke begrippen)

- Planning tot aan de herfstvakantie

- Herhalen van stof uit klas 3

Neem je spullen mee! (wat waren die ook alweer?)

Tot ziens!